Thema 8 Blok 3 (Les 2)

Klas 2 - Mens & Maatschappij
1. Uitleg
2. Zelfstandig werken

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Klas 2 - Mens & Maatschappij
1. Uitleg
2. Zelfstandig werken

Slide 1 - Diapositive

Wat kun je na blok 3?
  • uitleggen wat het verschil is tussen basisbehoeften en overige behoeften.
  • de ontwikkeling van nachtwakersstaat tot verzorgingsstaat beschrijven.
  • drie vormen van sociale zekerheid noemen.
  • uitleggen hoe de sociale zekerheid betaald wordt..
  • uitleggen wat het verschil is tussen directe belastingen en indirecte belastingen.
  • uitleggen waarom de overheid accijns heft.
  • berekeningen maken met btw.
  • uitleggen hoe het begrotingstekort de staatsschuld veroorzaakt.
  • uitleggen wat de ‘valkuil van de sociale zekerheid’ is.

Slide 2 - Diapositive

Wie betaalt dat allemaal?
De overheid ontvangt geld van de inwoners van Nederland. Zij betalen belasting en sociale premies.

  • Mensen die werken spreken met hun baas een brutoloon af.
  • Op je rekening ontvang je je nettoloon.
    Dat is je brutoloon - de loonheffing.
  • Loonheffing bestaat uit de loonbelasting en de premies voor de volksverzekeringen. 


Slide 3 - Diapositive

Op je loonstrookje staat hoeveel loonheffing je betaalt.

Slide 4 - Diapositive

De overheid beperkt en stimuleert
  • Accijns = extra belasting op ongezonde en milieuvervuilende producten. 
  • Op alle producten die worden verkocht, zit belasting op de toegevoegde waarde (btw). 

  • Subsidie = een bedrag dat je krijgt als beloning voor goed gedrag. 

Voor sigaretten betaal je veel accijns

Slide 5 - Diapositive

De overheid beperkt en stimuleert
Directe belasting = belasting die je rechtstreeks aan de overheid betaalt: loon- en inkomstenbelasting.

Indirecte belasting = belasting die je via een omweg betaalt, zoals btw of accijns. Dat betaal je aan de winkelier, die het afdraagt aan de overheid.

Slide 6 - Diapositive

Indirecte belasting 

Slide 7 - Diapositive

0

Slide 8 - Vidéo

Plannen van de regering
Op Prinsjesdag leest de koning de Troonrede voor. Daarin staan de plannen van de regering voor het volgend jaar.

  • Rijksbegroting: overzicht van alle verwachte inkomsten en uitgaven van de overheid voor het volgend jaar. 
  • Als de overheid van plan is meer uit te geven dan ze denkt te ontvangen, is er een begrotingstekort
  • Als de overheid geld leent, ontstaat er een staatsschuld

Slide 9 - Diapositive

Miljoenennota 2020

Slide 10 - Diapositive

Nadelen van sociale zekerheid

Hoge belasting en sociale premies stimuleert mensen niet om betaald werk te zoeken. 

Sommigen mensen gaan zwart werken: stiekem werken zonder belasting en premies te betalen.

Valkuil van de sociale zekerheid

Slide 11 - Diapositive

0

Slide 12 - Vidéo

Wat zijn accijns?
A
Krijg je geld van de overheid als je iets wilt schoons wilt kopen
B
Een belasting over schadelijke producten
C
Dat gaat van je brutoloon af

Slide 13 - Quiz

Wat de overheid binnen krijgt en uitgeeft, noem je een ...
A
Begrotingstekort
B
Rijksbegroting
C
Budget
D
BTW

Slide 14 - Quiz

 Mens & Maatschappij

  1. Uitleg (Rekenen en btw)
  2. Oefenen met btw
  3. Aan de slag!

Slide 15 - Diapositive

BTW
Belasting over de toegevoegde waarde.

Slide 16 - Diapositive

Winkelprijs

De winkelprijs is de prijs die de consument in de winkel betaalt voor een product of dienst. Dit wordt ook wel de consumentenprijs genoemd. Het is de prijs die je aan de winkelier betaalt, inclusief btw.


consumentenprijs = verkoopprijs + btw

Slide 17 - Diapositive

Rekenen met btw
De verkoopprijs van een product is € 125.
De btw is 21%.

De consumentenprijs (wat betaal je in de winkel):
€ 125 : 100 x 121 = € 151,25

€ 125 : 100 x 21 = € 26,25
€ 125 + € 26,25 = € 151,25

Slide 18 - Diapositive

Wat zijn accijns?
A
Krijg je geld van de overheid als je iets wilt schoons wilt kopen
B
Een belasting over schadelijke producten
C
Dat gaat van je brutoloon af

Slide 19 - Quiz

Wat de overheid binnen krijgt en uitgeeft, noem je een ...
A
Begrotingstekort
B
Rijksbegroting
C
Budget
D
BTW

Slide 20 - Quiz

Je wilt een Diesel spijkerbroek kopen. Hij kost zonder btw €130,-. Daar komt nog 21% btw overheen
Hoeveel betaal je nu voor de spijkerbroek?

Slide 21 - Question ouverte

In de scooterwinkel staat een nieuwe scooter voor €1300,- te koop. Hier overheen komt nog 21% BTW.
Wat kost de scooter met BTW?

Slide 22 - Question ouverte

Even kijken wat jullie nog weten!

Slide 23 - Diapositive

Voor een bijbaantje verdien je €231,- per maand. Hier betaal je €45,54 aan belastingen en verzekeringen.
Wat je dan je nettoloon?

Slide 24 - Question ouverte

Een land met een overheid die veel geld uitgeeft aan onderwijs, gezondheidszorg en uitkeringen is:
A
Een luilekkerland
B
Een verzorgingsstaat
C
Een verzorgend land
D
Een bijstandsland

Slide 25 - Quiz

Sociale voorzieningen worden betaald met ....
A
Belastinggeld
B
Premies
C
Uitkeringen
D
BTW

Slide 26 - Quiz

Voorbeelden van basisbehoeften zijn …
A
voeding, onderdak, gezondheidszorg, verzekering
B
vervoer, onderwijs, voeding, kleding
C
onderdak, voeding, kleding, gezondheidszorg
D
gezondheidszorg, kleding, ontspanning, onderdak

Slide 27 - Quiz

Wat is geen taak van de overheid?
A
zorgen voor aanleg van wegen
B
zorgen voor onderwijs
C
zorgen voor uitkeringen
D
zorgen voor bedrijfswinst

Slide 28 - Quiz