Herhalen Hfst 5 Stofwisseling

Stofwisseling: grote inspanning!
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Stofwisseling: grote inspanning!

Slide 1 - Diapositive

Wat leer je vandaag?
Wat is stofwisseling?
Welke soorten stofwisseling vinden er in mijn lichaam plaats?
Verschil tussen organische en anorganische stoffen.

Slide 2 - Diapositive

Stofwisseling
Stofwisseling is een levensverschijnsel.

Het vermogen van een organisme om stoffen om te zetten.
Bijv: glucose --> zetmeel/glycogeen
water + CO2 --> glucose + zuurstof
aminozuren --> eiwitten

Slide 3 - Diapositive

Vormen van stofwisseling
Er zijn twee vormen van stofwisseling:
- dissimilatie (afbraak)
- assimilatie (opbouw)

Slide 4 - Diapositive

Je kennis gaat nu getest worden! 
Ben je er klaar voor...

Slide 5 - Diapositive

Maken van glucose uit CO2 en water door planten.
A
Assimilatie
B
Dissimilatie

Slide 6 - Quiz

Glucose is een
A
anorganische stof
B
organische stof

Slide 7 - Quiz

Vrijkomen van melkzuur in spieren.
A
Assimilatie
B
Dissimilatie

Slide 8 - Quiz

Melkzuur is een
A
anorganische stof
B
organische stof

Slide 9 - Quiz

Bij dit proces is energie nodig.
A
Assimilatie
B
Dissimilatie

Slide 10 - Quiz

Er zijn anorganische stoffen bij betrokken.
A
Assimilatie
B
Dissimilatie

Slide 11 - Quiz

Wordt gebruikt voor groei, vervanging en herstel.
A
Assimilatie
B
Dissimilatie

Slide 12 - Quiz

Alcohol wordt door gist gevormd via
A
Assimilatie
B
Dissimilatie

Slide 13 - Quiz

Alcohol is
A
een anorganische stof
B
een organische stof
C
lekker
D
niet lekker

Slide 14 - Quiz

Verschil tussen aerobe en anaerobe dissimilatie. Welke is juist?
A
Aeroob is met zuurstof Anaeroob is zonder
B
Aeroob is zonder zuurstof Anaeroob is met
C
Aeroob is met glucose Anaeroob is zonder
D
Aeroob is zonder glucose Anaeroob is met

Slide 15 - Quiz

Wat ontbreekt er in de volgende reactievergelijking:
glucose + ... > CO2 + water
A
energie
B
ATP
C
ADP
D
zuurstof

Slide 16 - Quiz

Eiwitten worden bij dissimilatie gesplitst in ...

Slide 17 - Question ouverte

Stofwisseling
Bij inspanning haal je energie uit je voedsel (dissimilatie).
Je verbrandt dan organische stoffen

Planten doen aan fotosynthese (assimilatie).
Zij maken uit anorganische stoffen  organische stoffen.

Slide 18 - Diapositive

Wat weet je nog van kenmerken van organische en anorganische stoffen?

Slide 19 - Carte mentale

Dissimilatie
Het afbreken van stoffen is dissimilatie (B3)

Dissimilatie is om energie vrij te maken of bouwstoffen.
Koolstofassimilatie
Dissmilatie
Voortgezette assimilatie

Slide 20 - Diapositive

Assimilatie
Assimilatie is het maken van organische stoffen.

Bij fotosynthese wordt glucose gemaakt: koolstofassimilatie (B5).
Glucose is een groot molecuul, met C, O en H atomen.

Slide 21 - Diapositive

Assimilatie
Heterotrofe organismen doen ook aan assimilatie (B6).
- eiwitsynthese
- glycogeen
- vetten

Omzetten van voedingsstoffen naar lichaamseigenstoffen is assimilatie.

Slide 22 - Diapositive

Je kennis gaat nu getest worden! 
Ben je er klaar voor...

Slide 23 - Diapositive

Maken van glucose uit CO2 en water door planten.
A
Assimilatie
B
Dissimilatie

Slide 24 - Quiz

Glucose is een
A
anorganische stof
B
organische stof

Slide 25 - Quiz

Vrijkomen van melkzuur in spieren.
A
Assimilatie
B
Dissimilatie

Slide 26 - Quiz

Melkzuur is een
A
anorganische stof
B
organische stof

Slide 27 - Quiz

Bij dit proces is energie nodig.
A
Assimilatie
B
Dissimilatie

Slide 28 - Quiz

Er zijn anorganische stoffen bij betrokken.
A
Assimilatie
B
Dissimilatie

Slide 29 - Quiz

Wordt gebruikt voor groei, vervanging en herstel.
A
Assimilatie
B
Dissimilatie

Slide 30 - Quiz

Alcohol wordt door gist gevormd via
A
Assimilatie
B
Dissimilatie

Slide 31 - Quiz

Alcohol is
A
een anorganische stof
B
een organische stof
C
lekker
D
niet lekker

Slide 32 - Quiz

Verschil tussen aerobe en anaerobe dissimilatie. Welke is juist?
A
Aeroob is met zuurstof Anaeroob is zonder
B
Aeroob is zonder zuurstof Anaeroob is met
C
Aeroob is met glucose Anaeroob is zonder
D
Aeroob is zonder glucose Anaeroob is met

Slide 33 - Quiz

Wat ontbreekt er in de volgende reactievergelijking:
glucose + ... > CO2 + water
A
energie
B
ATP
C
ADP
D
zuurstof

Slide 34 - Quiz

Eiwitten worden bij dissimilatie gesplitst in ...

Slide 35 - Question ouverte

Vragen/onderwerpen?

Slide 36 - Carte mentale