4 HAVO par 6.4 Ester

6.4 Esters
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

6.4 Esters

Slide 1 - Diapositive

Esters
  • Zorgt voor de geur- en smaakstoffen in fruit
  • Karakteristieke groep -> 
  • Kan gemaakt worden uit een carbonzuur en een alcohol

Slide 2 - Diapositive

Wat is de naam van dit molecuul?

Slide 3 - Question ouverte

Wat is de naam van dit molecuul?

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Wat heb je nodig voor het maken van een ester?
  • Carbonzuur
  • Alcohol
Dit noemen we ook wel een condensatiereactie, omdat er water wordt afgesplitst.

Slide 7 - Diapositive

Deze ester is
gemaakt uit ...
A
ethaanzuur en methanol
B
methaanzuur en ethanol
C
ethaanzuur en ethanol
D
methaanzuur en methanol

Slide 8 - Quiz

Wat is de naam van deze ester?
A
ester van methanol en ethaanzuur
B
ester van ethanol en butaanzuur
C
ester van butanol en ethaanzuur
D
ester van propaan-1-ol en ethaanzuur

Slide 9 - Quiz

Welke stof ontstaat naast een ester bij een verestering?
A
een alcohol
B
een carbonzuur
C
water
D
zwavelzuur

Slide 10 - Quiz

Deze ester is
gemaakt uit ...
A
ethaanzuur en methanol
B
methaanzuur en ethanol
C
ethaanzuur en ethanol
D
methaanzuur en methanol

Slide 11 - Quiz

sleep de juiste twee stoffen bij elkaar die de gegeven ester kunnen vormen
methaanzuur
butaanzuur
ethaanzuur
butaan-1-ol
ethanol
methanol

Slide 12 - Question de remorquage

De juiste structuurformule voor de ester van methaanzuur en 2-methylpropaan-1-ol is:
A
B
C
D

Slide 13 - Quiz

Hydrolysereactie
  • Dit is het omgekeerde van een condensatiereactie => hierbij wordt een ester afgebroken m.b.v. water.
  • De vorming van een ester kan dus ook in de tegengestelde richting verlopen => Omkeerbare reactie
  • Afhankelijk van de omstandigheden loopt de reactie of de ene of de andere kant op!

Slide 14 - Diapositive

Hydrolyse van een ester
In je lichaam vindt hydrolyse van smaakstoffen plaats m.b.v. enzymen.
Dit zijn biokatalysatoren die in je lichaam aanwezig zijn. 

Slide 15 - Diapositive

Oliën en vetten
  • Zijn esters van glycerol (propaan-1,2,3-triol) en een vetzuur
  • Olie is vloeibaar bij kamertemperatuur
  • Vet is vast bij kamertemperatuur
  • Tri-glyceriden: er zijn drie esterbindingen

Slide 16 - Diapositive

Vetzuren: een lange rij koolstofatomen met zuur aan het uiteinde.

Verzadigd: geen dubbel bindingen


Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Welke formule heeft oliezuur?
A
C17H33COOH
B
C15H33COOH
C
C17H35COOH
D
C17H31COOH

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Vetten
De vorming van een vet is dus een condensatiereactie! Er wordt (net als bij het vormen van een ester) water afgesplitst.

Slide 24 - Diapositive

Afbraak van een vet
De afbraak van een vet is dus een hydrolysereactie, waarbij met behulp van water het vet wordt afgebroken.
(Hydrolyse = afbraak d.m.v. water)

Slide 25 - Diapositive

Dit vet is gemaakt uit
glycerol en ...
A
linolzuur
B
palmitinezuur
C
stearinezuur
D
oliezuur

Slide 26 - Quiz

welke ester wordt gevormd uit de reactie tussen ethaanzuur en ethanol?
A
B
C
D

Slide 27 - Quiz

hoeveel vetzuren
zijn onverzadigd
in deze tri-ester?
A
1
B
2
C
3
D
0

Slide 28 - Quiz

Wat is de naam
van deze ester?
A
ester van methanol en ethaanzuur
B
ester van ethanol en butaanzuur
C
ester van butanol en ethaanzuur
D
ester van propaan-1-ol en ethaanzuur

Slide 29 - Quiz

Welke 2 karakteristieke groepen kunnen met elkaar reageren tot een ester-binding?
A
Een alcohol groep (-OH) en een zuurgroep (-COOH)
B
Een aminogroep (-NH2) en een zuurgroep (-COOH)
C
2 alcohol groepen (-OH)
D
Alle drie de mogelijkheden

Slide 30 - Quiz

Deze ester is
gemaakt uit ...
A
ethaanzuur en methanol
B
methaanzuur en ethanol
C
ethaanzuur en ethanol
D
methaanzuur en methanol

Slide 31 - Quiz

Welke stof komt voor de pijl bij de hydrolyse van een ester?
A
alcohol
B
carbonzuur
C
water
D
zwavelzuur

Slide 32 - Quiz

Verder werken
Maak opgave 45 t/m 59 van H6 uit het boek.

Slide 33 - Diapositive