2.2 Breuken vereenvoudigen, optellen/aftrekken

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 2 Getallen en bewerkingen

2.2 Breuken

Waar gaat de les over?

Deze les hoort bij 2.2 Breuken

• Theorie A + B : Breuken vereenvoudigen en optellen/aftrekken.

Leerdoel:

Aan het eind van de les kun je breuken vereenvoudigen en breuken optellen en aftrekken.

Breuken vereenvoudigen

Hoe zat het ook al weer?

​12​​8​​=​6​​4​​=​3​​2​​

: 2

: 2

Helen uit de breuk halen (en erin stoppen)

1​5​​4​​=​5​​9​​

Er in: vermenigvuldig de hele met de noemer             en tel er de teller bij op.

1⋅5+4=9

​5​​9​​=1​5​​4​​

Er uit: kijk hoe vaak de noemer in de teller past.                  Wat er over blijft, blijft een breuk. 

            9 : 5 = 1 rest 4

Gelijknamige breuken optellen en aftrekken

Bij gelijknamige breuken mag je de tellers gelijk optellen/aftrekken:

​7​​2​​+​7​​3​​=​7​​5​​

​9​​8​​−​9​​5​​=​9​​3​​=​3​​1​​

Als je kunt moet je vereenvoudigen!

Niet gelijknamige breuken optellen en aftrekken

Juf Sanne legt het heel simpel uit!

Hoe ging het?

Ik vind het lastig. Ik wil extra instructie.

Ik weet het niet zeker, maar ik ga het eerst zelf proberen.

Ik snap het en kan zelfstandig aan het werk.

Aan de slag!

Huiswerk bij deze les:

Maken: 18,m19, 22, 23, 26, 27*

Dit maak je in de les!

Weektaak:

din: 10 t/m 14

woe: 18, 19, 22, 23, 26, 27*

vrij: 29, 30, 32, 33, 36*

www.tiktok.com