Lijdend voorwerp

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Welke zinsdelen
ken je?

zinsdelen

woordsoorten

onderwerp

lijdend voorwerp

persoonsvorm

werkwoordelijk gezegde

zelfstandig naamwoord

bijvoeglijk naamwoord

werkwoord

lidwoord

Kinderen waarschuwden snel hun ouders.

________________

1. persoonsvorm
2. geen persoonsvorm

De politie heeft een buurtonderzoek ingesteld.

__________

1. persoonsvorm
2. geen persoonsvorm

De politie heeft een buurtonderzoek ingesteld.

______

1. persoonsvorm
2. geen persoonsvorm

Waarom heb jij je huiswerk niet gemaakt?

______

1. persoonsvorm
2. geen persoonsvorm

Gaan we vanmiddag zwemmen?

_____

1. persoonsvorm
2. geen persoonsvorm

Werkwoordelijk gezegd (wg)

Alle werkwoorden in de zin.

Zinsdelen 

Dat mooie uitzicht heb ik goed kunnen fotograferen. 

pv: vraagproef/tijdproef (altijd een ww)

     > heb

wg: alle werkwoorden in de zin> heb kunnen fotograferen

ow: wie / wat + gez?

     > wie / wat heeft kunnen fotograferen?   > ik

Wat zijn de werkwoorden?
Hij heeft de hele avond tv gekeken.

Wat zijn de werkwoorden?
Zij heeft zich opgegeven voor de wedstrijd.

Onderwerp

Wie/wat + gez?

Wat is het onderwerp?
Waarom heb jij je huiswerk niet gemaakt?

Wat is het onderwerp?
De politie heeft een buurtonderzoek ingesteld.

Wat is het onderwerp?
Heeft Janneke haar werk goed gedaan?

Wat is het onderwerp?
Bij verzorging zullen wij gaan koken.

Wat is het onderwerp?
Mijn moeder heeft mijn brood gesmeerd.

Wat is het onderwerp?
Ga jij vaak naar de bioscoop?

Lijdend voorwerp (lv)

Wie / wat + wg + ow? 

Dat mooie uitzicht heb ik goed kunnen fotograferen. 

pv:  heb 

ow: ik 

wg: heb kunnen fotograferen

lv: wie/wat + wg + ow? 

Wie/wat heb ik kunnen fotograferen?>dat mooie uitzicht 

Mijn grote broer heeft een pakketje besteld.

pv = heeft

wg = heeft besteld

ow = mijn grote broer

lv = wie/wat + wg + ow?

Wie/wat heeft mijn grote broer besteld?

--> een pakketje

Mijn grote broer 

heeft

een pakketje

besteld.

pv

wg

wg

ow

Wat is het lijdend voorwerp?
-----------------
Mag ik jouw rekenmachine lenen?

1. Mag lenen
2. ik
3. jouw rekenmachine
4. geen lijdend voorwerp

Wat is het lijdend voorwerp?
-----------------
Thomas heeft Marieke bloemen gegeven.

1. Er is geen lijdend voorwerp
2. Thomas
3. Marieke
4. bloemen

Jorrit

wil

morgen

een appeltaart

bakken.

persoonsvorm

werkwoordelijk gezegde

onderwerp

lijdend voorwerp

Heb

jij

de afwas

in de keuken

gezet?

persoonsvorm

werkwoordelijk gezegde

onderwerp

lijdend voorwerp

Aan de slag!

3.7: Maak de opdrachten online vanaf waar je gebleven bent. 

Klaar? Maak de 'Test jezelf' van 3.7.

pv

ow

wg

wg

lv

De waterstand

heeft

grote problemen

veroorzaakt.

pv

ow

wg

wg

lv

Wanneer

knap

je

die fiets

op?

pv

ow

wg

wg

lv

De post

brengt

ons

steeds vaker

reclame.

Aan de slag!

Maak "versterk jezelf" van 3.7