hoofdstuk 2 oplossen met inklemmen deel 2

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 2

Oplossen met inklemmen deel 2

Startklaar

Op je tafel liggen je wiskunde materialen.

- boek

- potlood

- rekenmachine

- jas uit en over de stoel

- telefoon op stil in je Zakkie en in je tas

Inleiding

Vandaag gaan we verder met het onderdeel oplossen met inklemmen

Eerst gaan we herhalen wat we de vorige keer hebben geleerd. Daarna volgt er een stukje theorie. Dan de instructie en daarna gaan jullie zelf aan het werk.

Klassenregels

- Je hebt altijd je wiskunde materialen bij je.

- Je bent op tijd in de les.

- We luisteren naar elkaar en laten elkaar uitpraten.

- Je telefoon is in je tas en staat op stil.

- Je mag fouten maken

- We zijn respectvol naar elkaar

- Je jas hangt over de stoel en je tas staat op de grond.

huiswerk controle

Doe je boek open op bladzijde 80

Leerdoelen

Aan het einde van de les kan/weet ik .......

- oplossen met inklemmen

Leerdoelgericht werken: 

Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan

de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en

worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 

apps.noordhoff.nl

Theorie

Doe je boek open op bladzijde 81. We lezen met elkaar de theorie die hoort bij het onderdeel oplossen met inklemmen.

Instructie

Neem bladzijde 82 voor je uit je boek.

Ik doe som  22 hardop voor. Daarna doen we samen som 23 en 24. Dan ga je zelfstandig som 25 t/m 30

Dat is ook gelijk het huiswerk.

Begin met het getal 30 in te toetsen

Aan de slag

Maak nu de som 24 en 25.

Dit is tevens het huiswerk

Als je klaar bent, ga je verder met Smartrekenen.

Afsluiting

Maak de som op de volgende slide op je blaadje.

Schrijf op wat je doet.

vb je typt in 35.

Dan schrijf je op:

35 - antwoord te weinig/teveel/klopt