§3.6 Landschapszones

§3.4 Landschapzones
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

§3.4 Landschapzones

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Natuurlijke landschapszones
= gebied met dezelfde natuurlijke kenmerken

  • Grenzen vooral bepaald door
    klimaat en natuurlijke plantengroei
  • Met een lijn aangegeven, maar in werkelijkheid gaan de landschapszones geleidelijk in elkaar over


Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken klimaat & vegetatie
Tropische zone
Subtropische zone
Gematigde zone
Boreale zone
Polaire zone
Aride zone

Slide 4 - Diapositive

Benadruk de aride zone:
- ook koude woestenen
- ook door hogedrukgebieden bij de keerkringen droogte

De landschapszones
De route die we maken is van evenaar tot polen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tropische zone


1. tropisch regenwoud
  • Hele hoge luchtvochtigheid. Planten groeien hele jaar door.
  • Vinden we tussen 10 NB en 10 ZB
  • Etages in het regenwoud
  • Slechte vruchtbaarheid, omdat:  Schimmels en bacteriën breken organisch materiaal snel af
Humus?
Laag waar planten hun voedingsstoffen vandaan halen
Bodemleven: schimmels, bacterien, wormen.
Plek waar bodemleven wordt gevoed

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rode kleur
Komt door snelle uitspoeling
Regenwater neemt kalk mee bij uitspoeling, daardoor blijven
mineralen als Fe, Al en Mn over

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Savanne
  • Vanaf 10 graden NB/ZB naar hogere breedte noemen we het savanne
  • Grasland met bomen en struiken
  • Droge tijd (ong 3 maanden), hoe zou dat komen?

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aride zone
Neerslag bepaalt hier of er begroeiing is

Twee landschappen: Steppe en woestijn
> Wat is het verschil tussen woestijn en steppe?
> Hoe ontstaat dit verschil? 

Landbouw: nomaden en irrigatie
Misconcepties?  temperatuur en gesteenten

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Misconcepten woestijn
  • Niet uit zand, maar ook uit rotsen en grind
  • Niet alleen subtropen, maar ook koude woestijnen (Gobi). Dit komt door regenschaduw

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Subtropische zone
  • Gordel tussen de tropen en de gematigde breedte (tussen de 20 en 30˚ N.B. en Z.B.)
  • Iets koeler dan tropen
  • Hele jaar vochtig of droge winter/zomer ook mogelijk 


Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Vegetatie past zich aan de omstandigheden
  • Groeien en bloeien in het voorjaar
  • In de zomer vaak verdord

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gematigde zone
  • Gebied tussen de subtropische en de boreale zone (tussen de 30 en de 55˚ N.B. en Z.B.).
  • Zeer variërend klimaat
  • Bodems vruchtbaar
  • Veelal loofbossen
  • Op de hogere breedte langzame overgang naar naaldbomen
Loofbossen
Verliezen in de herfst hun bladeren

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Grassteppe

  • oorsprong: golvende vlaktes met lang, wuivend gras
  • hoge vruchtbaarheid, omgezet naar landbouwgebied voor tarwe

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Boreale zone
  • Overgangsgebied tussen de gematigde en de polaire zone op de continenten
  • Alleen op het NH!
  • lange, koude winters en korte zomers
  • naaldbossen
  • bodems niet vruchtbaar

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Taiga
Te koud voor loofbomen, dus naaldbomen --> taiga


Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Polaire zone
  • Gebied tussen poolcirkel en polen
  • Landschappen: toendra + landijs

    Toendra:
  • Zomers komt de temperatuur iets boven vriespunt
  • Mossen

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tekst
Tekst
Plaats in elke foto een groen vakje van de juiste plantengroei
9. steppe
5. regenwoud
8. savanne
2. mediterraan
1. woestijn
4. loofwoud
6.naaldwoud, taiga
3. ijs
7.  toendra

Slide 28 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Koppel de klimaatgrafiek aan de juiste landschapszone. 


Boreaal
= bij landklimaat
Tropisch
= rond evenaar
Subtropisch
= bij 30 gr. breedte
Polair
= bij polen
Aride
= droogte

Slide 29 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Maak van §3.6 opdrachten 1 t/m 6

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions