Beeldspraak

Beeldspraak en stijlfiguren
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Beeldspraak en stijlfiguren

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is beeldspraak?
Beeldspraak is figuurlijk taalgebruik. Er wordt niet letterlijk gezegd wat er wordt bedoeld. 
Er wordt een beeld gebruikt voor iets wat letterlijk wordt bedoeld (object).

Voorbeeld: 'Ik heb honger als een paard.'

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Vergelijking
  1. Vergelijking met 'als' of ander (vergelijkend) woord 
    Hij is een beer van een vent.

  2. Vergelijking zonder 'als' of ander (vergelijkend) woord
    Je kamer, die zwijnenstal, moet worden opgeruimd!

Beeld én object staan in de zin.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Metafoor
  • Het object wordt vervangen door het beeld
      Wat een zwijnenstal is het hier!

  • Op basis van de context bepalen wat het object is
      Een trouwe wachter stond op de hoge duin.

  • Spreekwoorden en gezegden zijn vaak metaforen
      Als er een schaap over de dam is, volgen er meer.


Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3. Personificatie
  • Levenloze of abstracte dingen krijgen menselijke eigenschappen

De wind huilt om het huis.

Mijn kamer smeekt om een opruimbeurt.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4. Synesthesie
  • De indruk van een bepaald zintuig wordt verbonden met die van een ander

    Warme kleuren
    Bittere woorden
    Scherpe geur

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5. Metonymia
Relatie tussen beeld en object is niet gebaseerd op vergelijking, maar op een andere relatie:
  • Maker - product
      De nieuwste Mulisch lezen.

  • Materiaal - product
      De ijzers onderbinden.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Verpakking - inhoud
      Doe mij nog maar een glas.

  • Deel - geheel
      Even de neuzen tellen.

  • Geheel - deel
      Nederland won met 1-0.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom beeldspraak?
  • Beeldspraak maakt taal levendig en aantrekkelijk
  • Beeldspraak kan overtuigend werken 
  • Beeldspraak kan begrip bevorderen

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Filmfragment
Kijkvragen:
  1. Wat is volgens Arjen Lubach de reden dat politici beeldspraak gebruiken?
  2. Wat zou er bedoeld worden met de metafoor 'gratis bier uitdelen'? 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

00:18
Wat is volgens Arjen Lubach de reden dat politici beeldspraak gebruiken?

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

01:09
Wat zou er bedoeld worden met de metafoor 'gratis bier uitdelen'?

Slide 13 - Diapositive

Hier kan je ook aangeven dat het nog maar de vraag is of het gebruik van beeldspraak begrip bevordert.
'In het zonlicht dansten talloze stofjes.'

Welke vorm van beeldspraak?
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Metonymia
D
Personificatie

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

'In het zonlicht dansten talloze stofjes.'

Wat wordt er in letterlijke zin bedoeld?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

'Heb jij de nieuwste Herman Koch al gelezen?'

Welke vorm van beeldspraak?
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Metonymia
D
Personificatie

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

'Heb jij de nieuwste Herman Koch al gelezen?'

Wat is het object en wat is het beeld?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

'Mijn moeder heeft een warme stem'

Welke vorm van beeldspraak?
A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Metafoor
D
Synesthesie

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

'Mijn moeder heeft een warme stem'

Welke zintuigen worden gecombineerd?

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

'Hij is zo trots als een pauw'

Welke vorm van beeldspraak?
A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Synesthesie
D
Metafoor

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

'Hij is zo trots als een pauw'

Wat is het object en wat is het beeld?

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Beeldspraak komt veel voor in literatuur en ook in liedjes.

We luisteren naar een fragment uit het nummer Ijskoud van Nielson.

Beantwoord daarna de volgende vraag: welk stukje uit de tekst van IJskoud bevat een personificatie?

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk stukje uit de tekst van IJskoud bevat een personificatie?
A
Het is ijskoud
B
Een rilling loopt een rondje op m’n rug
C
Waarom maak je alles stuk?
D
Waarom zou je dat doen?

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

We luisteren naar een fragment uit het nummer Thuis van Snelle.

Beantwoord daarna de volgende vragen:
1. Noem een voorbeeld van beeldspraak uit dit fragment.
2. Zet erachter welke vorm van beeldspraak het is.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Nog een keer de tekst
En ik kan niet onder woorden brengen wat
Er gebeurt als ik het huis binnenstap, maar
Het is als de aankomst in de haven na een lange tijd op zee
Hier staan mijn voeten op de aarde
En mijn jeugd op dvd, en
Lang niet vaak genoeg is deze tijd aan ons besteed
Maar nergens tikt die zo en is de puzzel zo compleet
Ik ben thuis, hier ben ik thuis
Hier ben ik thuis

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De vragen
1. Noem een voorbeeld van beeldspraak uit dit fragment.
2. Zet erachter welke vorm van beeldspraak het is.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De opdracht
Bedenk zelf een metafoor of een vergelijking die bij jou past, of die iets over jou zegt. Denk aan:
- Jouw kwaliteiten
- Waar je nu staat in je leven
- Jouw persoonlijke ontwikkeling
- Iets wat jou jou maakt

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Alles van woordenschat nakijken

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions