Hv2o H3H4 Lezen

Welkom Hv20
Kom binnen, leg je telefoon in de tas.
Pak je werkboek, schrift, pen en je leesboek. 
Start met lezen. 
Boek vergeten; pak je werkboek en blz. 209 Anna Woltz: honderd uur nacht.  
timer
10:00
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom Hv20
Kom binnen, leg je telefoon in de tas.
Pak je werkboek, schrift, pen en je leesboek. 
Start met lezen. 
Boek vergeten; pak je werkboek en blz. 209 Anna Woltz: honderd uur nacht.  
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

H4 Lezen
Feiten, meningen en argumenten

Slide 2 - Diapositive

H4 Lezen opdracht 2
Opdracht 2
1 de Wadden / het Waddengebied

timer
15:00

Slide 3 - Diapositive

3 a initiatief (al. 1): idee
b als eerste uit de bus zijn gekomen (al. 2): gewonnen hebben bij een verkiezing
c genomineerden (al. 3): kandidaten
d gepromoot (al. 3): naar voren geschoven
e iconen (al. 3): beroemde voorbeelden
f taferelen (al. 3): gebeurtenissen
g gedaan zijn (al. 6): voorbij zijn
h ongecontroleerd (al. 6): zonder regels
i sturen (al. 5): regelen
j bezinken (kadertekst): door een geringe stroomsnelheid naar de bodem zakken

Slide 4 - Diapositive

2.4
4 (1) Het Waddengebied is ontzettend mooi. (2) Iedereen kent het Waddengebied wel als het grootste natuurgebied van Nederland

Slide 5 - Diapositive

2.5
5 Hij wil daarmee aangeven dat er in het Waddengebied vaak dingen gebeuren die bijzonder zijn, ook al zijn ze voor het Waddengebied heel gewoon.

Slide 6 - Diapositive

2.6
6 In alinea 3 staan vooral feiten, zoals ‘Het publiek kon stemmen op dertien plekken.’, ‘De Veluwe (Gelderland) en Nationaal Park Hollandse Duinen (Zuid-Holland) werden tweede en derde en een vakjury voegde daar nog een vierde winnaar aan toe: NLDelta Biesbosch-Haringvliet (Noord-Brabant, Zuid-Holland).’ ‘Het is 753.000 keer bekeken en heel vaak geliket.’ 

Slide 7 - Diapositive

2.7
7 middel = driehonderdduizend euro
doel = het gebied nog beter te beschermen en mooier te maken
signaalwoord = om

Slide 8 - Diapositive

2.8
8 middel = filmpje van een scheermesje
doel = laten zien hoe bijzonder het Waddengebied is

Slide 9 - Diapositive

2.9

A
Ik vind wadlopen altijd weer een geweldige ervaring.
             [= want]B
Je ziet dan iets wat je anders nooit ziet.
Je ziet dan iets wat je anders nooit ziet: wat er ónder dat water leeft, schelpen met beestjes erin bijvoorbeeld.




Slide 10 - Diapositive

2.10
10 ‘Ik vind het oostelijk deel bij Rottum het allermooist (M). Daar is het nóg stiller dan op andere plekken (F) en er liggen verschillende zandbanken (F).’
of: Maar de Wadden zijn meer dan het wad (M/F), volgens de boswachter. ‘Je hebt immers ook de eilanden zelf (F) en de kwelders (F).’


Slide 11 - Diapositive

2.11
11 Nee, als je de bezoekersstroom controleert/stuurt, zal het allemaal wel meevallen. Bovendien is het Waddengebied heel groot en zijn er stukken waar je niet mag komen.

Slide 12 - Diapositive

2.11
 De kadertekst geeft extra informatie over de Waddenzee (voor de lezer die de Waddenzee niet zo goed kent).

Slide 13 - Diapositive

2.13
13 afbeelding 1: de tekst verfraaien (mooi plaatje) en de tekst verduidelijken (zo mooi is de Waddenzee nu);
afbeelding 2: de tekst verduidelijken (zo groot is het Waddengebied) en de tekst aanvullen (hier ligt het Waddengebied).

Slide 14 - Diapositive

H4 Opdracht 3
Ga zelfstandig aan de slag met de vragen. 
Klaar? Begin met lezen van tekst 3 om straks opdracht 4 te kunnen maken. 
timer
10:00

Slide 15 - Diapositive

Verschil tussen feit of mening
Feit =
Mening= 
Argument= onderbouwing van je mening, te herkennen aan signaalwoorden: 

Slide 16 - Diapositive

Opdracht 1
Maak vraag 1 t/m 12
timer
10:00

Slide 17 - Diapositive

H3 LEZEN blz. 76
Tekstverbanden en signaalwoorden.
1. doel-middel
2. vergelijkend
3. samenvattend

Slide 18 - Diapositive

Tekstverband en signaalwoorden
doel-middel= opdat, zodat, om ..te, door middel van, met behulp van.
vergelijkend= in vergelijking met, net....als, evenals, zoals/ ook....meer, groter, beter dan....
samenvattend = kortom, samengevat, al met al, met andere woorden.

Slide 19 - Diapositive

Startopdracht; paren maken
timer
2:00

Slide 20 - Diapositive

antwoorden startopdracht
paar: avvk - veilig verkeer/ stoplicht
beter zicht - bril
betere conditie-hardlopen
betere ploeg - teamtraining
diploma-school-
sparen/ brommer
geen pijn meer-paracetamol
cake - oven


Slide 21 - Diapositive

HUISWERK Opdracht 1 
Maak vraag 1 t/m 10

timer
1:00

Slide 22 - Diapositive