1.1 t/m 1.4 Stofwisseling

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Thema 1 Stofwisseling

Opbouw (assimilatie)

Afbraak (dissimilatie)

Stofwisseling in planten

Wat leer je vandaag?

Wat is stofwisseling?

Welke soorten stofwisseling vinden er in mijn lichaam plaats?

Verschil tussen organische en anorganische stoffen.

Hoe werkt stofwisseling in planten

Stofwisseling

Stofwisseling is een levensverschijnsel.

Het vermogen van een organisme om stoffen om te zetten.

Bijv: glucose --> zetmeel/glycogeen

water + CO₂ --> glucose + zuurstof

aminozuren --> eiwitten

Vormen van stofwisseling

Er zijn twee vormen van stofwisseling:

- assimilatie (opbouw)

- dissimilatie (afbraak)

Stofwisseling

Bij inspanning haal je energie uit je voedsel (dissimilatie).

Je verbrandt dan organische stoffen. 

Planten doen aan fotosynthese (koolstofassimilatie).

Zij maken uit anorganische stoffen  organische stoffen.

Assimilatie

Assimilatie is het maken van organische stoffen.

Bij fotosynthese wordt glucose gemaakt: koolstofassimilatie (B5).

Glucose is een groot molecuul, met C, O en H atomen.

Assimilatie

Heterotrofe organismen doen ook aan assimilatie (B6).

- eiwitten maken

- glycogeen maken

- vetten maken

Omzetten van voedingsstoffen naar lichaamseigen stoffen is assimilatie.

Dissimilatie

Het afbreken van stoffen is dissimilatie (B3). 

Dissimilatie is om energie vrij te maken.

Energie wordt vastgelegd in de
vorm van ATP (energierijk molecuul)

Koolstofassimilatie

Dissmilatie

Voortgezette assimilatie

Assimilatie en dissimilatie in één plaatje

Belangrijke vragen over dissimilatie

Welke organismen doen aan dissimilatie?

Wanneer vindt dissimilatie plaats?

Waar vindt dissimilatie plaats?

Stofwisseling in Planten

Assimilatie --> 

voorbeeld: Fotosynthese

Dissimilatie --> 

voorbeeld: Verbranding

Transport op kleine afstand

Diffusie

Osmose

Actief transport

Maar hoe op grote afstand?

Reuzensequoia (115 meter)

Chandler Tree 

(bekendste "Drive thru" boom)

Planten

 De wortelharen nemen water + mineralen op uit de bodem. 

 

Koolstofdioxide wordt opgenomen via huidmondjes

Vaatbundels in de Plant

Houtvaten

vervoer van water + mineralen (= zouten)

wortels --> stengel --> bladeren

Vaatbundels in de Plant

Bastvaten

vervoer van glucose/sacharose

Bladeren --> stengel --> andere delen van plant

Samengevat

Transport van water en mineralen door houtvaten door

- Verdamping

- Capillaire werking

- Worteldruk

Transport door bastvaten

- Sacharose wordt vervoerd naar plek die het nodig heeft

Domeinopdracht

Opdracht 3: zorg dat iedereen in het groepje dit aan mij kan uitleggen als ik langskom

Hetzelfde geldt voor opdracht 7

Leg mij aan de hand van afbeelding 16 uit hoe stoffen in een boom worden vervoerd.

Vrijkomen van melkzuur in spieren.

1. Assimilatie
2. Dissimilatie

Melkzuur is een

1. anorganische stof
2. organische stof

Bij dit proces is energie nodig.

1. Assimilatie
2. Dissimilatie

Er zijn anorganische stoffen bij betrokken.

1. Assimilatie
2. Dissimilatie

Wordt gebruikt voor groei, vervanging en herstel.

1. Assimilatie
2. Dissimilatie

Alcohol wordt door gist gevormd via

1. Assimilatie
2. Dissimilatie

Alcohol is

1. een anorganische stof
2. een organische stof
3. lekker
4. niet lekker

Verschil tussen aerobe en anaerobe dissimilatie. Welke is juist?

1. Aeroob is met zuurstof Anaeroob is zonder
2. Aeroob is zonder zuurstof Anaeroob is met
3. Aeroob is met glucose Anaeroob is zonder
4. Aeroob is zonder glucose Anaeroob is met

Wat ontbreekt er in de volgende reactievergelijking:
glucose + ... > CO2 + water

1. energie
2. ATP
3. ADP
4. zuurstof

Eiwitten worden bij dissimilatie gesplitst in ...

Wat heb je geleerd?

Waar zou je graag nog
uitleg over willen hebben?