Bs. 5 De wervelkolom

Bs. 5  De wervelkolom
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Bs. 5  De wervelkolom

Slide 1 - Diapositive

Deze les
Terugblik / HW
Leerdoel
Bs. 5 De wervelkolom
Onderzoek doen: werkplan maken
Zelf aan de slag!

Slide 2 - Diapositive

Wat was jouw hypothese voor het onderzoekje van de armbuigspier?

Slide 3 - Question ouverte

Opdracht 1

Slide 4 - Diapositive

Wat is nummer 4
en 7?

Slide 5 - Question ouverte

Wat is een antagonistisch paar? En waarom heb je die bij elke beweging nodig?

Slide 6 - Question ouverte

Orgaanspieren raken minder snel vermoeid dan skeletspieren, leg uit waarom dat gunstig is

Slide 7 - Question ouverte


A
Dwarsgestreept spierweefsel
B
glad spierweefsel
C
hartspierweefsel

Slide 8 - Quiz

Leerdoel
Je kunt aangeven wat een goede lichaamshouding is en waarom deze belangrijk is

Slide 9 - Diapositive

Nekwervels giraffe
Nekwervels mens

Slide 10 - Diapositive

Vorm

Slide 11 - Diapositive

Wervels verbonden door tussenwervelschijven

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Hoeveel uur per dag zit jij achter je computer/laptop?

Slide 14 - Carte mentale

Let je daarbij op je zithouding?

Slide 15 - Carte mentale

Slide 16 - Vidéo

Verkeerd beeldscherm gebruik kan leiden tot een bochel

Slide 17 - Diapositive

Onderzoek doen!

Slide 18 - Diapositive

Werkplan

Slide 19 - Carte mentale

Werkplan
Hierin staat beschreven hoe je het onderzoek wilt uitvoeren om de onderzoeksvraag te beantwoorden,
wat je daarvoor nodig hebt
en hoe je de resultaten wilt verwerken

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Proefgroep en controlegroep
Proefgroep stel je bloot aan een factor waarvan je de invloed onderzoekt
De controlegroep niet

Slide 22 - Diapositive

Waarom heb je naast de proefgroep ook een controlegroep nodig?

Slide 23 - Question ouverte

Voldoende organismen
Een experiment doe je altijd met  meerdere organismen


Hoe meer organismen je gebruikt, hoe betrouwbaarder je resultaten zijn

Slide 24 - Diapositive

Waarom gebruik je altijd meerdere organismen?

Slide 25 - Question ouverte

Gelijke omstandigheden
Alleen de factor die je onderzoekt is verschillend.
Alle andere omstandigheden zijn voor beide groepen hetzelfde

Slide 26 - Diapositive

Waarom onderzoek je groepen bij gelijke omstandigheden?

Slide 27 - Question ouverte

Zelf aan de slag!
Onderzoek Zitten op school (--> Zitten thuis)
 blz 81 onderaan en blz 82

Bs. 5 De wervelkolom opdrachten 1 t/m 9 
Maak je het in je boek? Stuur mij dan een foto als je het af hebt.

Slide 28 - Diapositive