DEF@ctO NL | A2>B1 | les 07 | docent

Nieuw logo
A2 > B1 docentenles 7
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2HBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Nieuw logo
A2 > B1 docentenles 7

Slide 1 - Diapositive

Bezoek ook eens onze website
Hoe gaat het met je?

Slide 2 - Diapositive

Laat de studenten antwoorden in een hele zin.

Bron plaatje.
We starten met een woordentoets.
over woorden uit les 1 t/m 6.

Slide 3 - Diapositive

De studenten maken een toets over les 1 t/m 6.

Bron plaatje.
Herken jij de huizen?

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In de les heb je een korte tekst geschreven over jouw huis. 

Lees je tekst voor. 

Slide 5 - Diapositive

In wat voor huis woon jij? Staat het in de stad / in een dorp; aan een plein / in een straat / hoeveel verdiepingen / hoeveel kamers.....

De studenten lezen hun tekst voor en geven elkaar tips en tops.
Voel je je goed in jouw huis?
Zou je liever in de stad of in een dorp wonen?
Hoe ziet jouw droomhuis eruit?
 huizen 

Slide 6 - Diapositive

Bespreek de vragen.
Statiegeld

Slide 7 - Diapositive

Waar kan je je lege flesjes en blikjes inleveren?
Bron video.
statiegeld

Slide 8 - Carte mentale

De studenten schrijven woorden op waar zij aan denken bij het onderwerp in het midden van de dia. Ze hebben net een filmpje over statiegeld gezien.


Ga naar het spel
Kan jij de synoniemen vinden?

Slide 9 - Diapositive

Speel het spel. Kunnen de studenten de synoniemen vinden?
De woorden zijn een herhaling van de woorden van pagina 38-39.

Wordwall

bron: ‘Lees mee >> NT2’ - F. van der Maden en D. Pijpker (Diataal & Edutekst 2016), p 38-39Bron plaatje.
Vertel in je eigen woorden wat je in de tekst hebt gelezen.
Wat weet jij nog van de tekst?

Slide 10 - Diapositive

De cursisten vatten de tekst samen. Ze mogen elkaar aanvullen.

Ga naar het spel
Kan jij de tegenstellingen vinden?

Slide 11 - Diapositive

Speel het spel. Kunnen de studenten de tegenstellingen vinden?
De woorden zijn een herhaling van de woorden van pagina 38-39.

Wordwall

bron: ‘Lees mee >> NT2’ - F. van der Maden en D. Pijpker (Diataal & Edutekst 2016), p 38-39Bron plaatje.
Oefenen - Lees en schrijf! Algemeen 
                    Gezondheid 1-3
Hoe ging het oefenen?

Slide 12 - Diapositive

Bespreek hoe de oefeningen zijn gegaan. Heeft iedereen de oefeningen gemaakt? Vonden ze het gemakkelijk / moeilijk.
Open oefeningen die nog niet goed zijn gegaan en maak deze samen (scherm delen).

Noem 3 dingen die je niet wist en nu wel weet.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

informele brief
In deel B van deze les schreef je een informele brief.
We gaan deze bespreken.

Slide 14 - Diapositive

In deel B hebben de cursisten een aankondiging voor een excursie geschreven. Is het bij iedereen gelukt?
Presenteer alle ingeleverde aankondigingen. Geef elkaar tips en tops. Het gaat hierbij vooral om de interactie. Cursisten moeten in hele zinnen spreken. Let op de zinsopbouw.

Wat weet jij nog van de voltooide tijd?

Slide 15 - Diapositive

Wat weten de studenten nog van de voltooide tijd? Op de volgende dia legt Juf M. het nog een keer uit
Oefen nog een keer de voltooide tijd met Juf M.

Slide 16 - Diapositive

Herhaal de voltooide tijd nog een keer.
Hierna oefen je met de studenten in de Liedjeskast op Oefenen.nl.
Bron video.
De liedjeskast - voltooide tijd

Slide 17 - Diapositive

Bron video.
Heb je goed naar het lied geluisterd? Maak de gatentekst.

Slide 18 - Diapositive

De cursisten starten de les met een gatentekst

Bron plaatje.

Welke zin staat in de voltooide tijd?
A
Ik fiets vijf kilometer.
B
Ik fietste vijf kilometer.
C
Ik heb vijf kilometer gefietst.
D
Morgen fiets ik vijf kilometer.

Slide 19 - Quiz

Antwoord C: Ik heb vijf kilometer gefietst.

Welke zin staat in de voltooide tijd?
A
Ik heb een gat geboord.
B
Ik boor een gat.
C
Ik boorde een gat.
D
Ik ga een gat boren.

Slide 20 - Quiz

Antwoord A: Ik heb een gat geboord.

Welke zin staat in de voltooide tijd?
A
Ik lees een boek.
B
Ik las een boek.
C
Ik heb een boek gelezen.
D
Ik wil een boek lezen.

Slide 21 - Quiz

Antwoord C: Ik heb een boek gelezen.
Ga naar het spel
Klik op de voltooide deelwoorden.

Slide 22 - Diapositive

Speel samen met de studenten het spel via de link.

Bron plaatje.
Ga naar het spel

Slide 23 - Diapositive

Speel samen met de studenten het spel via de link. De vullen de juiste vorm van hebben of zijn in.

Bron plaatje.
sprongtoets 1 - Spelling 1F - vooruitblik
In les 8 zit sprongtoets 1 van Spelling 1F
In de toets krijg je de volgende onderdelen:

  • vaste lettercombinaties
  • voor- en achtervoegsels
  • enkelaar en dubbelaar
  • over enkelaar en dubbelaar
  • woorden met e of ee

Slide 24 - Diapositive

Bespreek wat de sprongtoets voor de volgende les inhoudt.

Tot de volgende keer.
bronnen:
naar: ‘Lees mee >> NT2’ - F. van der Maden en D. Pijpker (Diataal & Edutekst 2016)



Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions