Bs 5 houding en beweging Bs 6 Blessures

5.5 - Houding en beweging 
houding en beweging 
1 / 55
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 55 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

5.5 - Houding en beweging 
houding en beweging 

Slide 1 - Diapositive

lesdoelen van vandaag
  •  Je kunt aangeven wat een goede lichaamshouding is en hoe je hiermee rugklachten kunt voorkomen. 
  • Je kunt van enkele blessures beschrijven wat er aan de hand is. 
  • Je kunt beschrijven hoe je blessures kunt voorkomen. 

Slide 2 - Diapositive

Welke functie van het skelet zie je het beste terug bij de schedel?
A
Het skelet geeft vorm aan het lichaam
B
Het skelet beschermt kwetsbare organen
C
Het skelet maakt het lichaam stevig
D
Het skelet zorgt dat het lichaam kan bewegen

Slide 3 - Quiz

Topganger
Teenganger

Zoolganger

Slide 4 - Question de remorquage

Geel beenmerg
Rood beenmerg
vet opslag
Aanmaak van bloedcellen
Platte beenderen
Pijpbeenderen

Slide 5 - Question de remorquage

Zorgt kalk of lijmstof voor stevigheid?
A
Kalk
B
Lijmstof

Slide 6 - Quiz

Gewricht
Naad
Vergroeid
Kraakbeen

Slide 7 - Question de remorquage

Er is geen beweging mogelijk bij de volgende beenverbindingen
A
Naden
B
Gewricht
C
Kraakbeen
D
Vergroeid

Slide 8 - Quiz

Welke beenverbinding zit er tussen de wervels?
A
Naden
B
Vergroeid
C
Kraakbeen
D
Gewricht

Slide 9 - Quiz

Wat is het meest bewegelijk gewricht?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
rolgewricht

Slide 10 - Quiz

Waardoor kunnen botten in een gewricht gemakkelijk langs elkaar bewegen?
A
Door gewrichtssmeer
B
Door gewrichtsbanden
C
Door kraakbeen
D
Door de beenverbinding

Slide 11 - Quiz

Welk gewricht is dit?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
Rolgericht
D
Atlas en draaier

Slide 12 - Quiz

Welk gewricht is dit?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
Rolgewricht

Slide 13 - Quiz

Gewrichtskogel
Gewrichtskapsel
Gewrichtskom

Slide 14 - Question de remorquage

Gewrichtssmeer
Gewrichtskapsel
Kapselband
Kraakbeenlaagje
Houdt botten bij elkaar
Geeft extra stevigheid aan grote gewrichten
Bescherming van botten tegen slijtage
Soepel bewegen van het gewricht

Slide 15 - Question de remorquage

Hoe noem je 2 tegengesteld werkende spieren?
A
Synergisten
B
Willekeurigw spieren
C
Onwillekeurige spieren
D
Antagonisten

Slide 16 - Quiz

Waar zitten pezen?
A
Tussen 2 gewrichten
B
Tussen botten en spieren
C
Tussen gewrichten en spieren
D
Tussen 2 spieren

Slide 17 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van groot naar klein
A
Spieren spiercellen spierstelsel
B
Spierstelsel Spieren Spiercellen
C
Spiercellen spieren spierstelsel

Slide 18 - Quiz


Als een spier samentrekt:
hoe lang kun jij dit?
De plank is een statische oefening, wat inhoudt dat je je lichaam een tijdje in een bepaalde houding moet houden zonder te bewegen.
A
wordt de spier korter en dunner
B
wordt de spier langer en dikker
C
wordt de spier korter en dikker
D
wordt de spier langer en dunner

Slide 19 - Quiz

spier
spierbundel
pees
spiervezel

Slide 20 - Question de remorquage

Houding en beweging

Slide 21 - Diapositive

Bewegen is belangrijk
Je krijgt er een goede conditie van.
Je spieren kunnen beter presteren. 
Je krijgt minder snel blessures. 

Slide 22 - Diapositive

Dubbele-S-vorm
  • Door deze vorm kan je wervelkolom schokken opvangen als je
  • loopt. 
  • De tussenschijfwervels zijn een soort schokdempers.
  • Rugspieren die aan de wervels vast zitten zorgen ervoor dat
  • deze stand wordt vastgehouden. 
De dubbele S-vorm
  • Door deze vorm kan je wervelkolom
     schokken opvangen als je loopt. 
  • De tussenwervelschijven zijn een soort
      schokdempers.
  • Rugspieren die aan de wervels vast zitten
      zorgen ervoor dat deze stand wordt
      vastgehouden. 

Slide 23 - Diapositive

Wervelkolom
De wervelkolom bestaat uit wervels met tussen de wervels steeds een schijfje kraakbeen. Die schijfjes noem je tussenwervelschijven.






Door de tussenwervelschijven is de rug een beetje flexibel.

Slide 24 - Diapositive

Lichaamshouding
Door een verkeerde lichaamshouding kan de wervelkolom scheef komen te staan. Hierdoor komt er op één kant van de wervelkolom meer druk te staan. Sommige spieren moeten dan harder werken en kunnen overbelast raken.

Slide 25 - Diapositive

Rughernia

Slide 26 - Diapositive

Zithouding
Om de kans op nek- en rugklachten te verminderen moet je een goede lichaamshouding aannemen. Ook een goede zithouding is daarbij ook belangrijk. 

  • Zit rechtop: wervelkolom dubbele-S-vorm
  • Ellebogen in een hoek van 90 graden
  • Knieën in een hoek van 90 graden
  • Let ook op de houding van je nek.

Slide 27 - Diapositive

Uitdaging! 
Kunnen jullie de hele les in een goede houding zitten? 
- billen achterin je stoel
- rug recht
- benen recht naar voren en een beetje uit elkaar

Slide 28 - Diapositive

0

Slide 29 - Vidéo

Tilhouding

Slide 30 - Diapositive

Door een slechte houding kan de wervelkolom scheef gaan staan
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

Welke houding is goed?
A
eerste
B
tweede
C
derde
D
vierde

Slide 32 - Quiz

Welke houding is goed?
A
Links
B
Rechts
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 33 - Quiz

Hoe kunnen rugklachten ontstaan door een slechte lichaamshouding?
A
Door een scheve houding kunnen de rugspieren overbelast raken
B
Door een scheve houding kunnen de rugspieren te slap worden
C
Door een scheve houding krijgt de wervelkolom een dubbele-S-vorm.

Slide 34 - Quiz

Waarom is een goede houding belangrijk?
A
om rugklachten te voorkomen
B
om er mooi uit te zien
C
om sterker te worden
D
om zo lang mogelijk te zijn

Slide 35 - Quiz


Als een spier samentrekt:
hoe lang kun jij dit?
De plank is een statische oefening, wat inhoudt dat je je lichaam een tijdje in een bepaalde houding moet houden zonder te bewegen.
A
wordt de spier korter en dunner
B
wordt de spier langer en dikker
C
wordt de spier korter en dikker
D
wordt de spier langer en dunner

Slide 36 - Quiz

Bij welke plaatje heeft de persoon een goede houding?
    A                 B               C
A
B
C

Slide 37 - Quiz


Hoe kan je het beste je tas dragen (gelet op je houding)?
A
afbeelding 2
B
afbeelding 3
C
afbeelding 4

Slide 38 - Quiz

Spierblessure
spierpijn: 
  • door grotere belasting spieren
  • meestal paar dagen
spierscheuring:
  • door te sterke inspanning of een plotselinge beweging
  • geneest meestal door rust (+ matige beweging)
  • hamstring
  • kuitspier: 'zweepslag'

spierkramp:
doordat er te weinig bloed naar de spier stroomt
samentrekken van alle spiervezels tegelijk
masseren helpt

Slide 39 - Diapositive

Ontsteking van pezen
ontstekingen:
  • door overbelasting van de spieren
  • elleboog: 'tennisarm'

Een tennisarm is een voorbeeld van RSI: een verzamelnaam voor klachten die ontstaan door te vaak achter elkaar dezelfde beweging te maken.


Slide 40 - Diapositive

Bot blessure
Blessures aan botten: botbreuken:
  • goed te zien op rontgenfoto's
  • Met gips botten op hun plek houden.
  • rechtzetten of operatie met platen en schroeven.


Slide 41 - Diapositive

Gewrichtsblessure
Blessures aan gewrichten: voetbalknie:
  • stukje kraakbeen in knie (meniscus) is gescheurd
  • meestal zijn de kniebanden of de kruisbanden ook gescheurd
  • genezen door rust of operatie

Slide 42 - Diapositive

Kneuzing
  • beschadiging van weefsel zonder dat er iets gescheurd of gebroken is
  • door een stoot, stomp of trap
  • bloeduitstorting/blauwe plek door inwendige bloeding
  • koelen met ijs(water)
  • drukverband bij ernstige gevallen

Slide 43 - Diapositive

Verzwikking/verstuiking
  • kneuzing van een gewricht
  • kapselbanden en gewrichtskapsel zijn opgerekt
  • bij ernstige verzwikking kunnen de banden scheuren en het kraakbeen in het gewricht beschadigen


Slide 44 - Diapositive

Ontwrichting
  • gewrichtskogel schiet uit de gewrichtskom ('uit de kom')
  • schiet soms zelf weer terug
  • weer op zijn plaats brengen door een arts

Slide 45 - Diapositive

Blessures voorkomen door een warming-up en 
cooling down

Slide 46 - Diapositive

Slide 47 - Vidéo

Botbreuk:
Wordt opgelost door het bot te zetten.
Daarna zorgt gips ervoor dat het bot niet kan verschuiven.
Ondertussen moet het bot weer vastgroeien.

Slide 48 - Diapositive

Kneuzing:
  • meestal door stoot, stomp of trap
  • plek wordt dik en soms blauw door vocht. Koelen kan dit tegengaan.
Verzwikking:
  • kneuzing van gewricht
  • blauwe plek + dik
  • enkel 
Ontwrichting:
  • bv. door verkeerd vallen
  • gewrichtskogel uit de kom
  • gaat soms vanzelf weer terug of dit wordt gedaan door de arts

Slide 49 - Diapositive

Spierpijn:
  • vaak na inspanning die je niet gewend bent
  • of sterke afkoeling van spieren
Spierscheuring:
  • door te sterke inspanning of een plotselinge beweging
  • geneest meestal door rust en soms een operatie
Botbreuk:
  • vaak door te vallen
  • ze moeten in de goede stand aan elkaar groeien. Staan ze scheef? Dan worden ze gezet. Meestal gips, soms schroeven

Slide 50 - Diapositive

Slide 51 - Vidéo


 Welke sportblessure zie je in de afbeelding?
A
een botbreuk
B
een ontwrichting
C
een verzwikking

Slide 52 - Quiz

Slide 53 - Lien

Slide 54 - Lien

Waarom wordt bij een botbreuk een gipsverband aangelegd?
A
Om de bothelften in de goede stand te houden
B
Om inwendige bloedingen tegen te gaan
C
Om de pijn te verminderen

Slide 55 - Quiz