BSR 2(a)ha Cursus Taal §4 morfemen

CURSUS 4: Taal   
paragraaf 1
§4 Morfemen
  • Pak alvast je boek op blz. 96-97.
  • Log in op LessonUp!
Cursus 4: TAAL
timer
1:30
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

CURSUS 4: Taal   
paragraaf 1
§4 Morfemen
  • Pak alvast je boek op blz. 96-97.
  • Log in op LessonUp!
Cursus 4: TAAL
timer
1:30

Slide 1 - Diapositive

  • Je weet hoe woorden gevormd worden (morfologie).
  • Je weet wat morfemen, voorvoegsels (prefixen) en achtervoegsels (suffixen) zijn.
Lesdoelen

Slide 2 - Diapositive

In deze les gaan we:
  • terugblikken op de vorige les;
  • Paragraaf 4 van Cursus 4: Taal  behandelen;
  • in gesprek over de begrippen  morfologie, woordvorming, voor- en achtervoegsel (prefix en suffix) en morfeem.

Slide 3 - Diapositive

  • Gebruik je iPad alleen als dat nodig is.
  • Als de docent aan het woord is, is de rest van de klas stil.
  • Als een klasgenoot aan het woord is,
    is de rest van de klas stil.
  • Kortom, we luisteren naar elkaar en weten wanneer we mogen praten.
De regels tijdens de lessen Nederlands

Slide 4 - Diapositive

Waardoor kan een taal veranderen?

Slide 5 - Carte mentale

Een                                               is een middel om dat wat je wilt zeggen, treffender of mooier uit te drukken.
moedertaal
stijlfiguur
neologisme

Slide 6 - Question de remorquage

Een                                              is een andere taal dan je moedertaal, die je leert in het land waar die taal gesproken wordt.
tweede taal
stijlfiguur
neologisme

Slide 7 - Question de remorquage

Een                                               is een nieuwgevormd woord in een bestaande taal: kijkfile, ramptoerisme en plofkip
tweede taal
stijlfiguur
neologisme

Slide 8 - Question de remorquage

Paragraaf 4: morfemen
blz. 96-97

Slide 9 - Diapositive

Wat?
Cursus 4 Taal, paragraaf 4 Morfemen
Havo: opdracht 1 (blz. 96-97).
Hoe?
Zelfstandig. De eerste vijf minuten in stilte, daarna overleggen.
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt.
Tijd
4 minuten. Daarna gaan we afronden.
Klaar?
Maak een samenvatting van de cursus Taal tot nu toe. Leer de woorden van woordenschat paragraaf 1 en 2.
Oriënteren
timer
4:00

Slide 10 - Diapositive

Disrespectvol?

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

Morfologie
is de leer van woordvorming. Woordvorming is de manier waarop nieuwe woorden gevormd worden. Dit gebeurt op verschillende manieren: 
- afleidingen: 
- samenstellingen: 
- verbuigingen: 
- vervoegingen: 

Slide 13 - Diapositive

Is een stukje dat voor een woord wordt geplakt om een nieuw woord te maken. Ook wel een prefix genoemd.

  • Anti, her, mini, non, wan, inter.
    ver- : verbouwen, verkopen
    on- : ongunstig, oneerlijk
    ont- : ontmoedigen, onteigenen
    her– : herexamen, heroverwegen
Een voorvoegsel

Slide 14 - Diapositive

Koppel de voorvoegsels aan het juiste woord.
bouwen
koppelen
rekenen
vriendin
vijand
ver-
ont-
be-
ex-
aarts-

Slide 15 - Question de remorquage

Is een stukje dat achter een woord wordt geplakt om een nieuw woord te maken. Ook wel een suffix genoemd.

  • -baar, -heid, -ing, -loos.
    -heid : schoonheid, traagheid
    -lijk :
    koninklijk, hoofdzakelijk
    -loog, -logie :
    technoloog, psychologie
    –rijk: belangrijk, omvangrijk
Een achtervoegsel

Slide 16 - Diapositive

Koppel de achtervoegsels aan het juiste woord.
twee
schoon
ruim
psycho
twijfel
-ling
-heid
-te
-loog
-achtig

Slide 17 - Question de remorquage

Slide 18 - Lien

Soms loopt het gebruik van voor- en achtervoegsels uit de hand. Er onstaan dan woorden die eigenlijk helemaal niet bestaan, maar best vaak worden gebruikt. 
Hoe veel woorden uit het filmpje gebruik jij wel eens?
Vol = vol

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Lien

Wat?
Cursus 4 Taal, paragraaf 4 Morfemen
Havo: opdracht 2 t/m 4 (blz. 96-97).
Hoe?
Zelfstandig. De eerste vijf minuten in stilte, daarna overleggen.
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt.
Tijd
10 minuten. Daarna gaan we afronden.
Klaar?
Maak een samenvatting van de cursus Taal tot nu toe. Leer de woorden van woordenschat paragraaf 1 en 2.
Havo kan aan de slag
timer
10:00

Slide 21 - Diapositive

Uitlegfilmpje!

Slide 22 - Diapositive

Vwo: gezamenlijk tekst lezen (tekst 1 op blz. 96-97).

Slide 23 - Diapositive

Wat?
Cursus 4 Taal, paragraaf 4 Morfemen.
Havo: opdracht 2 t/m 4 (blz. 96-97).
Vwo: opdracht 1 t/m 4 (blz. 96-97).
Hoe?
Zelfstandig. De eerste vijf minuten in stilte, daarna overleggen.
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt (4 B's).
Tijd
10 minuten. Daarna gaan we afronden.
Klaar?
Maak een samenvatting van de cursus Taal tot nu toe.
Leer de woorden van woordenschat paragraaf 1 en 2.
Huiswerk voor de volgende les
timer
10:00

Slide 24 - Diapositive

  • Je weet hoe woorden gevormd worden (morfologie).
  • Je weet wat morfemen, voorvoegsels (prefixen) en achtervoegsels (suffixen) zijn.
Lesdoelen

Slide 25 - Diapositive

Op welke manier verandert onze taal?
Noem er eentje.

Slide 26 - Question ouverte

Leg in eigen woorden uit hoe woorden in onze taal worden gevormd.

Slide 27 - Question ouverte

Wie heeft nog een vraag over wat we vandaag hebben behandeld?

Slide 28 - Diapositive

Neem deel onze LessonUp klas
Wat kun je hier vinden?
  • LessonUps
  • Video's
  • Handige websites 

Klassencodes:
u2ha: pwsot
u2aha: byxfa

Slide 29 - Diapositive