13-01-25 - H1A: §5 WW- gez

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Nederlands

H1A

13- 01- 2025

§5 - Werkwoordelijk gezegde (wg)

Presentaties

Eerst... 

lekker 10 minuten lezen! 

Planning tot aan PPW 2

• 07-01: §1 PV & zinsdelen herhalen
• 07-01: §3 Onderwerp (ow)
• 10-01 of 13/01: §5 werkwoordelijk gezegde (wg)
• 14/01 of 17/01: §7 Lijdend voorwerp (lv)
• 20/01 of 21/01: §9 Meewerkend  voorwerp (mv)
• 21/01 of 24/01: §11 Bijwoordelijke bepaling (bwb)
• week 5: PWW 2: PW 

Vandaag

> §5: werkwoordelijk gezegde (wg) pag. boek: 212 

Presentaties Mick, Musa, Chloe

Lesdoel: 

> Aan het einde van de les kun je het wg in de zin vinden 

Presentaties Mick, Musa, Chloe

Wat weten jullie nog van de vorige les...? 

Opfrissen: §1 zinsdelen 

Benoem de juiste volgorde van zinnen ontleden.

(dus wat komt eerst: OW, PV, LV, gez. etc..)

Neem het zinnetje over en verdeel het zinnetje in zinsdelen. Onderstreep de PV en de OW.  

Agnes heeft haar tas in het lokaal laten liggen.

Neem het zinnetje over en verdeel het zinnetje in zinsdelen. Onderstreep de PV en de OW.  

Die jongen is al een uur aan het drummen.  

Neem het zinnetje over en verdeel het zinnetje in zinsdelen. Onderstreep de PV en de OW.  

Mijn kat zit in de kast te spelen. 

Neem het zinnetje over en verdeel het zinnetje in zinsdelen. Onderstreep de PV en de OW.  

Wij hebben gisteren nieuwe tegels voor de badkamer uitgezocht.    

Huiswerk bespreken

HW was: 

> opdrachten 1 t/m 3 op bladzijde 208-209

> opdrachten 4,5 en 6 zinsdelen blz. 204 

wg: blz. 212

• Doe het boek open op de juiste pag. 
• Maak aantekeningen 

 Werkwoordelijk gezegde

• Het werkwoordelijk gezegde is een zinsdeel.
  
• Het werkwoordelijk gezegde = alle werkwoorden in de zin.
  
• De persoonsvorm is onderdeel van het werkwoordelijk gezegde.
  
• Het werkwoordelijk gezegde zegt wat het onderwerp ‘doet’ of ‘overkomt’.

Let op: de woordjes te/ aan het voor een heel werkwoord horen ook bij het werkwoordelijk gezegde!

• Ik heb veel te doen.
  

--> werkwoordelijk gezegde: heb te doen

• --> is aan het luisteren. 

Werkwoordelijk gezegde (wg) 

boek pag. 212

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:

"Ik kan het werkwoordelijk gezegde van een zin benoemen."

1. ik
2. kan
3. kan benoemen
4. het werkwoordelijk gezegde van een zin

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin

"Ik hang de was op."

1. hang
2. was
3. hang op
4. op

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:

"Ik kan dit niet betalen."

1. kan
2. betalen
3. kan niet betalen
4. kan betalen

Neem het zinnetje over en verdeel het zinnetje in zinsdelen. Onderstreep de PV, het OW en het wg.  

Agnes heeft haar tas in het lokaal laten liggen.

Neem het zinnetje over en verdeel het zinnetje in zinsdelen. Onderstreep de PV, het OW en het wg.

Die jongen is al een uur aan het drummen.  

Neem het zinnetje over en verdeel het zinnetje in zinsdelen. Onderstreep de PV, het OW en het wg.

Mijn kat zit in de kast te spelen. 

Neem het zinnetje over en verdeel het zinnetje in zinsdelen. Onderstreep de PV, het OW en het wg.

Wij hebben gisteren nieuwe tegels voor de badkamer uitgezocht.    

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
'Ik ben aan het voetballen.'

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
"Ik kan het me niet voorstellen!"

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

"Ik heb het geleerd."

HW vrijdag 17-01: 

Maken: §5 ww- gez.: blz. 212: opdrachten 1,2,3 en 4.

Klaar? --> maak dan opdracht 5