Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Spelling & grammatica - GB0E-VPZ
Lesdoel
Aan het einde van de les weten jullie:
- Zal je een aantal vaak gemaakte grammaticale fouten niet meer maken.
- Weet je weer hoe d/t-regels werken.
- Weet je wat het verschil is tussen zwakke en sterke werkwoorden.
1 / 25
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
MBO
Studiejaar 2,3
Cette leçon contient
25 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Lesdoel
Aan het einde van de les weten jullie:
- Zal je een aantal vaak gemaakte grammaticale fouten niet meer maken.
- Weet je weer hoe d/t-regels werken.
- Weet je wat het verschil is tussen zwakke en sterke werkwoorden.
Slide 1 - Diapositive
Agenda aankomende periode Nederlands
Uitleg examens & woordenschat
Spelling & grammatica
Hemelvaart
Brief/Mail - Afstemming op doel & Afstemming op publiek
Betoog - Samenhang en leesbaarheid
Verslag - Herhaling
Examentraining
Schrijfexamen (nog niet zeker)
12 mei
19 mei
26 mei
2 juni
9 juni
16 juni
23 juni
30 juni
Slide 2 - Diapositive
4 examens
- COE
- Gesprekken
- Spreken (presenteren)
- Schrijven
1/2
1/6
1/6
1/6
Slide 3 - Diapositive
Grammaticale missers
Slide 4 - Diapositive
Exameneisen
Afstemming op doel
Afstemming op publiek
Samenhang en leesbaarheid
Woordenschat
Spelling, interpunctie & grammatica
Examenteksten
Brief
Mail
Betoog
Verslag
Memo
Formulier
Na Hemelvaartsdag
Slide 5 - Diapositive
Groter dan of groter als?
Slide 6 - Diapositive
Dit, dat, die of deze?
Slide 7 - Diapositive
Dit/dat/die/deze
Afstand + lidwoord
Slide 8 - Diapositive
Hen/hun/zij
Wij
hebben ons werk af
Onze
koffer/die koffer is
van ons
Geef dat
aan ons
Dat kan je
ons
niet aandoen
Geef
ons
dat fietsje maar
Geef
aan ons
dat fietsje maar
Zij
hebben hun werk af
hun
koffer/ die koffer is van hen
Geef dat
aan hen
Dat kan je
hun
niet aandoen
Geef
hun
dat fietsje maar
Geef
aan hen
dat fietsje maar
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
We ... (wachten) vorige week wel een uur op de trein.
A
wachten
B
wachtten
C
wachte
D
wachtte
Slide 11 - Quiz
De kinderen
(lachen) toen hij weer eens viel.
A
lachtten
B
lachte
C
lachten
D
lagten
Slide 12 - Quiz
Wij ...(melden) ons gisteren al vroeg.
A
melde
B
meldde
C
melden
D
meldden
Slide 13 - Quiz
Waar ... (bestellen) jij die taart?(verleden tijd)
A
bestelde
B
bestellde
C
bestelden
D
besteldden
Slide 14 - Quiz
Engelse werkwoorden
How was it ook alweer?
Slide 15 - Diapositive
Verleden tijd van appen:
Ik...
A
app
B
apte
C
appte
D
appde
Slide 16 - Quiz
Voltooid deelwoord van streamen:
Wij hebben...
A
gestreamed
B
gestreamet
C
gestreamd
D
gestreamt
Slide 17 - Quiz
Verleden tijd van deleten:
Wij...
A
deleten
B
deletten
C
deleteten
D
deletetten
Slide 18 - Quiz
onregelmatige/sterke werkwoorden
klankverbuiging in de verleden tijd - andere klinker
l
oo
p-l
ie
p, wij k
ij
ken-k
e
ken, wij schr
i
kken-wij schr
o
kken
Soms verbuigt bij het voltooid deelwoord het einde
Ik heb gebak
ken,
bier g
ebrou
wen,
sommige werkwoorden verbuigen zelfs de medeklinkers
wij z
ull
en-z
oud
en
ik
ben
, hij
is
, wij
zijn
, ik
was
, wij
waren,
ik ben
ge
wees
t
Slide 19 - Diapositive
Verleden tijd van hangen:
De Friezen ... gisteren hun schaatsen op.
A
Hangde
B
hangden
C
hingden
D
hingen
Slide 20 - Quiz
Voltooid deelwoord van rijden:
Ik ben gisteren met mijn auto het ijs in....
A
gereden
B
gerijd
C
geredden
D
gerocht
Slide 21 - Quiz
Voltooid deelwoord van ruiken:
Toen mijn baby stonk heb ik even aan zijn luier ...
A
geruikt
B
gerookt
C
geroken
D
geriekt
Slide 22 - Quiz
Voltooid deelwoord van roken:
Na de lockdown heb ik geen enkele sigaret meer ...
A
geroken
B
gerookt
C
geriekt
D
gepaft
Slide 23 - Quiz
Bij welke van deze twee is 'roken' een sterk werkwoord?
A
Ik rook de luier en hij stonk
B
Ik rook de luier en begon meteen te hoesten
Slide 24 - Quiz
Voltooid deelwoorden van scheppen en scheppen.
Nadat God Adam had ...., werd deze meteen door een auto ....
A
geschept, geschapen
B
geschepen, geschept
C
geschapen, geschept
D
geschiept, geschapen
Slide 25 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Herhaling spelling, grammaticale missers, aan elkaar of los 27-10-21
Octobre 2021
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2
12/10 als/dan & hen/hun/zij
Novembre 2022
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2
GB1EFHZW1 - Spelling & grammatica: Komma's, leestekens en grammaticale missers
Mars 2022
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2
Herhaling spelling, grammaticale missers, aan elkaar of los 27-10-21
Février 2023
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2
Herhaling spelling, grammaticale missers, aan elkaar of los 27-10-21
Novembre 2022
- Leçon avec
39 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2
Spelling NL WW, Engelse WW in NL & onregelmatige werkwoorden
Février 2023
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Spelling NL WW, Engelse WW in NL & onregelmatige werkwoorden
Septembre 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
12. Interpunctie en moeilijke werkwoordsvervoegingen
Mars 2023
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 2,3