Bijwoord

• Taal
• Basisschool
• Groep 5

Woordsoorten en zinsdelen

Geef een voorbeeld van een woordsoort:

Geef een voorbeeld van een zinsdeel:

Het doel van de les

Je leert wat een bijwoord is

Dit moet je weten

Een bijwoord zegt iets over het werkwoord in de zin. 

Mattis roept hard naar zijn dochter.

Het verhaal loopt goed af.

Ik vond het boek geweldig.

De schrijver heeft het mooie verhaal over Ronja spannend verteld.

Goed gedaan, beste mevrouw Lindgren!

Die zure melk smaakt vies.

Hij splijt het hout langzaam.

In een museum moet je zachtjes praten.

Ze leest snel het spannende boek uit.

Zij ziet er in haar rode jurk leuk uit.

Jij hebt in de taalles hard gewerkt.

We wandelen langzaam door smalle straatjes.

1. wandelen
2. smalle
3. langzaam
4. straatjes

Papa geniet erg van de oude gebouwen.

1. papa
2. erg
3. geniet
4. oude

Met zijn korte broek en zonnebril is hij zomers gekleed.

1. korte
2. gekleed
3. broek
4. zomers

We gaan heerlijk uitrusten op een klein terrasje.

1. heerlijk
2. uitrusten
3. klein
4. terrasje

Mama neemt voorzichtig een slokje van haar wijn.

1. voorzichtig
2. slokje
3. neemt
4. haar

'Smaakt het ijs lekker' vraagt de vriendelijke ober aan mij.

1. smaakt
2. lekker
3. vriendelijke
4. ober

Schrijf een bijwoord op.
Ik vond deze les ..... om te doen.