Status Les

DRAMA 
STATUS LES
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
DramaMBOMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3Studiejaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

DRAMA 
STATUS LES

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

OPWARMER | NAMENBAL
Onze afspraken tijdens drama
  • Telefoons THUIS OF IN DE KLUIS
  • Luister naar elkaar en praat er niet doorheen.
  • Ga voorzichtig om met elkaar en ons materiaal.
  • Blijf bij je groepje en werk samen aan de opdracht.
  • Heb respect voor elkaar.

Heeft de docent een hand omhoog? = wees stil en luister naar de uitleg.

Slide 2 - Diapositive

Bespreek kort de regels van drama.
Tijdens de vorige les heeft elke klas afspraken met elkaar gemaakt. Dit is een samenvatting van alle afspraken.
Wat gaan wij deze les doen?
  • Leren wat status is. 
  • Personages spelen met een duidelijk statusverschil.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is status?

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is status?
Positie ten opzichte van de ander, uitgedrukt in handeling, houding en tekst.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions




Spelen van een lage status:

-
-
-
-

Wat is status? Positie ten opzichte van de ander, uitgedrukt in handeling, houding en tekst.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions




Spelen van een lage status:

- Jezelf klein maken
- weinig ruimte in nemen
- Onzekere manier van praten
- De ander niet aan durven kijken
- Niet stevig op twee benen staan

Wat is status? Positie ten opzichte van de ander, uitgedrukt in handeling, houding en tekst.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions




Spelen van een lage status:

- Jezelf klein maken
- Weinig ruimte in nemen
- Onzekere manier van praten
- De ander niet aan durven kijken
- Niet stevig op twee benen staan




Spelen van een hoge status:



Wat is status? Positie ten opzichte van de ander, uitgedrukt in handeling, houding en tekst.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions




Spelen van een lage status:

- Jezelf klein maken
- Weinig ruimte in nemen
- Onzekere manier van praten
- De ander niet aan durven kijken
- Niet stevig op twee benen staan




Spelen van een hoge status:

- Veel ruimte innemen
- Grote gebaren maken
- Duidelijke, rustige manier van praten
- Lang oogcontact

Wat is status? Positie ten opzichte van de ander, uitgedrukt in handeling, houding en tekst.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Warming-Up: Statusverschil in tableaus
  1. Jullie krijgen personages met een status.
  2. Neem 1 houding aan voor je personage.
  3. Maak jullie statusverschil duidelijk in mimiek en fysiek.
  4. Terug in de basishouding.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Speloefening: 
Korte scènes met statusverschil

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Speloefening: 
Korte scènes met statusverschil
  • Spreek af wie de hoge status en lage status heeft.

  • Spreek af op welk moment de status omslaat!

timer
5:00

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sociale status

De positie in de maatschappij. 

 Baas - Medewerker 
Minister - Burger 
Leerkracht - Leerling 
Koning - Bediende

Werkelijke status
  

kan tegenovergesteld zijn

 Baas - Medewerker
Minister - Burger
Leerkracht - Leerling
Koning - Bediende

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Spelopdracht: Wie van de drie

Spelopdracht: Spelen met 3 tableaus

  • Kies 1 onderwerp.
  • Bedenk hier een kort verhaal bij en zet dit in 3 tableaus. Denk aan je mimiek en fysiek.
  • Tableau 1: Begin -> speel door
  • Tableau 2: Probleem -> speel door
  • Tableau 3: Einde. Freeze.


Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spelopdracht: Wie van de drie

Groepjes:


Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spelopdracht: Wie van de drie
  • Elke groep krijgt een situatie met 3 personages:

  • Iemand die het beter weet en alles moet volgens hun manier. De leider.

  • Iemand die het nergens mee eens is, maar uiteindelijk naar de leider luistert. De dwarsligger.

  • Iemand die altijd ergens last van heeft en andere voor zich laat beslissen. De zielepoot.





Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spelopdracht: Wie van de drie
Elke groep krijgt een situatie met 3 personages:

Iemand die het beter weet en alles moet volgens hun manier. De leider.

Iemand die het nergens mee eens is, maar uiteindelijk naar de leider luistert. De dwarsligger.

Iemand die altijd ergens last van heeft en andere voor zich laat beslissen. De zielepoot.



  • Lees de situatie goed door.
  • Bespreek welke personages een hoge of lage status hebben.
  • Spreek af wie welk personage speelt.
  • Bereid een korte scène voor van max 3 minuten.

  • Waar let ik op?:
    Maak statusverschil duidelijk in handeling, houding en tekst.


Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spelopdracht: Wie van de drie
Elke groep krijgt een situatie met 3 personages:

Iemand die het beter weet en alles moet volgens hun manier. De leider.

Iemand die het nergens mee eens is, maar uiteindelijk naar de leider luistert. De dwarsligger.

Iemand die altijd ergens last van heeft en andere voor zich laat beslissen. De zielepoot.









  • Wie was welk personage?
  • Waar zag of hoorde je dat het duidelijkst aan?
  • Wat was de situatie?


Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

OPWARMER | NAMENBAL

Afronding      
Hoe kan je status laten zien in spel? 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

OPWARMER | NAMENBAL

Afronding      
Hoe kan je status laten zien in spel? 
Statusverschil in hoge/lage status duidelijk maken in handeling, houding en tekst. 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions