Vooorbereiding toets

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Vooorbereiding toets

Hoofdstuk doornemen + tips & trucs

Leren

Antwoorden staan in de ELO

1.1. Scheikunde en het practicum

Doel Je leert hoe je veilig practica uitvoert bij scheikunde ( titel  direct onder de paragraaf)

Aan het einde van elke paragraaf:

R Ik ken de betekenis van de volgende begrippen: (deze zijn met stippellijnen onderstreept in de tekst)

• Veiligheidsbril en labjas

• Pictogram

• Zuurkast

• etc. 

T1 Ik kan bepalen welke vlam nodig is voor een experiment.

T2 Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen een waarneming en een conclusie.

I Ik kan een onderzoeksvraag formuleren en een bijpassend experiment bedenken.

Zorg dat je de leerdoelen / begrippen kent en kunt toepassen

Oefen vragen; en dan met name T1, T2 en I vragen

1.2 Zuivere stoffen en mengsels

Let hier ook weer op het leerdoel en de leerdoelen uitgwerkt m.b.v. het RTTI-model

Met name toepassingsvragen n.a.v. het kennen van de begrippen

Denk aan: 

• Stofeigenschappen + voorbeelden
• Macro- en microniveau (Macro: je kijkt naar eigenschappen van de stof die je met je zintuigen kunt waarnemen / Micro iets beschrijven op molecuulniveau)
• Smelt- en kookpunt + smelt- en kooktraject

1.3 + 1.4 Mengsels scheiden

Let hier ook weer op het leerdoel en de leerdoelen uitgwerkt m.b.v. het RTTI-model

Je moet kunnen bepalen of een gegeven mengsel tot een oplossing, een suspensie of een emulsie behoort

Zorg ervoor dat je de 8 scheidingsmethoden kunt herkennen en op grond van welke stofeigenschap je een bepaalde scheidingsmethode toepast. (slide hierna)

1.5 Rekenen aan mengsels

Let hier ook weer op het leerdoel en de leerdoelen uitgwerkt m.b.v. het RTTI-model

• concentratie
• volume- of massapercentage
• promillage
• grenswaarden

Van elk onderdeel kun je een rekenvraag verwachten

Opdracht 7 a 

7a. Geg: 15 mg natriumchloride opgelost in 250 mL water

Gevr: conc. natriumchloride in g/L      Omrekenen: 15 mg = 0,015g / 250 mL = 0,25 L

Formule: conc. = massa opgeloste stof / volume oplosmiddel

Invullen: conc. = 0,015 g / 0,25 L

Rekenen: conc. = 0,06 g/L

Eenheden: de conc. van natriumchloride is 0,06 g/L

Gevr.: massapercentage NaCl in deze oplossing

Wanneer de dichtheid 1,0 is, dan is de massa gelijk aan de dichtheid, dus 1,0 kg = 1000 g

Formule: massapercentage =  massa stof / massa mengsel x 100%

Invullen: massapercentage = 0,06 / 1000 x 100% 

Rekenen: 0,006 %

Eenheden: Massapercentage NaCl = 0,006 %

Opdracht 7 b

7b. Geg: dichtheid water = 1,0 kg /L (oplosmiddel) / uit opdr. 7a. conc. NaCl = 0,06 g/L

Gevr.: massapercentage NaCl in deze oplossing

Wanneer de dichtheid 1,0 is, dan is de massa gelijk aan de dichtheid, dus 1,0 kg = 1000 g

Formule: massapercentage = massa stof / massa mengsel x 100%

Invullen: massapercentage = 0,06 / 1000 x 100%

Rekenen: 0,006 %

Eenheden: Massapercentage NaCl = 0,006 %

Opdracht 8a 

8a. Geg: 12,5 L chloorgas komt vrij. Grenswaarde van chloor = 3 mg/m3. Dichtheid van chloorgas = 2,99 g/L

Gevr: Bereken hoeveel chloorgas is vrijgekomen? ( ... g)  

Formule: dichtheid = massa / volume -> massa = dichtheid x volume

Invullen en rekenen: massa = 2,99 g/L x 12,5 L = 37,4 g

Eenheid: de massa van het vrijgekomen chloorgas = 37,4 g

 

Opdracht 8 b

8b. Geg: Volume zwembad = l x b x h = 30 m x 12m x 4m = 1440 m3 / grenswaarde chloorgas = 3 mg / m3 / m vrijgekomen chloor = 37,4 g (opdr. a) Omrekenen = 37400 mg

Gevr.: is de grenswaarde van chloorgas overschreden ja of nee?

Formule: concentratie = massa vrijgekomen chloorgas / volume zwembad

Invullen en rekenen: 37400 mg / 1440 m3 = 26 mg/m3

Eenheid: Er is 26 mg chloorgas vrijgekomen, dit is veel meer dan de grenswaarde = 3mg/m3; dus de grenswaarde is overschreden

Toetsinhoud

Verhaaltjes opdrachten

Dus geen rechtstreekse begrippen, waar / nietwaar opdrachten etc.

R T1 T2 I

Op de toets is de verhouding ongeveer 

HAVO: 1 : 1: 2,5 : 1