200.000 jaar geleden was de voorlaatste ijstijd in Nederland.
Noord-Nederland was daardoor bedekt met landijs: een dikke laag ijs
op een groot landoppervlak.
Het land was bedekt met ijs tot de HUN-lijn (Haarlem - Utrecht - Nijmegen).
Al het neergelegde sediment van de rivieren werd door het landijs
aan de kant geduwd: erosie.
Na het smelten van het landijs is de opzij geschoven grond als
heuvels in het landschap blijven liggen: stuwwallen.
Met het landijs werden grote keien vanuit Scandinavië naar Nederland vervoerd.
Toen het landijs ging smelten bleven de keien achter: zwerfstenen.
De grote stenen vormden samen met de zand- en grindlaag de ondergrond van keileem.