H32 + H33 19 + 20 november

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 2

Vandaag

- alle werkwoordsvormen vervoegen

Lezen

Na deze les

- heb je alle regels over werkwoordspelling herhaald.

Planning tot aan de kerstvakantie

Werkwoordspelling: eerste test

Betoog schrijven : grote schrijftoets

Tweede boek lezen

Onvoltooid deelwoord

Liggend op een luchtbed, dobberde hij op het water.

Juichend stond hij aan de lijn.  

Spelling:

Infinitief + d

Je doet iets, terwijl je ook iets anders aan het doen bent/was

Engelse werkwoorden (paragraaf 5.10)

Basisregel:

Je volgt zoveel mogelijk de Nederlandse regels. Alleen let je er wel op of de uitspraak dan nog klopt.

Bijvoorbeeld:

racen: stam = rac (- en). Dan krijg je: hij ract. Dat klinkt niet, dus is het:

Ik race, de e komt dus bij de ik-vorm. Je gebruikt dus eigenlijk de Engelse ik-vorm.

Ik racete, ik heb geracet (racete, je hoort een t-klank, dus ik heb geracet). 

Voltooide deelwoorden bijvoeglijk gebruikt

voltooid:

de gelopen race

de vergane glorie ( Voltooid deelwoord is vergaan, maar schrijf het zo kort mogelijk op als je het bijvoeglijk gebruikt.)

d of t: schrijf het op zoals je het hoort.

De kapotte lamp. 

Het verbrande papier

Maken

 

Afmaken Engelse werkwoorden: 

3.1 A + B en G (extra oefening)

10.5 B en G.

Route:

Score van 80% bij 10.5 B? Dan sla je G over.