Johan de Witt PRO - Nederlands thema Hobby's les 1

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Nederlands thema Hobby's - les 1

Lesdoel:

* Je leert 4 nieuwe woorden.

* Je herhaalt de zinsdelen.

* Je leert wat de persoonsvorm is en hoe je de persoonsvorm kunt vinden.

* Je maakt tekst 1 van lezen en herhaalt daarbij de theorie van thema 1 t/m 7.

* Je leert wat een aankondiging is.

Moeilijke woorden

De activiteit

Wat er te doen is of waar je mee bezig bent.

Moeilijke woorden

Het concert

Een muziekoptreden, van bijvoorbeeld een zangeres 

of band.

Moeilijke woorden - herhaling

Creatief

Goed zijn in het maken of verzinnen van nieuwe dingen.

Moeilijke woorden

Het evenement

Een gebeurtenis voor een groot publiek.

Moeilijke woorden

Het evenement

Een gebeurtenis voor een groot publiek.

Spelling & Grammatica

Ken je de zinsdelen nog?

Lees de vragen door en kruis bij elke vraag het juiste antwoord aan.

Spelling & Grammatica

Herhaling:

Leesteken: , . ! ?

Klinkers: a, e, i, o, u 

Lidwoord: de, het, een

Zelfstandig naamwoord: mens, dier of ding (woorden waar je 'de, het of een' voor kunt zetten)

Voorzetsel: met een voorzetsel kun je waar/wanneer aangeven: voor, in, achter, tot, per, sinds

Bijvoeglijk naamwoord: zegt iets over het zelfstandig naamwoord: mooie, drukke, kleine, lieve

Werkwoord: iets dat je kunt doen: lopen, fietsen, rennen, zwemmen

Een leesteken vertelt je hoe je een zin moet lezen.

1. waar
2. niet waar

Een zinsdeel bestaat altijd uit één woord.

1. waar
2. niet waar

Je kunt de volgorde van zinsdelen in een zin altijd veranderen.

1. waar
2. niet waar

De a, de u en de y zijn voorbeelden van klinkers.

1. waar
2. niet waar

Wat is de juiste manier om activiteit in lettergrepen te verdelen?

1. act-i-vi-teit
2. a-cti-vi-teit
3. ac-ti-vi-teit

Welk woord is een lidwoord?

1. leuke
2. tussen
3. feest
4. het

Welk woord is een zelfstandig naamwoord?

1. in
2. muziek
3. vergeten
4. een

Welk woord is een voorzetsel?

1. bioscoop
2. gaan
3. de
4. naar

Welk woord is een bijvoeglijk naamwoord?

1. trainen
2. voetbal
3. het
4. zware

Welk woord is een werkwoord?

1. tijdens
2. een
3. grote
4. uitgaan

Wat is de stam van het werkwoord durven?

1. durv
2. durf

Wat is de stam van het werkwoord glimmen?

1. glim
2. glimm

In welke tijd staat de volgende zin?
'Ik ging vorig jaar drie keer per week naar hockeytraining?

1. verleden tijd
2. tegenwoordige tijd

Wat is de verleden tijd van het werkwoord verven?

1. Ik verfte
2. Ik verfde

Lezen

Opdracht 1

1. Lees tekst 1 grondig door.

2. Geef antwoord op de vragen.

3. Gebruik alle theorie die je in thema 1 t/m 7
over 'lezen' hebt geleerd. 

Schrijven

Een aankondiging

Aankondigen betekent dat je vertelt dat er iets gaat gebeuren.

Om een evenement of festival aan te kondigen, wordt vaak een poster gebruikt.

Een poster is een afbeelding op groot papier. Vaak staat er ook tekst bij.

Op de poster vertel je in weinig woorden en met korte zinnen wat er gaat gebeuren.  

Wat wordt er georganiseerd?

Wanneer wordt het georganiseerd?

Waar wordt het georganiseerd?

Waar kun je meer informatie vinden?

Schrijven

Opdracht 1

Bekijk de aankondiging.

Geef antwoord op de vragen.

Wat heb je vandaag geleerd?
(moeilijke woorden, spelling en grammatica, lezen, schrijven)