Voorbereiding eindtoets zorghotel

Werken in een zorghotel
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 200 min

Éléments de cette leçon

Werken in een zorghotel

Slide 1 - Diapositive

Hoeveel is 1 liter
A
1 dl
B
10 dl
C
1000 dl
D
100 dl

Slide 2 - Quiz

Welk ingrediënt gebruik je niet voor een roux
A
zout
B
bloem
C
boter
D
vocht

Slide 3 - Quiz

Welke omschrijving hoort bij de snijvorm julienne
A
in plakjes snijden
B
in blokjes snijden
C
in reepjes snijden
D
in ruitjes snijden

Slide 4 - Quiz

welke snijvorm zie je op de afbeelding
A
brunoise
B
julienne
C
chinoise
D
ciseleren

Slide 5 - Quiz

Bitterballen maak je in de frituur klaar.
Welk gerecht kun je ook frituren?
A
saucijzenbroodje
B
tosti
C
groente loempia
D
pizza

Slide 6 - Quiz

Wat voor mes is dit?
A
broodmes
B
tomaten mes
C
groenten mes
D
koksmes

Slide 7 - Quiz

Een gerecht is gegratineerd.
Wat betekent dit?
A
Dat het gerecht mooi is opgemaakt.
B
Dat het gerecht aardappels bevat.
C
Dat het gerecht een goudbruin korstje heeft.
D
Dat het gerecht aantrekkelijke garnering bevat.

Slide 8 - Quiz

In rauw vlees kan een bacterie zitten die erg veel voorkomt. Je kunt er voedselvergiftiging van krijgen. Hoe heet deze bacterie?
A
streptokokbacterie
B
influenzabacterie
C
MRSA-bacterie
D
salmonellabacterie

Slide 9 - Quiz

'De consistentie van een product.'

Wat betekent het woord 'consistentie'?

A
de gaarheid van een product
B
de stevigheid of dikte van een product
C
de versheid van een product
D
de voedingswaarde van een product

Slide 10 - Quiz

Wat betekent de afkorting THT?
A
tenminste houdbaar tot
B
tenminste houden tot
C
tenminste heet tot
D
tenminste hebben tot

Slide 11 - Quiz

Je moet een halve liter water afmeten in de maatbeker.
Hoeveel milliliter is dat?

A
5 ml
B
50 ml
C
5000 ml
D
500 ml

Slide 12 - Quiz

Welke snijtechniek is hier toegepast?
A
snipperen
B
hakken
C
schaven
D
ciseleren

Slide 13 - Quiz

Welk keukenmateriaal is dit?
A
aardappelschilmesje
B
garde
C
dunschiller
D
koksmes

Slide 14 - Quiz

Welk vak van de schijf van vijf is het kleinste vak?
A
dranken
B
smeer en bereidingsvetten
C
zuivel, noten, vis peulvruchten, vlees en ei
D
groente en fruit

Slide 15 - Quiz

Wat is een geschikt tussendoortje voor mensen met diabetes of met een cholesterolbeperkt dieet?
A
volle yoghurt
B
eiersalade
C
chips
D
wortels

Slide 16 - Quiz

Welke vitamine zit er in brood
A
vitamine B
B
vitamine c
C
vitamine d
D
vitamine a

Slide 17 - Quiz

Welke materiaal heb je niet nodig om mastiek te maken?
A
microvezeldoekje
B
stofzuiger
C
strijkijzer
D
koksmes

Slide 18 - Quiz

Wat is poleren?
A
het schoonmaken van het restaurant
B
het oppoetsen van servies en bestek
C
het maken van een bouillon
D
het vlees ontdoen van de botten

Slide 19 - Quiz

Rachid heeft diabetes.

Wat is een ander woord voor diabetes?

A
griep
B
blaasontsteking
C
nierziekte
D
suikerziekte

Slide 20 - Quiz

Welk orgaan maakt insuline aan?
A
alvleesklier
B
darmen
C
lever
D
milt

Slide 21 - Quiz

Wat is het alarmnummer in Nederland
A
06-11
B
121
C
112
D
911

Slide 22 - Quiz

In welke godsdienst mag melk niet in contact komen met vlees?
A
Boeddhisme
B
Islam
C
Hindoeïsme
D
jodendom

Slide 23 - Quiz

Je moet een bavarois maken en gebruikmaken van een bindmiddel dat de kleur van het gerecht niet verandert.

Welk bindmiddel kun je gebruiken?

A
gelatine
B
bloem
C
maizena
D
zetmeel

Slide 24 - Quiz

Waarmee zet je de hydrofiel zwachtel vast als je een vingerverband hebt aangelegd?
A
wondpleister
B
veiligheidsspeld
C
verbandklemmetje
D
kleefpleister

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Diapositive