10.1 Voedingsstoffen

10.1 Voedingsstoffen
Voorkennisvragen:
  • 1. Welke voedingsstofgroepen kun je benoemen?
  • 2. Noem 3 voorbeelden van verschillende soorten eiwitten
  • 3. Wat zijn de bouwstenen van eiwitten, vetten en koolhydraten?
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

10.1 Voedingsstoffen
Voorkennisvragen:
  • 1. Welke voedingsstofgroepen kun je benoemen?
  • 2. Noem 3 voorbeelden van verschillende soorten eiwitten
  • 3. Wat zijn de bouwstenen van eiwitten, vetten en koolhydraten?

Slide 1 - Diapositive

Periode 2
Thema 3 Vertering en Thema 4 Transport  (ST in toetsweek)


Slide 2 - Diapositive

Koolhydraten
Ketens van monosachariden (suikers)
Bestaan uit C, H, en O's

Dienen als:
- Brandstof
- Reservestof (glycogeen)
- Bouwstof (DNA)

Voedingsvezels:
Koolhydraten die niet kunnen verteerd worden door enzymen van mensen (Cellulose)
Toch belangrijk voor mensen want:
Darmbacteriën hebben wel enzymen die dat kunnen.
Verzadigd gevoel
Bevorderen darmwerking en stoelgang

Slide 3 - Diapositive

Eiwitten
Eiwitten: ketens van aminozuren

Veel verschillende taken in het lichaam:
- Receptoren
- Hormonen
- Antilichamen
- Transporteiwitten (hemoglobine)
- Structuureiwitten (celskelet)
- Motoreiwitten (spieren)

Er zijn 20 verschillende aminozuren (BINAS tabel 67H) 

Essentiële aminozuren: 
Aminozuren die je lichaam zelf niet kan maken uit andere stoffen. Deze moet je dus compleet binnenkrijgen via je eten.

Slide 4 - Diapositive

Vetten (Lipiden)
Bestaan uit glycerol en vetzuren (verzadigd of onverzadigd)

Sommige vetzuren kun je niet maken, die zijn weer essentieel en moet je dus binnen krijgen door te eten.

Dienen als:
- Bouwstof (celmembranen en cholesterol)
- Brandstof 
- Reservestof

Slide 5 - Diapositive

Lezen: Blz. 138-141
Tekstbegripsvragen:
1. Waartoe kunnen zowel Eiwitten, Vetten als Koolhydraten voor dienen?
2. Wat wordt bedoeld met essentiële aminozuren?
3. Noem minimaal 3 verschillende functies van eiwitten. Wees specifiek.
4. Wat zijn mogelijke gevolgen van het gebruiken van eiwit als brandstof?
5. Kunnen koolhydraten ook dienen als bouwstof?
6. Wat verstaan we onder voedingsvezels?
7. Wat is het verschil tussen verzadigde en onverzadigde vetten?
8. Mensen hebben vaak een negatieve associatie met cholesterol. Waar is cholesterol voor nodig? 
timer
8:00

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Maken: 10.1 Opdracht 1 t/m 4
Klaar? Maak een begin met 5 t/m 9


timer
7:30

Slide 8 - Diapositive

Reflectie vorige les
Beantwoordt de volgende vragen:
1. Waartoe dienen vitaminen en mineralen?
2. Uit welke bouwstenen bestaan koolhydraten?
3. Wat betekend het als een bepaald vetzuur essentieel wordt genoemd?
4. Kunnen eiwitten dienen als brandstof?

Slide 9 - Diapositive

Lezen: Blz. 142 t/m 144
Tekst begripsvragen:
1. Hoeveel procent van het water dat je dagelijks opneemt komt bij verbranding vrij?
2. Op welke 4 manieren raak je water kwijt? 
3. Geef 2 voorbeelden van mineralen en hun functie in het lichaam.
4. Wat wordt bedoeld met spoorelementen?
5. Wat zijn provitaminen?

timer
7:00

Slide 10 - Diapositive

Maken: 3.1 Opdracht 5 t/m 11
timer
7:30

Slide 11 - Diapositive

Oefentoetsvraag: 
Veganisme
Veganisten zijn mensen die geen dierlijke producten gebruiken in hun levensstijl. Dat betekend geen vlees, vis, kaas, eieren in hun eten. Ze eten voornamelijk groenten, fruit, noten, zaden, sojamelk en tofu. Veganisme is geen makkelijk dieet, veganisten moeten goed nadenken over wat ze iedere dag eten. 

(2p) 1. Noem een argument waarom veganisten goed moeten nadenken over wat ze iedere dag eten. 

Één van de problemen met het veganisme dieet is dat vitamine B12 niet in plantaardig voedsel te vinden is. Daarom worden veganisten geadviseerd om dit zelf erbij te slikken. Vooral voor kleine kinderen is dit belangrijk.

(2p) 2. Wat is de functie van vitamine B12? Welke gevolgen zou een tekort kunnen hebben voor de gezondheid? 


Slide 12 - Diapositive

Start 3.2 
Het darmkanaal
Mechanische vertering:
Het samentrekken van de kringspieren zorgt ervoor dat de voedselbrij gekneed wordt en goed gemengd wordt met verteringsap

Chemische vertering:
In de verteringsappen zitten enzymen die de voedingsstoffen in de voedselbrij afbreken in hun monomeren. Dit proces noem je de chemische vertering. 

Darmperistaltiek
Door afwisselend samentrekken van kring- en lengtespieren wordt de voedselbrij richting de anus vervoerd. Het voedsel kan hierdoor maar 1 richting op. 

Slide 13 - Diapositive

Braindump
  • Lees kopje Het darmkanaal blz. 112
  • sla boek dicht
  • Schrijf op wat je hebt onthouden
  • Vergelijk wat je hebt onthouden met wat er in de tekst stond. Klopt het?
timer
2:30

Slide 14 - Diapositive

Aan de slag met de leerdoelen
Lezen blz. 150 t/m 153
Maken opdracht 17 t/m 20

Slide 15 - Diapositive