14 feb, deel 2 2f

• Rekenen
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Welkom!

Doel

Planning

Tamar en Jari toets!

Uitleg/herhaling

Oefenen

Aan de slag

Toetsen inhalen?

Uitleg

Bij het optellen van breuken moet je eerst zorgen dat de noemers gelijk zijn en tel je de tellers bij elkaar op. Als de noemers niet gelijk zijn moeten deze eerst gelijknamig gemaakt worden. Om breuken op te tellen is van belang dat deze gelijknamig zijn

Uitleg

Breuken bestaan uit...

1. Boven en onder
2. Teller en noemer
3. Naam en achternaam
4. Vier cijfers

Breuken vereenvoudigen

8 mensen van de 25 die er voorbij lopen,
dragen handschoenen.

Welk deel van de voorbijgangers draagt handschoenen?

1. ​25​​8​​
2. ​25​​1​​
3. ​8​​8​​
4. ​8​​25​​

Hoeveel spelers in het team zitten, heeft niks te maken met de verhouding!

2/6 en 4/6
Zijn gelijknamige breuken

1. waar
2. niet waar

Breuken optellen

​3​​1​​+​3​​1​​=

1. 2/6
2. 1/9
3. 2/3
4. 1/6

Bij breuken optellen moet je de breuken gelijknamig maken

1. Waar
2. Niet waar

Breuken...

1/5 + 2/5 =

1. 1/5
2. 4/5
3. 2/5
4. 3/5

Welke 2 breuken zijn hetzelfde

1. 2/4
2. 1/4
3. 2/3
4. 1/2

Schrijf als deel
8% is ...

(denk aan vereenvoudigen)

1. 8/100
2. 2/25
3. 4/50
4. 6/100

Schrijf als deel
30% is ...

(denk aan vereenvoudigen)

1. 30/ 100
2. 15 / 50
3. 3 /10
4. 6/20

En nu andersom....

​100​​40​​

=

40 %

​50​​11​​

=

22%

​100​​22​​

=

Hoeveel procent is 41/50?

1. 41%
2. 82%
3. 81%
4. 80%

De ring kost €300. Bij de bijenkorf is er een korting van 40%.

Hoeveel euro is de korting?

Stap 1: bereken 10%

Stap 2: 10% x 4 = 40% dus 30 x 4 = 120

Stap 3: de korting is 120 euro

Wat is 13% van 300

1. 30
2. 36
3. 39
4. 50

Bereken 13% van 300

Stap 1: bereken 10%

10% van 300 is 30

Stap 2: bereken 3% van 300 

1% van 300 is 3 dus 3% is 9

Stap 3: 10 % + 3 % = 13 %

Dus : 30 + 9 = 39

Aan de slag

Met deel 2, 2f of waar je gebleven was ! 

20 minuten effectieve tijd.

Let op: normaal is het 30 minuten!