BS 6 Afweer

Afweer
- Je kunt uitleggen hoe je witte bloedcellen met behulp van antistoffen bescherming bieden tegen infecties

- Je kunt het verschil uitleggen tussen actieve/passieve immunisatie

- Je kunt het verschil uitleggen tussen natuurlijke/kunstmatige immunisatie

- Je kunt uitleggen wat er in je lichaam gebeurt bij een allergische reactie
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Afweer
- Je kunt uitleggen hoe je witte bloedcellen met behulp van antistoffen bescherming bieden tegen infecties

- Je kunt het verschil uitleggen tussen actieve/passieve immunisatie

- Je kunt het verschil uitleggen tussen natuurlijke/kunstmatige immunisatie

- Je kunt uitleggen wat er in je lichaam gebeurt bij een allergische reactie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Algemene afweer
Je lichaam heeft verschillende manieren om zich te verdedigen tegen ziekteverwekkers

- Huid
- Maag
- Slijmvliezen
En natuurlijk onze witte bloedcellen!

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vreetcellen
Witte bloedcel die een ziekteverwekker opeet en dan beide doodgaan. 
Kan maar 1 keer iets opeten en onthoudt niks

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antistof cel
Witte bloedcel die eerst kijkt, dan gaat puzzelen en vervolgens antistoffen gaat maken die om ziekteverwekkers heen gaat zitten en hem zo onschadelijk maakt. Kan heel lang en veel antistoffen maken. Je onthoudt dit en bent immuun.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afweer
Specifieke afweer: 1 specifieke antistof voor 1 specifiek antigen

Natuurlijk immuun: Je hebt je witte bloedcellen antistoffen laten maken

Kunstmatig immuun: Je krijgt een prik en wordt dus medisch geholpen

Passief immuun: Je hoeft er niks voor te doen en krijgt antistoffen cadeau

Actief immuun: Je moet er hard voor werken om antistoffen te maken

Denk aan de kwartet in de les voor voorbeelden!

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vaccinatie
Je witte bloedcellen kunnen actief worden door zelf een ziekteverwekker binnen te krijgen, maar je kan ook de witte bloedcellen actief maken door een vaccinatie.

Beide zijn actieve immunisatie, maar de ene is natuurlijk, de andere is kunstmatig.
Zo loop je geen gevaar en leert je lichaam toch welke antistof past en onthoudt dit voor wanneer je

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Allergie


Lichaam reageert heel heftig op onschadelijke stoffen.
Zet alle witte bloedcellen aan het werk terwijl het geen ziekteverwekkers zijn...
Jeuk/ hoesten / zwelling
Hooikoorts / huisstofmijt / pinda's

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat behoord tot algemene afweer?
A
Huid en slijmvliezen
B
Huid, slijmvliezen en de maag
C
Huid, slijmvliezen, maag en witte bloedcellen
D
Alleen witte bloedcellen

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de onderstaande functies wordt niet door witte bloedcellen uitgevoerd?
A
Afgeven van giftige stoffen die je ziek maken.
B
Insluiten van ziekteverwekkers.
C
Maken van antistoffen tegen lichaamsvreemde stoffen.
D
Onthouden hoe antistoffen gemaakt zijn.

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke manieren kunnen witte bloedcellen een virus onschadelijk maken?
A
Door het virus in te sluiten in de cel
B
Door het virus te vergiftigen
C
Door de antigenen te veranderen in progenen
D
Door de antigenen te bedekken met antistoffen

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kun je immuun worden?
A
Door een vaccinatie
B
Door te sporten
C
Door fruit te eten
D
Door al een keer eerder ziek te zijn geweest

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaat er niet goed bij het immuunsysteem bij een allergie
A
Schadelijke stoffen worden niet onschadelijk gemaakt
B
Je lichaam bestrijdt iets dat niet schadelijk is

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een witte bloedcel kan zowel vreetcel als antistof cel zijn.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je lichaam onthoudt waar je ziek van werd als een vreetcel aan het werk is
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vreetcellen
Antistof cellen
Kijkt eerst hoe een cel er uit ziet
Eet alles op, vorm en soort maakt niet uit
Bewaard de gegevens

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Immuun
Infectie
Je lichaam kan er niet meer ziek van worden
Je lichaam is besmet en moet gaan verdedigen

Slide 19 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Vreetcellen
Antistof cellen
Kijkt eerst hoe een cel er uit ziet
Eet alles op, vorm en soort maakt niet uit
Bewaard de gegevens

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Immuun
Infectie
Je lichaam kan er niet meer ziek van worden
Je lichaam is besmet en moet gaan verdedigen

Slide 21 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Ziekteverwekker dringt het lichaam binnen
Witte bloedcellen produceren antistof
De antistof hecht zich aan de antigenen
De ziekteverwekker is met antistof bedekt en onschadelijk gemaakt

Slide 22 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Allergie
Immuun
Antistoffen
Infectie
Ziekteverwekker
Virus, bacterie of schimmel
beschermd tegen infectieziekten
Ziekteverwekkers die binnen het lichaam zijn en gaan vermenigvuldigen
Overgevoeligheid voor bepaalde stoffen
maakt ziekteverwekker onschadelijk

Slide 23 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Myxomatose is een virusziekte die bij konijnen voorkomt. Het virus wordt overgedragen door bloedzuigende insecten zoals muggen. Een besmet konijn raakt door de ziekte zo verzwakt dat er ook ontstekingen optreden die door bacteriën worden veroorzaakt, zoals ontstekingen van ogen en longen.
Konijnen kunnen tegen myxomatose worden ingeënt met een vaccin. Dit vaccin bevat verzwakte ziekteverwekkers. Inenting daarmee is een vorm van immunisatie en levert na één week al een goede immuniteit op.
Hoe wordt deze vorm van immunisatie genoemd?
A
kunstmatige, actieve immunisatie
B
kunstmatige, passieve immunisatie
C
natuurlijke, actieve immunisatie
D
natuurlijke, passieve immunisatie

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je wordt ziek door een rotavirus. Daarna wordt je beter. Dit is:
A
natuurlijke actieve immunisatie
B
natuurlijke passieve immunisatie
C
kunstmatige actieve immunisatie
D
kunstmatige passieve immunisatie

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij bescherming door een vaccinatie is er GEEN sprake van bescherming door...
A
Specifieke afweer
B
Natuurlijke immuniteit
C
Kunstmatige immuniteit
D
Actieve immunisatie

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is passieve immunisatie
A
Je lichaam maakt zelf antigenen tegen de ziekte
B
Je lichaam maakt zelf antistoffen tegen de ziekte.
C
Je lichaam leert zelf antistoffen te maken na contact met een antigen
D
Je krijgt een serum ingespoten

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vaccinatie is een vorm van:
A
natuurlijke actieve immunisatie
B
natuurlijke passieve immunisatie
C
kunstmatige actieve immunisatie
D
kunstmatige passieve immunisatie

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Inenten is een voorbeeld van natuurlijke passieve immunisatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Anti-serum tegen slangengif bevat antistoffen. Dit is een vorm van:
A
natuurlijke actieve immunisatie
B
natuurlijke passieve immunisatie
C
kunstmatige actieve immunisatie
D
kunstmatige passieve immunisatie

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Worden bij het tot stand komen van actieve immunisatie geheugencellen gevormd? En bij passieve immunisatie?
A
Geen van beide
B
Alleen bij actieve immunisatie
C
Alleen bij passieve immunisatie
D
Bij passieve en actieve immunisatie

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ebola is een levensgevaarlijke virusziekte. In 2014 was er een grote uitbraak van ebola, waarbij binnen enkele maanden duizenden mensen besmet raakten. Omdat er geen medicijnen tegen ebola waren, werd geadviseerd om bloed af te nemen van mensen die genezen waren van de ziekte. Antistoffen uit dit bloed zouden dan andere patiënten kunnen helpen om de besmetting met het ebola virus te overleven.

Is het toedienen van antistoffen uit bloed van genezen mensen een vorm van immunisatie? Zo ja, is het dan actieve of passieve immunisatie?
A
Nee, het is geen immunisatie
B
Ja, het is actieve immunisatie
C
Ja, het is passieve immunisatie

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Van welk(e) type(n) bescherming is sprake bij bescherming door vaccinatie?
A
Specifieke afweer
B
Kunstmatige immuniteit
C
Actieve immunisatie
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Van welk(e) type(n) bescherming is sprake bij bescherming door maagzuur?
A
Algemene afweer
B
Specifieke afweer
C
Natuurlijke immuniteit
D
Actieve immunisatie

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een ongeboren baby wordt beschermd door antistoffen van de moeder. Dit heet actieve immunisatie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quiz

Dit heet passieve immunisatie , de baby krijgt antistoffen en maakt ze niet zelf aan.
Van welk(e) type(n) bescherming is sprake bij bescherming door een injectie met serum?
A
Algemene afweer en passieve immunisatie
B
Algemene afweer, kunstmatige immuniteit en actieve immunisatie
C
Specifieke afweer, kunstmatige immuniteit en actieve immunisatie
D
Specifieke afweer, kunstmatige immuniteit en passieve immunisatie

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Windpokken krijgen en er vervolgens beschermd tegen zijn is een vorm van
A
Natuurlijke passieve immunisatie
B
Kunstmatige passieve immunisatie
C
Geen enkel antwoord klopt
D
Actieve immunisatie

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen actieve en passieve immunisatie?
A
Actief= direct antistoffen binnen krijgen.
B
Passief= direct antistoffen binnen krijgen.
C
Actief= verzwakte of dode ziekteverwekkers inspuiten
D
Passief= verzwakte of dode ziekteverwekkers inspuiten.

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het voordeel van actieve immunisatie ten opzichte van passieve immunisatie?
A
Bij actieve immunisatie ontstaan geheugencellen
B
Bij passieve immunisatie ontstaan geheugencellen
C
Bij actieve immunisatie heb je minder bijwerkingen.
D
Bij actieve immunisatie hoeft het lichaam niet zelf antistoffen te maken.

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij passieve immunisatie wordt iemand ingeënt met een verzwakte ziekteverwekker
A
Waar
B
Niet waar

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dina heeft CVID. Door deze ziekte maakt haar lichaam onvoldoende antistoffen.
Voordat de ziekte bij haar werd ontdekt, liep ze vaak infecties op. Regelmatig moest ze antibiotica gebruiken om deze infectieziekten te bestrijden.
Inentingen leveren bij Dina geen goede immuniteit op. Daarom krijgt ze eenmaal per maand antistoffen uit donorbloed toegediend.

Is het toedienen van antistoffen aan Dina actieve immunisatie of is het passieve immunisatie?
A
actieve
B
passieve

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Myxomatose is een virusziekte die bij konijnen voorkomt. De ziekte is voor konijnen vaak dodelijk. Konijnen kunnen tegen myxomatose worden ingeënt met een vaccin. Dit vaccin bevat verzwakte ziekteverwekkers. Inenting daarmee is een vorm van immunisatie en levert na één week al goede immuniteit op.
Hoe wordt deze vorm van immunisatie genoemd?

A
kunstmatige, actieve immunisatie
B
kunstmatige, passieve immunisatie
C
natuurlijke, actieve immunisatie
D
natuurlijke, passieve immunisatie

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Gaat het bij een injectie met antistoffen om actieve of passieve immunisatie?
A
Actieve
B
Passieve

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is het binnenkrijgen van antistoffen via moedermelk een voorbeeld van actieve of passieve immunisatie en natuurlijke of kunstmatige immuniteit?

A
Passief en Kunstmatig
B
Passief en Natuurlijk
C
Actief en Kunstmatig
D
Actief en Natuurlijk

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij kinderen die worden ingeënt met de dktp-prik (difterie, kinkhoest, pokken en tetanus) en de BMR-prik(Bof, rode hond en mazelen)worden verzwakte ziekteverwekkers ingespoten. Is hierbij sprake van natuurlijke immuniteit , actieve immunisatie of van passieve immunisatie?
A
Van natuurlijke immuniteit.
B
Van actieve immunisatie.
C
Van passieve immunisatie

Slide 45 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions