H5, par 7

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Handhaving toezicht en veiligheidBOAMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Wat is het juiste antwoord m.b.t. de misdrijven ambtsdwang en wederspannigheid/verzet?
A
Bij ambtsdwang kan sprake zijn van geweld en bij wederspannigheid niet
B
Er is eigenlijk geen verschil. Er is sprake van eendaadse samenloop.
C
Bij ambtsdwang verricht de ambtenaar nog geen handelingen en bij wederspannigheid wel.
D
Als een man een verdachte uit de handen van de OA trekt is er sparke van ambtsdwang.

Slide 11 - Quiz

Wederspannigheid/verzet kan ook tegen een burger gepleegd worden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Een man wordt staande gehouden in zijn auto voor een verkeerscontrole. Hij heeft een vuurwapen in de kofferbak liggen. De man zegt tegen de OA: "Als je mijn auto doorzoekt, dan weet ik je wel te vinden en zal ik je eens op je donder geven"
Er is hier sprake van:
A
Bedreiging
B
Beletten
C
Belemmering
D
Ambtsdwang

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Onder bemoeilijken zoals omschreven in Art. 184 WvSr. wordt bedoelt;
A
Het beletten, belemmeren of verijdelen van een handeling.
B
Het beletten, belemmeren of verijdelen van een ondernomen bevoegdheid.
C
Het beletten, belemmeren of voorkomen van een ondernomen bevoegdheid.
D
A, B en C zijn alledrie niet juist.

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Opschudding veroorzaken is
A
Op zich niet strafbaar. Stilte verstoren mag gewoon.
B
Altijd strafbaar.
C
Strafbaar wanneer de VE zich na bevel van bevoegd gezag niet verwijdert.
D
Strafbaar. Ook wanneer de VE zich na bevel van bevoegd gezag wel verwijdert.

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Belediging Art. 266 WvSr.
Elke opzettelijke belediging die niet het karakter van smaad of smaadschrift draagt, hetzij in het openbaar mondeling of bij geschrift of afbeelding, hetzij iemand, in zijn tegenwoordigheid mondeling of door feitelijkheden, hetzij door een toegezonden of aangeboden geschrift of afbeelding, aangedaan, wordt, als eenvoudige belediging, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Belediging van een ambtenaar Art.267 WvSr.
De in de voorgaande artikelen van deze titel bepaalde gevangenisstraffen kunnen met een derde worden verhoogd, indien de belediging wordt aangedaan aan:
1°. het openbaar gezag, een openbaar lichaam of een openbare instelling;
2°. een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening;
3°. het hoofd of een lid van de regering van een bevriende staat.

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Schriftelijk
Afbeelding
Feitelijkheid

Slide 28 - Question de remorquage

Twee politieagenten zijn tijdens hun dienst op voetsurveillance in een winkelstraat. Er zijn veel mensen op straat. Vanuit het niet roept een man tegen agent A; "Ik mis bij jou alleen nog de armband met een hakenkruis er op". Agent A hoort de opmerking niet, maar zijn collega agent B wel.
Wat is in deze juist?
A
Omdat agent A het zelf niet gehoord heeft kan de man niet als VE van belediging worden aangehouden.
B
Agent B vertelt tegen agent A over de opmerking. Agent A haalt zijn schouders op. Agent B houdt de VE toch aan voor belediging. De aanhouding is wetmatig
C
De opmerking is niet beledigend. De man kan niet worden aangehouden.
D
Belediging is een absoluut klachtsmisdrijf. In deze casus kan de man alleen worden aangehouden op klacht van agent A.

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Diapositive