Meewerkend voorwerp 2MH

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Welkom klas 2MH2!

Telefoon in de telefoontas

Jas uit, tas van tafel

Ga rustig zitten

Agenda van de les

Lezen   

Inleveren titel/boek + welke 2 boekopdrachten je gaat doen

Inhalers SO H3 en H4 Lezen 

Nakijken H4 Grammatica meewerkend voorwerp   

Nakijken H4 Formuleren verwijswoorden                                                                                                                                                         

10 minuten stillezen

Inleveren titel/boek + welke 2 boekopdrachten je gaat doen

Hoe gaat het? (over 2 weken inleveren) 

Vital

Silvy

Lucas

Samuel

Jorieke

Inhalers SO H3 en H4 Lezen 

Silvy

Vital

Leerdoelen

Je kan het meewerkend voorwerp in een zin vinden;

en daarmee ook: de persoonsvorm, onderwerp, werkwoordelijk gezegde en lijdend voorwerp

Hoe zat het ook alweer?

Hoe vind ik de persoonsvorm (pv) in een zin?

En het onderwerp (ow)?

En wat is ook al weer het werkwoordelijk gezegde (wg)?

En hoe vind ik het lijvend voorwerp (lv)?

Wat is het eerste wat je zoekt als je een zin gaat ontleden?

En hoe vind je de persoonsvorm
in een zin?

Uit welke werkwoorden bestaat het gezegde van de zin?

1. de persoonsvorm
2. infinitief en voltooid deelwoord
3. alle werkwoorden bij elkaar
4. werkwoorden? wat zijn dat?

Op welke manier vind je het onderwerp van de zin?

De clubleiding wil de vernielzuchtige supporters hun lidmaatschap ontnemen. Wat is het onderwerp?

1. De clubleiding
2. de vernielzuchtige supporters
3. hun lidmaatschap
4. zit er niet in

De clubleiding wil de vernielzuchtige supporters hun lidmaatschap ontnemen. Wat is het wwg?

Volgende week donderdag haalt de taxichauffeur de reizigers om zes uur op. Wat is het onderwerp?

1. Volgende week donderdag
2. de taxichauffeur
3. de reizigers
4. om zes uur

Volgende week donderdag haalt de taxichauffeur de reizigers om zes uur op. Wat is het wwg?

Welke opgaven moeten we maken?​
Wat is het lijdend voorwerp?

1. Welke opgaven
2. we
3. moeten maken
4. zit er niet in

Onze leraar verzamelt oude lp’s.​

Wat is het lijdend voorwerp?

1. Onze leraar
2. verzamelt
3. oude lp's
4. lp's

De verliefde jongen kocht een roos.
Wat is het lijdend voorwerp?

1. De verliefde jongen
2. kocht
3. een roos
4. zit er niet in

Gisteren heeft mijn moeder alle shirts van ons elftal gewassen.
Wat is 'alle shirts van ons elftal'?

1. wwg
2. ond
3. lv
4. az

Meewerkend voorwerp (mv)

Het meewerkend voorwerp geeft aan voor wie iets bestemd is of aan wie iets verteld of gegeven wordt

Meewerkend voorwerp (mv)

Het meewerkend voorwerp vind je door de vraag te stellen:

Aan wie + wg + ow + lv?

Wouter heeft een vraag aan mij gesteld.