week 2 les 1

Typ het woord dat je hoort
1 / 16
suivant
Slide 1: Question ouverte
SpellingBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Typ het woord dat je hoort

Slide 1 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 2 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 3 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 4 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 5 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 6 - Question ouverte

Jasper en Larissa genieten
v.t. Jasper en Larissa.....

Slide 7 - Question ouverte

mijn oom koopt
v.t. mijn oom..........

Slide 8 - Question ouverte

de kinderen verblijven
v.t. de kinderen............

Slide 9 - Question ouverte

werp jij?
v.t..........jij?

Slide 10 - Question ouverte

Wij --------------(bestellen, tt) een hamburger.

Slide 11 - Question ouverte

Ik ----------(verrassen, tt) iedereen met een bezoekje.

Slide 12 - Question ouverte

Jullie ---------(verrassen, vt) mij erg met jullie komst.

Slide 13 - Question ouverte

Maaike en Tessa--------------(blazen, vt) samen de kaarsjes uit op hun verjaardagstaart.

Slide 14 - Question ouverte

ontmoeten [vd] Dana heeft de koning _____________.

Slide 15 - Question ouverte

rennen [vd] Zij hebben om het meertje _____________.

Slide 16 - Question ouverte