Nectar H4.1 - Gedrag en gedragsonderzoek

Leerdoelen 4.1
Je kunt: 
  • de definitie van gedrag benoemen.
  • in je eigen woorden uitleggen hoe gedrag ontstaat. 
  • voorbeelden geven van een uitwendige prikkel. 
  • voorbeelden geven van een inwendige prikkel. 
  • uitleggen hoe in de biologie gedrag onderzocht wordt. 
  • uitleggen wat de woorden ethogram en protocol betekenen
  • Uitleggen waarom het belangrijk is om gedrag te onderzoeken. 
  • Je weet wat een sleutelprikkel is. (HAVO)
Je kunt uitleggen tot welk gedrag een sleutelprikkel leidt (HAVO) 





1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Leerdoelen 4.1
Je kunt: 
  • de definitie van gedrag benoemen.
  • in je eigen woorden uitleggen hoe gedrag ontstaat. 
  • voorbeelden geven van een uitwendige prikkel. 
  • voorbeelden geven van een inwendige prikkel. 
  • uitleggen hoe in de biologie gedrag onderzocht wordt. 
  • uitleggen wat de woorden ethogram en protocol betekenen
  • Uitleggen waarom het belangrijk is om gedrag te onderzoeken. 
  • Je weet wat een sleutelprikkel is. (HAVO)
Je kunt uitleggen tot welk gedrag een sleutelprikkel leidt (HAVO) 





Slide 1 - Diapositive


4.1 Prikkels en gedrag
  • Je kunt de definitie van gedrag benoemen. 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

DEFINITIE
Gedrag is alles wat een mens of dier doet


Ook slapen of niks doen is gedrag!!!
Welk gedrag laat de haas zien?

Slide 4 - Diapositive

4.1 Prikkels en gedrag
  • Je kunt de definitie van gedrag benoemen. 
  • Je kunt uitleggen hoe gedrag ontstaat.

Slide 5 - Diapositive

Hoe ontstaat gedrag?
Gedrag ontstaat doordat mensen en dieren
reageren op inwendige en uitwendige
prikkels.

Alle reacties op prikkels vormen
het gedrag.

Prikkel > verandering in de omgeving.

Slide 6 - Diapositive

4.1 Prikkels en gedrag
  • Je kunt de definitie van gedrag benoemen. 
  • Je kunt uitleggen hoe gedrag ontstaat.
  • voorbeelden geven van een uitwendige prikkel.
  • voorbeelden geven van een inwendige prikkel. 

Slide 7 - Diapositive

4.1 Prikkels en gedrag
Uitwendige prikkel
Een prikkel van buiten het lichaam


Slide 8 - Diapositive

uitwendige prikkel

Slide 9 - Carte mentale

4.1 Prikkels en gedrag
Inwendige prikkel
Een prikkel vanuit de mens/het dier zelf


Slide 10 - Diapositive

inwendige prikkel

Slide 11 - Carte mentale

4.1 Prikkels en gedrag
Gedrag ontstaat doordat mensen en dieren reageren op inwendige en uitwendige prikkels. 



Alle reacties op prikkels samen vormen gedrag. 

Slide 12 - Diapositive

Volgt er op dezelfde prikkel altijd hetzelfde gedrag?
Leg uit.

Slide 13 - Question ouverte

Leerdoelen 4.1
Je kunt: 
  • de definitie van gedrag benoemen.
  • in je eigen woorden uitleggen hoe gedrag ontstaat. 
  • voorbeelden geven van een uitwendige prikkel. 
  • voorbeelden geven van een inwendige prikkel. 
  • uitleggen hoe in de biologie gedrag onderzocht wordt. 
  • uitleggen wat de woorden ethogram en protocol betekenen
  • Uitleggen waarom het belangrijk is om gedrag te onderzoeken. 

Je kunt uitleggen tot welk gedrag een sleutelprikkel leidt (HAVO) 





Slide 14 - Diapositive

Leerdoelen 4.1
Je kunt:
  • de definitie van gedrag benoemen.
  • in je eigen woorden uitleggen hoe gedrag ontstaat.
  • voorbeelden geven van een uitwendige prikkel.
  • voorbeelden geven van een inwendige prikkel.
  • uitleggen hoe in de biologie gedrag onderzocht wordt.
  • uitleggen wat de woorden ethogram en protocol betekenen
  • Uitleggen waarom het belangrijk is om gedrag te onderzoeken.


Je kunt uitleggen tot welk gedrag een sleutelprikkel leidt (HAVO)




Slide 15 - Diapositive

Waarom gedrag bestuderen?
Om iets te weten te komen over het gedrag van mensen/dieren. 

Slide 16 - Diapositive

Waarom is dat belangrijk?

Slide 17 - Diapositive

Leerdoelen 4.1
  • Je kunt in je eigen woorden uitleggen hoe in de biologie gedrag onderzocht wordt.

  • Je kent de woorden ethogram en protocol en kunt uitleggen wat het betekent. 

Slide 18 - Diapositive

Gedragsonderzoek:
Het ethogram
Gedrag bestaat uit een reeks handelingen.

Bijvoorbeeld: 
Een giraf loopt naar het water, zet zijn voorpoten schuin, buigt zijn nek naar het water en drinkt het water.

Deze handelingen kun je beschrijven. 
GEEN MENING!!!
De lijst met beschrijvingen heet een ethogram

Slide 19 - Diapositive

Gedragsonderzoek:
Het protocol
Je bekijkt hoe vaak een dier een bepaalde handelingen uitvoert. 
Dit doe je door te turven


Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Werkt een prikkel altijd?
  • Er zijn prikkels die altijd tot gedrag leiden, ze roepen ook steeds het zelfde gedrag op. Deze prikkels noemen wij sleutelprikkels.

Slide 22 - Diapositive

Sleutelprikkel
Wat is  een sleutelprikkel?

Slide 23 - Diapositive

Sleutelprikkels
Baby's en puppy's (schattig) = sleutelprikkel

Schattige signalen verhogen de motivatie van de ouder tot verzorggedrag 


  


Slide 24 - Diapositive

Sleutelprikkel
Sleutelprikkel: prikkel die altijd hetzelfde gedrag tot gevolg heeft

De respons op  een sleutelprikkel is aangeboren


Slide 25 - Diapositive