De Romeinen en Germanen 3.4

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

De Romeinen en Germanen

Planning

• Voorkennis testen 
• Stukje uitleg
• Opdracht
• Afsluiting

Volgens het jodendom zijn er meerdere goden.

1. juist
2. onjuist

Wie zouden volgens het christendom van hun zonden worden verlost?

1. joden
2. slaven
3. alle mensen
4. ouderen

Christenen weigerden de Romeinse staatsgoden te vereren.

1. juist
2. onjuist

Het christendom werd uiteindelijk de staatsgodsdienst in het Romeinse rijk.

1. juist
2. onjuist

Wie had de leiding in kerkprovincies?

1. paus
2. keizer
3. burgemeester
4. bisschoppen

Romeinen in Nederland

• Nederland was een gebied vol moerassen en bossen.
• Landbouwsamenleving.
• In het zuiden leefden Kelten.
• In het noorden de Germanen.
• In 58 v.C. werden de Kelten onderworpen door Julius Caesar.
• De opstand van de Kelten werd neergeslagen.

De Rijn als Grens

• De Romeinen vonden de Germanen woestelingen maar waren ook onder de indruk.
• Toen ze hun rijk wilden uitbereiden hielden de Germanen ze tegen bij de Rijn.
• In 9 n.C. kwam er door de Germanen een einde aan de Romeinse expansie.

De Rijn als grens

• Romeinse militairen gebruikten de Rijn als grens (limes).
• De Romeinen bouwden er forten en legerkampen.
• Ze werkten samen in een bondgenootschap met Bataven.
• In het verdrag stond dat de Bataven in ruil voor militaire hulp geen belasting betaalden.

Romeinse invloed

• Door de Romeinse overheersing veranderde er veel in Nederland.
• Romeinen stichtten landbouwbedrijven en steden.
• Ze bouwden tempels, badhuizen en woningen.
• Zuid-Nederland werd een landbouwstedelijke samenleving met een geldeconomie.

Romeinse invloed

• Er werd handel gedreven met de Germanen.
• Deze Germanen verkochten koeienhuiden en slaven.
• Ze kochten glazen, aardewerken potten en andere luxeproducten. 
  
• In Zuid-Nederland werden veel Romeinse gebruiken overgenomen (Romanisering).

Ondergang van Rome

• In de 3de eeuw n.C. kwamen er meer ziektes in het rijk.
• Minder productie en handel.
• Ook waren er volksverhuizingen. 
• Daardoor konden Germaanse volken het rijk binnen dringen.
• Het rijk werd opgesplitst.
• De Germanen kwamen aan de macht in het westen.

Opdracht

• Ga in tweetallen op zoek naar dingen uit de tijd van de Romeinen die we vandaag de dag nog steeds hebben.
• Deze kun je opzoeken op het internet.
• Je krijgt hiervoor 5 minuten de tijd.
• Naderhand bespreken we dit klassikaal. 

Hoe gingen de Romeinen en de bewoners van Zuid-Nederland met elkaar om?

Hoe werd de Rijn de noordelijke grens van het Romeinse rijk?

Welke invloed hadden de Romeinen op het leven in Zuid-Nederland?

Hoe eindigde het West-Romeinse rijk?

Wat neem je mee uit deze les?