Kader 3 - Woordvolgorde

Grammar 8; word order
Woordvolgorde
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Grammar 8; word order
Woordvolgorde

Slide 1 - Diapositive

Weet jij nog wat de Engelse woordvolgorde is?

Slide 2 - Carte mentale

Examples
He yesterday lost his wallet.
                             He lost his wallet yesterday.
                             Yesterday he lost his wallet.
She was this morning at school.
                              She was at school this morning.

Slide 3 - Diapositive

Uitleg




  • Bijwoorden van tijd (always, often etc) staan VOOR het ww.
  • Behalve bij TO BE (am/are/is/was/were), daar staan ze achter.
  • Wanneer mag soms vooraan om nadruk te leggen. 

Slide 4 - Diapositive

Schrijf de woordvolgorde op die je net hebt geleerd.

Slide 5 - Question ouverte

Oefening 1
3 meerkeuze vragen

Slide 6 - Diapositive

Kies de juiste zin.
A
Never does she the cooking.
B
She does never the cooking.
C
She never does the cooking.
D
The cooking she never does.

Slide 7 - Quiz

Kies de juiste zin.
A
I do like Mondays not.
B
I do not Mondays like.
C
Mondays I like do not.
D
I do not like Mondays.

Slide 8 - Quiz

Kies de juiste zin.
A
The reporter is running to his car.
B
The running is reporter to his car.
C
The reporter to his car is running.
D
Running is the reporter to his car.

Slide 9 - Quiz

Remember..?




  • Bijwoorden van tijd (always, often etc) staan VOOR het ww.
  • Behalve bij TO BE (am/are/is/was/were), daar staan ze achter.
  • Wanneer mag soms vooraan om nadruk te leggen.

Slide 10 - Diapositive

Oefening 2
3 open vragen.

Slide 11 - Diapositive

Zet in de juiste volgorde:
to the - walks - Jason - station - always

Slide 12 - Question ouverte

Zet in de juiste volgorde:
in my room - I - like - in the evening - to drink tea.

Slide 13 - Question ouverte

Zet in de juiste volgorde:
in Dublin - all his live - has - Jack - lived

Slide 14 - Question ouverte

Remember..?




  • Bijwoorden van tijd (always, often etc) staan VOOR het ww.
  • Behalve bij TO BE (am/are/is/was/were), daar staan ze achter.
  • Wanneer mag soms vooraan om nadruk te leggen.

Slide 15 - Diapositive

Einde van de uitleg
Kijk op het bord voor de rest van de les. 

Slide 16 - Diapositive