Voorbereiding op SO P2
1 / 37
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat is ATP?
A
Een type mountainbike
B
Algemene Toets Preparatie
C
De enige stof waar wij energie uit kunnen halen
D
Altijd Tanden Poetsen
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Diapositive
Wat is de vakterm voor het maken van (nieuw) ATP?
Slide 5 - Question ouverte
Slide 6 - Diapositive
Welke brandstof(fen) kunnen we gebruiken om ATP van te maken?
A : Creatinefosfaat B : Suiker
C : Vet D : Alcohol
E : Eiwitten F : Van alle bovengenoemde stoffen kunnen we ATP maken
A : Creatinefosfaat B : Suiker
C : Vet D : Alcohol
E : Eiwitten F : Van alle bovengenoemde stoffen kunnen we ATP maken
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
Wat bedoelen we met de vakterm “Steady State”?
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Wat is de officiële naam voor het melkzuursysteem?
A
Anaeroob a-lactisch
B
Anaeroob lactisch
C
Aeroob
D
De goede naam staat hier niet tussen
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
Wat kan je vertellen over het vermogen van het zuurstofsysteem?
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Diapositive
Welk energiesysteem gebruik je het meest bij 10 km schaatsen?
A
Creatinefosfaatsysteem
B
Melkzuursysteem
C
Zuurstofsysteem
D
Je gebruikt alle systemen evenveel
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Diapositive
Leg uit wat we bedoelen met de anaerobe drempel
Slide 17 - Question ouverte
Slide 18 - Diapositive
Wat is de norm voor gezond bewegen bij kinderen?
150 minuten per week matig intensief bewegen
Elke dag een uur matig intensief bewegen
Slide 19 - Sondage
Slide 20 - Diapositive
Leg zo uitgebreid mogelijk uit waarom de norm voor gezond bewegen bij kinderen hoger is dan bij volwassenen
Slide 21 - Question ouverte
Slide 22 - Diapositive
Kinderen zijn het best trainbaar op :
A
Coördinatie
B
Kracht
C
Uithoudingsvermogen
D
Lenigheid
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Diapositive
Kinderen zijn vooral ………. actief
Anaeroob
Aeroob
Slide 25 - Sondage
Slide 26 - Diapositive
Vanaf ca. 12 jaar mogen kinderen onder voorwaarden aan krachttraining doen. Noem 2 voorwaarden
Slide 27 - Question ouverte
Slide 28 - Diapositive
Waarom verbranden kinderen in verhouding meer calorieën dan volwassenen?
A
Kinderen bewegen minder efficiënt
B
Kinderen verbruiken juist minder calorieën
C
Kinderen hebben een mindere techniek en zijn in de groei
D
Kinderen verbruiken evenveel calorieën als volwassenen
Slide 29 - Quiz
Slide 30 - Diapositive
Wat bedoelen we met de afkorting HMV?
Slide 31 - Question ouverte
Slide 32 - Diapositive
Het SlagVolume bij een GETRAIND persoon is :
A
Lager dan bij een ongetrainde
B
Even hoog als bij een ongetrainde
C
Hoger dan bij een ongetrainde
D
Dit weet je pas als je getest hebt
Slide 33 - Quiz
Slide 34 - Diapositive
Noem 3 stoffen die je tegen kan komen in bloed.
Slide 35 - Question ouverte
Slide 36 - Diapositive
Wat is waar over een SLAGader?
A
De bloeddruk is lager dan bij een ader
B
Ligt meestal vlak onder de huid
C
Heeft kleppen
D
Vervoert meestal O2-rijk bloed
