2023-03-21 B1I Latijn

Leerdoelen

  • Ik kan zinnen met nom/acc vertalen
  • Ik weet wat me voor de toets te doen staat en ik weet hoe ik dat moet aanpakken

Weektaak

  • leren: W les 1
  • leren/herhalen: gramm. 1.1-1.2
  • leren: T 1
  • leren: cultuur p. 20-21-22







    28 maart: toets Latijn
    SPQR H 1
    Gijs: twitteropdracht!
    1 / 15
    suivant
    Slide 1: Diapositive
    LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

    Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

    time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

    Éléments de cette leçon

    Leerdoelen

    • Ik kan zinnen met nom/acc vertalen
    • Ik weet wat me voor de toets te doen staat en ik weet hoe ik dat moet aanpakken

    Weektaak

    • leren: W les 1
    • leren/herhalen: gramm. 1.1-1.2
    • leren: T 1
    • leren: cultuur p. 20-21-22







      28 maart: toets Latijn
      SPQR H 1
      Gijs: twitteropdracht!

      Slide 1 - Diapositive

      Begintaak: wat betekenen de volgende woorden?
      inter (+?)(2)     in (+?)     ad (+?)(2)
      iacere     iubere     timere    
      videre    venire     vocare   audire     clamare
      arbor (mv.?)    rex (mv.?)     flumen (mv.?)   
      servus      aqua     puer (mv.?)     locus     mandatum
      ponere   portare    tollere
      ibi     et (2)     non     ubi     ideo     tamen
      lacrimare     necare     recusare







      .






      en... zeg het rijtje op van femina en servus
      Je hebt je laptop nodig!

      Slide 2 - Diapositive

      Alles nog even op een rij.

      Slide 3 - Diapositive

      Oefenen met naamvallen: wie ziet wie?
      1. Amici agricolam vident.
      2. Puellam medici vident.
      3. Videt amicus medicos.
      4. Puellae vident medicum.
      5. Agricolas videt medicus.
      6. Agricolae amicum vident.
      7. Amicos puella videt.
      8. Agricola puellas videt.




      puella = meisje
      amicus = vriend
      agricola = boer
      medicus = dokter

      Slide 4 - Diapositive

      Wie ziet wie?
      Amici agricolam vident.

      Slide 5 - Question ouverte

      Wie ziet wie?
      Puellam medici vident.

      Slide 6 - Question ouverte

      Wie ziet wie?
      Videt amicus medicos.

      Slide 7 - Question ouverte

      Wie ziet wie?
      Puellae vident medicum.

      Slide 8 - Question ouverte

      Wie ziet wie?
      Agricolas videt medicus.

      Slide 9 - Question ouverte

      Wie ziet wie?
      Agricolae amicum vident.

      Slide 10 - Question ouverte

      Wie ziet wie?
      Amicos puella videt.

      Slide 11 - Question ouverte

      Wie ziet wie?
      Agricola puellas videt.

      Slide 12 - Question ouverte

      Twitteropdracht

      • Ik lees 2 van de twitteropdrachten voor.






      Slide 13 - Diapositive

      Slide 14 - Lien

      Slide 15 - Lien