week 2 les 1

Typ het woord dat je hoort
1 / 16
suivant
Slide 1: Question ouverte
SpellingBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Typ het woord dat je hoort

Slide 1 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 2 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 3 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 4 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 5 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 6 - Question ouverte

Larissa en Jasper genieten
v.t. Larissa en Jasper.......

Slide 7 - Question ouverte

Mijn oom koopt
v.t. mijn oom.......

Slide 8 - Question ouverte

de kinderen verblijven
v.t. de kinderen.........

Slide 9 - Question ouverte

werp jij?
v.t...........jij?

Slide 10 - Question ouverte

De Russische dansers en danseressen ______________ (schitteren, tt) als nooit te voren in dat ballet.

Slide 11 - Question ouverte

Dirk ________________(krabbelen, tt) vlug een paar antwoorden neer om snel weer te kunnen gaan spelen.

Slide 12 - Question ouverte

Toen Napoleon verslagen was, __________ (denken, vt) niemand erover om zijn veranderingen weer af te schaffen.

Slide 13 - Question ouverte

In mei 1890 ___________ (verlaten, vt) van Gogh de inrichting en vestigde zich nabij Parijs.

Slide 14 - Question ouverte

(slaan) v.d.
Ik heb...........

Slide 15 - Question ouverte

(werpen)
v.d.Ik heb.........

Slide 16 - Question ouverte