Zinnen 1 t/ 10 verleden tijd
Het weer ..... met de dag. (veranderen)
1 / 10
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Het weer ..... met de dag. (veranderen)
Slide 1 - Question ouverte
De leerlingen ....... de vloer in de kantine. (schrobben)
Slide 2 - Question ouverte
De studenten .... over een moeilijke examenopgave. (peinzen)
A
peinzden
B
peinsden
C
peinzten
D
peinsten
Slide 3 - Quiz
Mijn ouders ..... mij bijna nooit. (straffen)
A
straften
B
strafden
Slide 4 - Quiz
Op straat ..... hij mij vriendelijk goedendag. (knikken)
A
knikde
B
knikte
Slide 5 - Quiz
De zanger ...... zelf zijn liedjes. (componeren)
Slide 6 - Question ouverte
Toen ..... ik mijn vader alles eerlijk op. (opbiechten)
Slide 7 - Question ouverte
Vroeg in het voorjaar .... de boer al zijn land. (bemesten)
Slide 8 - Question ouverte
Wie ..... daarna de rekening?
A
Betaalde
B
betaalden
Slide 9 - Quiz
Het kleine kind .... op haar nieuwe truitje. (morsen)
A
morsde
B
morste
