Adjectiva van twee uitgangen

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

In deze les...
1. Bijvoeglijk naamwoord als naamwoordelijk deel van het gezegde
2. Nieuw: samengestelde bijvoeglijke naamwoorden
(3. Nieuwe avonturen van Herakles!)

Slide 2 - Diapositive

Het bijvoeglijk naamwoord
  • Het bijvoeglijk naamwoord staat tussen lidwoord en zelfstandig naamwoord:
  • τὸ δεινὸν θηρίον
  • ...of na het zelfstandig naamwoord. Het lidwoord wordt dan herhaald:
  • τὸ θηρίον τὸ δεινὸν


Slide 3 - Diapositive

1. Bijvoeglijk naamwoord als naamw. deel van het gezegde
  • Het bijvoeglijk naamwoord kan ook het naamwoordelijk deel van het gezegde zijn
  • Wat is dat ook alweer, dat 'naamwoordelijk deel van het gezegde'?


Slide 4 - Diapositive

1. Bijvoeglijk naamwoord als naamw. deel van het gezegde
  • Bij een naamwoordelijk gezegde koppelt het koppelwerkwoord (bijv. is of wordt) het onderwerp aan het naamwoordelijk deel
  • Het naamwoordelijk deel is dus een kenmerk of eigenschap van het onderwerp:
  • Grieks is leuk.
  • Grieks: onderwerp
  • is + leuk: naamwoordelijk gezegde (leuk: naamwoordelijk deel)


Slide 5 - Diapositive

Wat is in de volgende zin het naamwoordelijk deel van het gezegde?

De straten zijn glad.
A
De straten
B
zijn
C
glad

Slide 6 - Quiz

1. Bijvoeglijk naamwoord als naamw. deel van het gezegde
  • Dit werkt hetzelfde in het Grieks:
  • ἡ ὕδρα μεγαλη ἐστιν of ἡ ὕδρα ἐστι μεγαλη


Slide 7 - Diapositive

2. Samengestelde bijvoeglijke naamwoorden
  • Samengestelde bijvoeglijke naamwoorden bestaan uit twee delen met elk een eigen betekenis (meestal op -ος). Bijvoorbeeld:
  • ἀ-θανατος: on-dood (onsterfelijk)
  • ἀ-δικος: on-rechtvaardig

Slide 8 - Diapositive

2. Samengestelde bijvoeglijke naamwoorden

Slide 9 - Diapositive

2. Samengestelde bijvoeglijke naamwoorden
X
X

Slide 10 - Diapositive

την χωραν
της χωρας
ἀθανατου
ἀδικον
του δουλου
τον δουλον 
δεινου
μακραν

Slide 11 - Question de remorquage

Onthoud:
  • Het bijvoeglijk naamwoord staat tussen lidwoord en zelfstandig naamwoord of na het zelfstandig naamwoord
  • Het bijvoeglijk naamwoord kan ook het naamwoordelijk deel van het gezegde zijn
  • Samengestelde bijvoeglijke naamwoorden worden voor mannelijke en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden volgens het mannelijke rijtje verbogen: ἡ ἀθανατος κεφαλη 


Slide 12 - Diapositive

De stallen van Augias
De Stympha-lische vogels
De hydra van Lerna
De leeuw van Nemea
De hinde van Artemis
Het Erymanti-sche everzwijn

Slide 13 - Question de remorquage