Quiz Typische Ned. landschappen.

Quiz Typische Ned. landschappen.
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens en maatschappijMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Quiz Typische Ned. landschappen.

Slide 1 - Diapositive

Stuwwal.
Veen.
Dijk.
Waterschap.
Zand en grind door ijs opgeschoven tot een heuvel.
Een laag met dode plantenresten.
Een aangelegde verhoging die het achterliggende land beschermt tegen hoogwater en golven.
Een organisatie die zorgt voor de dijken en die het waterpeil regelt.

Slide 2 - Question de remorquage

Zijn de heuvels van Maastricht ook door het landijs ontstaan? Gebruik in je antwoord "lijn Haarlem-Utrecht-Nijmegen"

Slide 3 - Question ouverte

Noem 3 landen die in Scandinavie liggen.

Slide 4 - Question ouverte

Wat is een ander woord voor "terpen"?
A
wierden
B
verhoging
C
opstapeling
D
weerden

Slide 5 - Quiz

Veen is een laag met dode plantenresten. Waarom woonden er heel lang geen mensen in het veengebied.
A
Mensen vonden het geen mooi gebied om in te wonen.
B
Het gebied was erg nat. Je kon erin wegzakken. Het was te nat voor de landbouw.
C
Het gebied was erg nat. Je kon alleen op een woonboot in dit gebied wonen.

Slide 6 - Quiz

Waarom was het vroeger gevaarlijk om bij een rivier te wonen?
A
Langs de rivieren lagen geen dijken zo kon het land overstromen. De rivieren blijven altijd op een vaste plaats liggen en veranderen niet.
B
Langs de rivieren lagen geen dijken zo kon het land overstromen. De rivieren waren zo groot dat ze nooit konden overstromen.
C
Langs de rivieren lagen geen dijken zo kon het land overstromen. De rivieren veranderden steeds van plaats.
D
Langs de rivieren lagen geen dijken zo kon het land overstromen. De rivieren lagen op terpen zodat er geen gevaar was.

Slide 7 - Quiz

Droogmakerij
Gemaal
Polder
Ontginnen
Een gebied waar het waterpeil kunstmatig wordt beheerd.
Veengebied klaarmaken voor de landbouw.
Pomp die werkt op diesel of elektriciteit
Een meer dat is leeggepompt, met als doel er landbouwgrond van te maken.

Slide 8 - Question de remorquage

Hoe wordt de provincie Groningen beschermd tegen de Waddenzee?
A
Door zakken zand.
B
Door dijken.
C
Door terpen.
D
Door wierden.

Slide 9 - Quiz

Waar in Nederland liggen de jongste polders?
A
Bij Middag.
B
Aan de kust van de Waddenzee.
C
Bij Humsterland.
D
Onder de Lauwerszee

Slide 10 - Quiz

Rond het 1000 veranderde het klimaat in Nederland opnieuw. Er was meer voedsel beschikbaar en daardoor begon de bevolking te groeien. De bisschop van Utrecht en de graaf van Holland wilden veengebieden klaarmaken voor:
A
Veeteelt
B
Veen
C
Landbouw.
D
Moeras

Slide 11 - Quiz

Vrije boeren werden eigenaar van land nadat zij hard hadden gewerkt om sloten te graven rond akkers/weilanden.

Dit werd vastgelegd in een contract. Hoe heet zo'n contract?
A
Cope
B
Choop

Slide 12 - Quiz

Wat was een nadeel van opdrogende veen en hoe werd dat opgelost?
A
Opdrogend veen ging rotten als er lucht bij kwam. De lucht stonk zo dat ze er zand bovenop moesten gooien zodat het niet zo stonk.
B
Opdrogend veen ging rotten als er lucht bij kwam. Het veen kon nu niet meer gebruikt worden voor de landbouw dus bedachten ze wat anders hiervoor.
C
Opdrogend veen ging rotten als er lucht bij kwam. Het land kwam nu hoger als de zee te liggen. De terpen waren hoog genoeg en nu hadden ze geen last meer van de zee.
D
Opdrogend veen ging rotten als er lucht bij kwam. Het land kwam even hoog als de zee te liggen. Met windmolens werd water naar de zee gepompt.

Slide 13 - Quiz

Het veen verdween langzamerhand. Waar eerst veen lag ontstond de Zuiderzee en Noord-Holland dreigde voor een groot deel onder te lopen. Hoe werd het land beschermd hiertegen?
A
In kleine rivieren werden dammen aangelegd die zeewater tegenhielden.
B
Kleine rivieren werden drooggelegd.
C
In kleine rivieren werden nog meer sloten gegraven zodat het zeewater op nog meer plekken kon komen.
D
In kleine rivieren werden kiezelstenen aangelegd zodat de rivieren eerder zouden overstromen.

Slide 14 - Quiz

Wat zijn onderdelen van een droogmakerij?
A
Boerderijen, ringdijk, rechte wegen.
B
Ringdijk, ringvaart, sloten, rechte wegen.
C
Molens, vee, ringdijk, ringvaart.
D
Ringdijk, ringvaart, sluizen, rechte wegen.

Slide 15 - Quiz

Welke provincie bestaat helemaal uit droogmakerijen?
A
Zeeland
B
Noord-Holland
C
Flevoland
D
Groningen

Slide 16 - Quiz

Juist.
Onjuist
De stuwwallen in Limburg zijn ontstaan door de ijstijd.
Een droogmakerij is ook een polder.
Als je een dijk aanlegt, komt er geen nieuwe slib mee in de polder.
In het veengebied liggen de sloten ver uit elkaar.
Een deel van Nederland ligt 20 meter beneden zeeniveau.
Niet elke polder is een droogmakerij.

Slide 17 - Question de remorquage

Sleep de pijl naar de provincie Utrecht

Slide 18 - Question de remorquage