les 4 - IWO en inkoop

• Calculaties
• MBO
• Studiejaar 1

les 4 - IWO en inkoop

Aan het eind van de les weet je het verschil uit te leggen tussen de IWO,  inkopen, bruto en nettowinst binnen een bedrijf

Maak 2-tallen: 

Je hebt in de VS op vakantie 3 hoody's  gekocht van Nike en gaat 2 hiervan via Vintage verkopen.

Vertel tegen elkaar hoe jij jouw verkoopprijs gaat bepalen?

Je hebt in de VS voor de 3 hoody's omgerekend € 20 per stuk betaalt.

Bij aankomst op Schiphol moest je bij de douane ook nog € 30 invoerrechten betalen.

Bedenk met elkaar hoe hoog jouw verkoopprijs nu gaat worden?

Heb jullie aan al de gemaakte kosten gedacht?

Hoeveel winst ga je maken per hoody?

Inkopen: 

Het kopen van producten om later weer door te verkopen

Zorgen dat je aan de vraag van de klant kan voldoen door voorraad aan te houden

Inkoop Waarde van de Omzet

Wat is de inkoopprijs van producten die je verkocht hebt?? 

IWO = Inkoop Waarde vd Omzet

IWO = de inkoopprijs die ik heb betaald voor de                       verkochte producten

Ik koop 100 ringen in voor € 10 per stuk

Ik verkoop 60 ringen voor € 15 per stuk

Wat is nu de Omzet, de IWO en de BW (brutowinst)?

Omzet = 60 x € 15  = € 900

IWO      = 60 x € 10 = € 600 -

BW       = 60 x €  5  = € 300

Hoe bereken je de brutowinst?
Kies het juiste antwoord.

1. omzet - inkoopwaarde van de omzet
2. netto-omzet + btw
3. omzet - btw

Als de inkopen groter zijn dan de inkoopwaarde van de omzet, dan wordt je voorraad:

1. groter
2. kleiner

Wat is het verschil tussen brutowinst en nettowinst??

Omzet          = afzet x verkoopprijs

IWO              = afzet x inkoopprijs    -

Brutowinst

Kosten                                                    -

Nettowinst

Omzet excl. btw

Inkoopprijs vd omzet -

Brutowinst

kosten                            -

Nettowinst

Maken uit 1.3 opdracht 18 t/m 21