Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Toets voeding en vertering
lees de vragen goed,
Succes!
Slide 1 - Diapositive
Honing is een voedingsmiddel.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quiz
Een functie van darmperistaltiek is het vermengen van voedsel met verteringssappen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quiz
De twaalfvingerige darm zit tussen de dunne en de dikke darm.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
Voedingsvezel is nodig voor een goede darmperistaltiek
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
Een krop sla is een dierlijk voedingsmiddel
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
Door de twaalfvingerige darm worden verteringssappen gemaakt
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Iemand met een slecht gebit kan minder goed voedsel verteren dan iemand met een goed gebit
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
Als je je voedsel goed kauwt, kunnen de verteringssappen beter op het voedsel inwerken
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quiz
In de endeldarm worden onverteerde voedselresten tijdelijk opgeslagen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quiz
In de lever wordt gal gemaakt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quiz
Mineralen zijn reservestoffen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quiz
Een man van 40 jaar heeft meer energie nodig dan een jongen van 18 jaar
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quiz
Vitamine D zijn belangrijk voor stevige botten
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quiz
In afbeelding 3 is de Schijf van Vijf met enkele voedingsmiddelen schematisch getekend. Over deze afbeelding gaan de vragen 18 tot en met 20
Slide 15 - Diapositive
Tot welk vak behoort prei?
A
Vak groen
B
Vak blauw
C
Vak geel
D
Vak oranje
Slide 16 - Quiz
Tot welk vak behoort macaroni?
A
Vak roze
B
Vak geel
C
Vak oranje
D
vak groen
Slide 17 - Quiz
Tot welk vak behoort kaas?
A
Vak groen
B
Vak geel
C
Vak roze
D
Vak blauw
Slide 18 - Quiz
Iemand is bezig met een vermageringskuur. Hij wil voedingsmiddelen gebruiken die weinig energie leveren. Hij kan kiezen uit mager vlees, gekookt ei, komkommer, patates frites en tomaat.
Welke van deze voedingsmiddelen kan hij het beste kiezen om per 100 gram voedingsmiddel zo weinig mogelijk energie op te nemen?
A
Gekookt ei en patates frites
B
Komkommer en mager vlees.
C
Komkommer en tomaat
D
Mager vlees en gekookt ei
Slide 19 - Quiz
Ons voedsel kan onder andere glucose, vetten en mineralen bevatten. Welke van deze stoffen hoeven niet te worden verteerd?
A
Alleen vetten
B
Alleen glucose en vetten
C
Alleen glucose en mineralen
D
Glucose, vetten en mineralen
Slide 20 - Quiz
Welke stoffen kunnen (zonder vertering) door de wand van het darmkanaal in het bloed terechtkomen?
A
Eiwitten
B
Koolhydraten
C
Mineralen
D
Vetten
Slide 21 - Quiz
Als bij een patiënt de galblaas is verwijderd, wordt een speciaal dieet voorgeschreven. Van welke voedingsstoffen moet deze patiënt dan zo weinig mogelijk eten?
A
Van dierlijke eiwitten
B
Van dierlijke eiwitten
C
Van plantaardige eiwitten
D
Van vetten
Slide 22 - Quiz
Welke voedingsstoffen worden opgeslagen in bepaalde delen van je lichaam?
A
Beschermende stoffen
B
Bouwstoffen
C
Brandstoffen
D
Reservestoffen
Slide 23 - Quiz
In de afbeelding is het verteringsstelsel van de mens schematisch getekend. Enkele organen zijn met nummers aangegeven. Gebruik deze bij de volgende vragen
Slide 24 - Diapositive
Met welk nummer is de twaalfvingerige darm aangegeven?
A
Nummer 2
B
Nummer 5
C
Nummer 9
D
Nummer 10
Slide 25 - Quiz
Wat is de naam van nummer 11
A
Endeldarm
B
Dikke darm
C
Dunne darm
D
Slokdarm
Slide 26 - Quiz
Welke nummers geven verteringssappen af?
A
1, 3, 7, 8 en 9
B
1, 3, 5, 8, 11
C
1, 3, 4, 9, 10
D
7, 4, 8, 9, 10
Slide 27 - Quiz
Welk orgaan maakt gal?
A
Lever
B
Galblaas
C
Twaalfvingerige darm
D
Maag
Slide 28 - Quiz
Welk verteringssap zorgt voor het emulgeren van vetten?
A
Alvleessap
B
Darmsap
C
Gal
D
Maagsap
Slide 29 - Quiz
In welk deel van het darmkanaal komen darmplooien en darmvlokken voor?
A
Dunne darm
B
Endeldarm
C
Slokdarm
D
Twaalfvingerige darm
Slide 30 - Quiz
In afbeelding 5 is in een diagram weergegeven hoeveel energie en hoeveel eiwit amandelen, boter, bonen en chocolade naar verhouding bevatten.
Gebruik bij de volgende vraag
Slide 31 - Diapositive
Een jongen die in de groei is en veel aan sport doet, mag slechts een van de vier genoemde voedingsmiddelen gebruiken. Welk voedingsmiddel kan hij het beste gebruiken?
A
Amandelen
B
Bonen
C
Boter
D
Chocolade
Slide 32 - Quiz
Welke stoffen die eigenlijk als bouwstof dienen, worden als brandstof gebruikt bij anorexia?
A
Eiwitten
B
Koolhydraten
C
Vetten
D
Vitamines+mineralen
Slide 33 - Quiz
Jaap doet een zware krachttraining. Aan welke voedingsstof heeft hij vooral behoefte?
A
Brandstof
B
Bouwstof
C
Reservestof
D
Beschermende stof
Slide 34 - Quiz
Nadia is 15 jaar oud en sport een keer per week. Teun is 14 jaar oud en voetbalt drie keer per week. Wie verbruikt de meeste energie en waarom? Geef minimaal 2 argumenten.
Slide 35 - Question ouverte
Mannetjeshyena’s eten heel veel botten, waardoor hun kiezen snel slijten. Leg uit dat oude mannetjeshyena’s daardoor ondervoed raken.
Slide 36 - Question ouverte
Enkele voedingsmiddelen of voedingsstoffen zijn: eieren, mineralen, rijst, thee en vitamines. Welk(e) hiervan is of welke zijn voedingsmiddelen?
Slide 37 - Question ouverte
Wat word er al opgenomen in je mondholte? En door middel van wat?
A
Kiezen zorgen voor fijnmalen en opname van vet
B
Snijtanden zorgen voor opnamen van vezels
C
Speeksel zorgt voor opname van vitamine C
D
Speeksel en tanden zorgen voor kauwen van mineralen
Slide 38 - Quiz
Welke organen zitten er op plek 2 en 3? Wat is de functie van 3?
A
Alvleesklier, twaalfvingerige darm, functie vet opname
B
Alvleesklier, gal, functie emulgeren vet
C
Lever, galblaas, functie alvleessap produceren
D
Lever, galblaas, functie opslaan gal
Slide 39 - Quiz
Bij welke nummers vind ik de verterings- sap-klieren?
A
1,3,4,5,6
B
1,3,4,6
C
1,2,4,6
D
2,3,7
Slide 40 - Quiz
Ik heb
A
goed geleerd
B
te weinig geleerd
Slide 41 - Quiz
Ik denk dat mijn cijfer is
A
tussen 1 en 4
B
5 of 6
C
7 of 8
Slide 42 - Quiz
Bijna klaar....
Vergeet niet op X te drukken en de toetsin te leveren.