Hygiëne
1 / 20
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Hoe groeien bacteriën
A
1 bacterie groeit en splitst daarna in tweeën
B
De bacterie wordt bevrucht door een andere bacterie en krijgt een baby
Slide 3 - Quiz
Wat heeft een bacterie en een schimmel nodig om te groeien
A
Conserveringsmiddelen
B
Temperatuur - 10
C
Water, temperatuur, zuurstof, voeding
D
Hitte boven de 60 graden
Slide 4 - Quiz
Micro-organismen zijn
A
Voedingsmiddelen
B
Bacteriën en schimmels
Slide 5 - Quiz
Bovenin de Koelkast bewaren
Vriezer -18 graden bewaren
Onderin de koelkast bewaren
In de magazijnkast koel en donker bewaren
Soep bereid en wil het 3 weken bewaren
Ongeopende pot appelmoes
Spaghettischotel gemaakt en 3 dagen bewaren
Verse spinazie en rauw vlees
Slide 6 - Question de remorquage
Slide 7 - Vidéo
H
A
C
C
P
Analysis (analyse)
Points (punten)
Control (controle)
Critical (kritieke)
Hazard (gevaren)
Slide 8 - Question de remorquage
Waarvoor is de HACCP
A
Nederlandse regels voor voedselveiligheid
B
Regels om gevaren in de bouw te voorkomen
C
Europese regels voor voedselveiligheid
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Vidéo
Hoe voorkom je kruisbesmetting!
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Question de remorquage
Wat betekent desinfecteren
A
Verwijderen van vuil
B
Doden en verwijderen ziekteverwekkers
C
Schoonmaken van je werkplek
Slide 13 - Quiz
Persoonlijke hygiene
Bedrijfshygiene
Levensmiddelenhygiene
Hygiënisch omgaan met voedsel om besmetting en bederf te voorkomen
Verzorging van je lichaam en kleding om ziekten te voorkomen.
Schoonhouden van de keuken en materialen om een veilige werkplek te creëren.
Slide 14 - Question de remorquage
Slide 15 - Vidéo
Het verschil tussen TGT (te gebruiken tot) en TH(ten minste houdbaar tot)
A
TGT
mag je het product niet na de datum gebruiken. THT mag je het wel na de datum gebruiken maar moet je goed ruiken en kijken of het product nog goed is
B
THT
mag je het product niet na de datum gebruiken. TGT mag je het wel na de datum gebruiken maar moet je goed ruiken en kijken of het product nog goed is
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Lien
De NVWA (Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit)
A
De NVWA controleert of bedrijven hun boekhouding op orde hebben
B
De NVWA controleert of producenten, handelaren en verkopers zich houden aan de wettelijke regels voor voedsel en diervoeders
C
De NVWA controleert of producenten, handelaren en verkopers zich houden aan de arbeidsomstandigheden van de werknemers
