H3 Herhalen

Herhalen H3
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Herhalen H3

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen
  • Herhalen H3: voorbereiden op proefwerk

Slide 2 - Diapositive

Regels
  1. Vul je eigen voornaam in!
  2. Doe de gehele les mee
  3. Doe niks anders dan LessonUp op je mobiel 

Slide 3 - Diapositive

Herhalen H3
3.1 t/m 3.4 gaan over scheidingsmethodes

Stof herhalen aan de hand van oefenvragen 

Slide 4 - Diapositive

Concentratie
- Gehalte of concentratie om de hoeveelheid van een stof  in een mengsel aan te geven.

- g/mL of g/L
- mg/mL of mg/L

Formule:
Tijdens berekeningen: Aantal mg per 1 mL

Slide 5 - Diapositive

Een pakje Wicky van 150 mL bevat 1,35 mg vitamine E.
Wat is de concentratie vitamine E in mg per mL in het pakje Wicky?
Concentratie=1501,35=0,009

Slide 6 - Question ouverte

Percentage
- Massa% → kilogram, gram, milligram, etc.
- Volume% → liter, milliliter, etc.
- De hoeveelheid stof en de hoeveelheid mengsel zijn dezelfde eenheid!

Slide 7 - Diapositive

Een fles spiritus van 1 L bevat 0,85 L alcohol. Wat is het volume% van spiritus?

Slide 8 - Question ouverte

Voorbeeld 2
Een fles rode wijn van 700 mL heeft 13 vol.% alcohol. Hoeveel mL alcohol zit er in deze wijn opgelost?


Alcohol (mL)
700
?
Vol.% 
100
13

Slide 9 - Diapositive

Een fles rode wijn van 700 mL heeft 13 vol.% alcohol. Hoeveel mL alcohol zit er in deze wijn opgelost?

Slide 10 - Question ouverte

soorten mengsels
  1. Oplossing = helder (thee, suiker+water, zout+water)
  2. Suspensie = troebel, vaste stof in vloeistof (zand + water, sinaasappelsap)
  3. Emulsie = troebel mengsel van vloeistoffen (olie + water, mayonaise)  
  4. Rook = gas met een vaste stof (fijnstof in de lucht)
  5. Nevel = vloeistofdeeltjes in een gas (haarlak uit spuitbus)
  6. Schuim =  gasbellen in vaste stof of vloeistof (spons, scheerschuim)

Slide 11 - Diapositive

Noem 3 scheidingsmethoden

Slide 12 - Question ouverte

Welke scheidingsmethode is hiernaast afgebeeld?
A
Filtreren
B
Bezinken
C
Destilleren
D
Indampen

Slide 13 - Quiz

Op welke eigenschap berust bezinken?
A
Deeltjesgrootte
B
Aanhechtingsvermogen
C
Oplossingsvermogen
D
Dichtheid

Slide 14 - Quiz

Eigenschap berust op
Betekent: door welke eigenschap kun je een stof scheiden.

Bijvoorbeeld deeltjesgrootte bij filtreren
Zand kan niet door filter & water wel

Slide 15 - Diapositive

Op welke stofeigenschappen berusten de volgende scheidingsmethoden? Sleep de juiste eigenschap naar de juiste scheidingsmethode 
Deeltjesgrootte
Dichtheid
Aanhechtingsvermogen
Kookpunt
Filtreren
Bezinken
Adsorberen
Destilleren

Slide 16 - Question de remorquage

Welke 2 scheidingsmethoden worden gebruikt bij koffie zetten?
A
Bezinken en filtreren
B
Filtreren en extraheren
C
Extraheren en bezinken
D
Extraheren en destilleren

Slide 17 - Quiz

welke scheidingsmethode is dit?
A
Adsorberen
B
indampen
C
Bezinken + afschenken
D
filtreren

Slide 18 - Quiz

Hoe noem je het naar de bodem zakken van een stof
A
Zakken
B
Verdrinken
C
Bezinken
D
Residu

Slide 19 - Quiz

Hoe kunnen we een oplossing scheiden?
A
Bezinken
B
Filtreren
C
Indampen
D
Afschenken

Slide 20 - Quiz


Welke scheidingsmethode zie je hiernaast?
A
Filteren
B
Indampen
C
Destilleren
D
Bezinken en afschenken

Slide 21 - Quiz

Hoe wordt zeezout uit zeewater gehaald?
A
Indampen
B
Filtreren
C
Bezinken
D
Centrifugeren

Slide 22 - Quiz

Welke scheidingsmethode zie je onder andere op het plaatje ?
A
bezinken en afschenken
B
filtreren
C
destilleren
D
indampen

Slide 23 - Quiz

Met welke 2 scheidingsmethoden kun je een suspensie scheiden?

Slide 24 - Question ouverte

Met welke 2 scheidingsmethodes kun je een oplossing scheiden?

Slide 25 - Question ouverte

Met welke scheidingsmethode kun je een mengsel van vaste stoffen scheiden?

Slide 26 - Question ouverte

Extra oefenen
Op bladzijde 192 en 193 staat extra oefenstof

Slide 27 - Diapositive