test les.

Interculturele Communicatie in de Zorg

Leerdoelen

- Begrijpen wat cultuur is
- Verklaren wat diversiteit en eigenheid betekenen in de zorg
- Inzicht krijgen in interculturele communicatie
- Leren hoe je rekening houdt met diversiteit en eigenheid in begeleiding
- Kennismaken met het topoi-model
- Ontdekken hoe je culturele verschillen kunt opvangen in de zorg

Wat weet je al over interculturele communicatie in de zorg?

Wat is cultuur?

Cultuur is het geheel van normen, waarden, tradities, en gedragingen dat wordt gedeeld door een groep mensen.

Diversiteit en Eigenheid

Diversiteit verwijst naar de verscheidenheid aan culturen en achtergronden van individuen. Eigenheid verwijst naar de unieke kenmerken en behoeften van elke persoon in de zorg.

Interculturele Communicatie

Interculturele communicatie verwijst naar het proces van communiceren en interactie hebben met mensen uit andere culturen.

Rekening houden met Diversiteit en Eigenheid

Bij het begeleiden van zorgvragers is het belangrijk om rekening te houden met hun diversiteit en eigenheid. Dit betekent respect tonen voor hun culturele achtergrond, waarden en overtuigingen, en individuele behoeften begrijpen en accommoderen.

Het Topoi-model

Het Topoi-model is een communicatiemodel dat helpt bij het begrijpen en analyseren van communicatieprocessen tussen verschillende culturen.

Culturele Verschillen opvangen

Om culturele verschillen op te vangen in de zorg, is het belangrijk om open te staan voor andere perspectieven, actief te luisteren, vragen te stellen en respectvolle communicatie te hanteren.

Werkvormen

- Groepsdiscussie: Laat studenten in groepen praten over hun ervaringen met interculturele communicatie in de zorg.
- Rollenspellen: Laat studenten situaties naspelen waarin ze rekening moeten houden met diversiteit en eigenheid.
- Case-studies: Geef studenten verschillende casussen waarin ze moeten nadenken over hoe ze omgaan met culturele verschillen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.