3.6 Speciale overerving (gekoppelde genen, multipe allelen, letale factoren)

Resultaten vragenlijst in Forms
- extra oefenopdrachten met moeilijke kruisingen. Herhaling/hulp bij kruisingen
Toets gepland op 25 januari
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Resultaten vragenlijst in Forms
- extra oefenopdrachten met moeilijke kruisingen. Herhaling/hulp bij kruisingen
Toets gepland op 25 januari

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

§3.6 Speciale overerving
  1. Multiple allelen (kleur schelpen ?)
  2. Letale factoren (verstoring F1 aantallen)
  3. Mitochondriaal DNA. (Y-lijn)
  4. Herhaling 'Gekoppelde overerving'

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De kleur van de schelpen van nonnetjes wordt door één autosomaal gen
bepaald. Van dit gen bestaan vier varianten: (R) rood, (O) oranje, (G) geel
en (W) wit. R is dominant over alle andere varianten, O is dominant over
G en W en G is alleen nog dominant over W.

Hoe wordt een variant van een gen genoemd?

A
Allel
B
Fenotype
C
Genoype
D
Recombinatie

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De kleur van de schelpen van nonnetjes wordt door één autosomaal gen bepaald. Van dit gen bestaan vier varianten: (R) rood, (O) oranje, (G) geel en (W) wit. R is dominant over alle andere varianten, O is dominant over G en W en G is alleen nog dominant over W.
Eén heterozygoot nonnetje met een rode schelp wordt gekruist met één nonnetje met een witte schelp. Hoeveel verschillende kleuren schelpen kunnen onder de nakomelingen van deze twee nonnetjes voorkomen?

A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 4 - Quiz

Vraag 21 Havo pilot 2014-2
Multiple allelen
Voorbeelden: 
- bloedgroepen     (IA IB I0 )
- Schelpkleur
- MHC (belangrijk eiwit bij menselijke afweer)

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

letale factoren

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe herken je bij een opgave/toets dat je te maken hebt met een letale factor?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Speciale overerving

De mannelijke lijn
De vrouwelijke lijn

Wat zijn deze?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk stuk DNA geven vrouwen altijd door aan vrouwen,
en welk stuk mannen aan mannen?

Slide 9 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Speciale overerving

De mannelijke lijn
De vrouwelijke lijn

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefen met §3.6
Hw:
(evt. inhalen 57-65 van §3.5 )
Lezen §3.6
Maken 66-72 + 74

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  1. Multiple allelen (kleur schelpen, bloedgroepen)
  2. Letale factoren (verstoring F1 verhouding, bijv. kuifkanarie)
  3. Dihybride kruisingen
    -  Gekoppelde overerving
    - Ongekoppelde overerving
  4. Mitochondriaal DNA. (Y-lijn)

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ongekoppeld
  1. Verhouding fenotypen?               
  •         9 : 3 : 3 : 1                                

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gekoppeld
  1. Genotype P? 


  2. Genotype F1 


  3. Genotype F2? 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Polyhybride kruising
Plant met genotype AaEeHh doet aan zelfbestuiving, wat zijn de mogelijke genotypen van de nakomelingen en in welke verhouding komen deze voor? 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begrippen voor samenvatting
Herhaling karyogram - homologe chromosomen (non-dysjunctie) 
(onderscheid autosomaal / geslachts-chromosomaal (XY)) 
Opbouw DNA - Gen - allelen
Genexpressie - inactivatie - differentiatie 
milieufactoren - modificatie / mutatie (erfelijk)

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions