Studiedag 10 Januari 2024

Klassenmanagement
Hanane, Rachid en Isa

10 Januari 2025
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
StudielessenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Klassenmanagement
Hanane, Rachid en Isa

10 Januari 2025

Slide 1 - Diapositive

Wat hoop je vandaag op te halen? Wat verwacht je van ons?

Slide 2 - Question ouverte

Waar denk je aan bij de term klassenmanagement?

Slide 3 - Carte mentale

Voorkennis

Slide 4 - Diapositive

Een definitie

Al die maatregelen die een leerkracht neemt om een klimaat te scheppen waarin leerlingen met succes kunnen leren en werken. 

Leerkrachten die hun klas goed georganiseerd hebben ook betere leerresultaten bij de kinderen bewerkstelligen. Deze leerkrachten slagen er vooral in problemen te voorkómen. Ze hebben overzicht over de klas en kunnen hun aandacht over meerdere zaken tegelijk verdelen. 

Slide 5 - Diapositive

Klassenmanagement & pedagogiek
Met goed klassenmanagement kun je als leraar zorgen voor een veilige sfeer in de klas, waarin leerlingen kunnen presteren en pestgedrag geen kans krijgt. 

Klassenmanagement zorgt ervoor dat het in de groep goed loopt. Bij de ene leerkracht leren de leerlingen veel en met plezier, bij de ander gaat het er chaotisch aan toe en zijn veel leerlingen meer bezig met klieren dan met leren. Van goed onderwijs kan in die laatste groep geen sprake zijn.

Goed klassenmanagement wil dus eigenlijk zeggen dat je weet hoe je je lessen indeelt en dat de leerlingen weten wat wel en niet mag en zich daar ook aan houden.


Slide 6 - Diapositive

Doelen vandaag


Wat doe je als docent om in een goede verstandhouding met de leerlingen je lesdoelen te bereiken?

 

Slide 7 - Diapositive

Factoren pedagogisch klimaat
Als het gaat om het opbouwen van een goed en veilig pedagogisch klimaat zijn de volgende factoren van belang:

• Relatie docent – leerling
• Voorbeeldfunctie
• Regels en routines
• Omgaan met orde-verstorend gedrag (en vooral de preventie hiervan)

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Omgaan met ordeverstorend gedrag
Preventieve maatregelen en erkenning van de behoeften van leerlingen hebben een groot effect. Zorg voor een goede balans tussen belonen en straffen (ratio 4 : 1). Belonen betekent in dit geval elke positieve aandacht die je aan een student geeft. Dat kan zijn letterlijke complimenten maar ook een knipoog, duim, een verdiepende opdracht omdat iemand excellent presteert etc. 

De belangrijkste ‘kunst’ die je als docent moet zien te beheersen is verschil te maken tussen wat lastig gedrag en wat belangrijk gedrag is. Als je al het ‘moeilijke’ gedrag van je leerlingen als belangrijk bestempelt, word je een politieagent en ben je zelf de grootste ordeverstorende factor geworden.

Slide 10 - Diapositive

Een situatie
Kijkvraag: hoe nu verder?

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Gesprek
En nu? Hoe nu verder met Bilal?

Slide 13 - Diapositive

Waar denken wíj aan?

- Vooraf nadenken over de les;
-lesplan
- Waar heb je controle over?
- Hoe ga je sturen?
- Welke lln hebben jou nodig voor de lesstof?
- Welke lln hebben jouw hulp nodig bij hun gedrag? 
- Welke kennis heb je nodig, wat moet je weten?  

Slide 14 - Diapositive

Neem een situatie
- In viertallen;

- Kies één van jouw lessen uit waar je achteraf geen goed gevoel bij had;
- Beschrijf in één minuut die les;

- Bepaal onderling welke situatie jullie delen.

timer
5:00

Slide 15 - Diapositive

uitdaging in onze context
-Vrijwilligersorganisatie met serieus aantal leerlingen
-we kennen de leerling vaak niet goed! we hebben geen Magister als op een reguliere school waar je veel informatie kunt vinden over de leerling, thuissituatie, specifieke hulpvragen, "rugzakje van leerlingen", 
-niveauverschillen in cognitie en leercapaciteiten.

Slide 16 - Diapositive

Een lnn die gezien wordt...
- wordt positief wenlkom geheten aan de begin van de les
-de leerlingen worden bij naam genoemd
-de docent vraagt naar hobby's/interesses en hoe het van week(end) is gegaan
-bij negatief gedrag wordt gedrag afgekeurd en niet de persoon
 wordt begrensd;
- - krijgt altijd uitgelegd waarom gedrag niet geaccepteerd wordt;
- wordt zonder schreeuwen benaderd;
- heeft een team om zich heen dat op één lijn wil liggen;
- wordt geregistreerd gevolgd;
- heeft herstelrecht;
- heeft een docent die niets persoonlijk opvat;
- heeft een docent die niets vermijdt

Slide 17 - Diapositive

Een lln die vastloopt....
- heeft last van onregelmatigheden en onduidelijkheden;
- kan zich niet houden aan de regels van zijn docententeam;
- gaat zich uiten in gedrag; 
- zoekt de confrontatie op;
- wordt dagelijks bevestigd dat hij niet deugt; 
- voelt zich niet begrepen;
- ........

Slide 18 - Diapositive

Succesvolle leerkrachten...


Ze zijn duidelijk.
Ze zijn consequent.
Ze reageren evenwichtig.

Slide 19 - Diapositive

escalatieladder

  • Negeren.
  • Oogcontact maken.
  • De leerling aanspreken op het ongewenste gedrag.
  • Tekst en uitleg geven
  • Standje geven: gedrag afkeuren
  • Corrigeren: gedrag afkeuren en uitleggen hoe je het wel wilt zien
  • Laatste waarschuwing en benoemen van consequenties
  • Time out. Na de time-out is het over en wordt er niet meer over gesproken. Geef je kind de kans het gewenste gedrag te laten zien
  •  Iets niet geven (voorkomen is nog beter: zet de taart hoger, zodat ze er niet bij kunnen)
  • de klas uitsturen, gele kaart halen ( wellicht iets voor de moskee?)
  • Bijvoorbeeld na 4 gele kaarten intern schorsen ( geen pauzes en later naar huis?)

Slide 20 - Diapositive

Ken je leerling

Klassenmanagement begint vóór het eerste fysieke contact. 

- Maak vooral gebruik van je netwerk of warme overdrachten 
- Gebruik de kennis in de moskee
- Misschien een " petit Magister" logboek

Slide 21 - Diapositive

Sta op de eerste dag in de deuropening en begroet iedereen. Geef de leerlingen een hand en maak oogcontact.
Maak jouw voornemen voor het jaar duidelijk. Bijvoorbeeld: ‘Mijn voornemen is dat wij de leukste klas van de school worden.’
Laat de leerlingen hierna opschrijven hoe zij een leuke klas voor zich zien. Maak hiervan een top vijf en bespreek dit klassikaal. Willen de leerlingen ook dat de klas zo met elkaar omgaat? De uitkomst vormt de basis voor de omgang met elkaar.
Zoals hierboven staat uitgelegd, stuur je zodanig dat niet de storming fase op de tweede plek komt maar de norming fase.
Blijf letten op een respectvolle omgang met elkaar. Noem leerlingen bij hun naam en laat je interesse van tijd tot tijd blijken. Het is van belang dat iedereen elkaar steeds beter leert kennen.
Laat de klas gezamenlijk besluiten nemen. Dit bevordert samenwerking.
Benadruk in deze fase de overeenkomsten, niet de verschillen tussen de leerlingen. Zie hiervoor de voorbeeldoefening.
Het proces van het uitvechten van de posities in de groep zal milder plaatsvinden in het begeleide groepsproces, waarbij je storming en norming omdraait.
Als de hiërarchische strijd uit de hand loopt spreek je de leerlingen aan op de omgangsnormen die in de forming-fase zijn bedacht. Omdat zij deze zelf hebben opgesteld zijn de leerlingen hier gevoelig voor.
Geef positieve feedback bij goed gedrag.
De kans is groot dat door juiste begeleiding een positieve werksfeer is ontstaan. Toch blijft het groepsproces kwetsbaar. Blijf vooral goed observeren wat er gebeurt op groepsniveau en speel hierop in.
Wanneer de groepsvorming prettig is verlopen voor de leerlingen kan het uit elkaar gaan lastig zijn. Een uitstapje of etentje is daarom in deze fase een goede afsluiting van het samenzijn.

Slide 22 - Diapositive

wat is intrinsieke motivatie?
A
motivatie die uit het persoon zelf komt
B
motivatie die gegenereerd wordt door iets of iemand van buitenaf, zoals een beloning
C
zo kun je de groei volgen, vastleggen en aantonen
D
Motivatie als gevolg van straffen en maatregelen

Slide 23 - Quiz

Waarom zijn routines belangrijk in de klas?
A
Ze verminderen creativiteit
B
Ze zijn tijdverspilling
C
Ze maken lesgeven moeilijker
D
Ze creëren structuur en voorspelbaarheid

Slide 24 - Quiz

Wat is een effectieve strategie voor klassenmanagement?
A
Leerkracht negeren
B
Geen toezicht houden
C
Straf opleggen voor elke fout
D
Preventief gedrag bevorderen

Slide 25 - Quiz

Wat is een belangrijk kenmerk van autonomie?
A
Afhankelijkheid van anderen
B
Zelfbepaling
C
Dwang en controle
D
Keuzevrijheid

Slide 26 - Quiz

Wat bevordert intrinsieke motivatie volgens het model?
A
Autonomie
B
Controle van buitenaf
C
Sociale druk
D
Competentie

Slide 27 - Quiz

Welke motivatievorm staat centraal in het model?
A
Autonomie
B
Competitieve motivatie
C
Externe beloning
D
Intrinsieke motivatie

Slide 28 - Quiz

Wat is het hoofddoel van het determinantiemodel?
A
Ondersteunen van zelfstandigheid
B
Verhogen van externe druk
C
Begrijpen van motivatie
D
Minimaliseren van prestaties

Slide 29 - Quiz

Hoe kan een docent de groepsvorming ondersteunen?
A
Activiteiten voor samenwerking organiseren
B
Groepen scheiden
C
Individuele opdrachten geven
D
Geen input geven

Slide 30 - Quiz

Welke fase volgt na de stormfase?
A
Vormingsfase
B
Normeringsfase
C
Prestatiefase
D
Afsluitingsfase

Slide 31 - Quiz

Wat kan de docent doen in de normeringsfase?
A
Conflict aanmoedigen
B
Evaluatiegesprekken voeren
C
Regels en verwachtingen vaststellen
D
Groepsleden apart zetten

Slide 32 - Quiz

Wat is de eerste fase van groepsdynamica?
A
Prestatiefase
B
Vormingsfase
C
Stormfase
D
Normeringsfase

Slide 33 - Quiz

Welke vaardigheid is belangrijk in de prestatiefase?
A
Afstandelijkheid en isolatie
B
Communicatie en samenwerking
C
Creativiteit en chaos
D
Leiderschap en dominantie

Slide 34 - Quiz

Wat helpt de escalatieladder te bereiken?
A
Minder lesmateriaal gebruiken
B
Duidelijke communicatie tussen betrokkenen
C
Geen regels volgen
D
Vaker straffen van leerlingen

Slide 35 - Quiz

Wat is de escalatieladder?
A
Een spel voor de klas
B
Een toets voor leerlingen
C
Een systeem voor conflictbeheersing
D
Een lesboek voor docenten

Slide 36 - Quiz

Vandaag geleerd

Slide 37 - Carte mentale

Vragen, waar zou ik graag meer bij willen stilstaan bij een volgende workshop

Slide 38 - Carte mentale