Les 1 H 2

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Was machen wir heute?

1. Logo.de - wer? was? warum? wann? wo? ... Mache eine schematische Zusammenfassung und erzähle danach was du gesehen hast. Du darfst nur mit deiner Zusammenfassung sprechen. Wir sehen uns 2 Themen an. 

2.Besprechen der Hausaufgaben: 

Blz. 60 – 63 Oef. 4 t/m 9

Blz. 74 – 75 Oef. 26 t/m 29 (Modalverben)

Blz. 39 – 84 Oef. 39 - 42

3. Wiederholen der Verben 

4. Arbeit mit dem Buch 

www.zdf.de

Lernziel:

Ich kann in der Prüfung einen freien Text schreiben zum Thema Sehnsucht und Ideale

Eigene Lernziele:

Wissen:

Beispiel: Ich kann alle Verben in meinem Text in die korrekte Form und die richtige Zeit setzen.

Lernhaltung:

Beispiel: Ich kann mich selbst motivieren um in den Stunden und zu Hause an den Aufgaben zu arbeiten und ich lasse mich nicht ableiten.

Was ist nötig, um mein Lernziel zu erreichen?

• Ich muss genügend Wörter kennen, um den Text schreiben zu können.

• Ich muss die Grammatik lernen + üben.

• Ich muss einen (Arbeits)Plan erstellen, wann ich was mache/lerne.

• ….

Übung 4

Übung 4

1 In veel Oost-Europese landen, in Belgie, Denemarken, Frankrijk, Italië, in Australie/Nieuw-Zeeland, in Latijns Amerika (Brazilie, Argentinie), in Namibie, in de VS

2 eigene Antwort, zum Beispiel:

Land: België

Seit wann: 1920, officiële Duitse gemeenschap sinds 1970

Wie viele Menschen: ~ 76.000

Die heutige Rolle Deutschlands: allebei lid van de Europese Unie

Übung 5

Übung 5

1 Hij wilde weten hoe mensen in andere culturen, wiens wortels in Duitsland liggen, tegenwoordig tegen Duitsland aan kijken.

2 Vaak kom je verder met Duits dan Engels in landen met deze minderheden, en de mensen hebben dan ook nog Duitse namen. En de hoteleigenaresse in Brazilie die het hele jaar door kerstkoekjes bakt

3 uniformen op Samoa trots op en opscheppen over Duitsland

4 Fantasiebeeld van Duitsland dat niet echt veel lijkt op hoe het nu is.

positief: trots op Duitse identiteit

negatief: geen confrontatie met de geschiedenis, geen kritische vragen

Übung 6

Übung 6

1 C

2 De vrijheidsstrijders van de jaren 70 stuurden hun kinderen naar de DDR, vanwege opvoeden in socialistisch gedachtegoed. Deze kinderen keerden later weer terug.

3 B

4 steeds meer Duitse straatnamen verdwijnen

5 A

6 A

Übung 7

Übung 7

1 Ik waagde mij eraan / ik deed een poging tot

2 Iedereen gaf hoog op van de Duitsers

3 De bevolking is vervuld van trots

4 ze koesteren geen merkbare wrok

5 Overal vind je mensen die in hun meningen oubollig zijn

6 Een controversieel monument van de koloniale tijd

Übung 8

Was hast du geschrieben? 

Übung 8 ein Beispiel 

Sehr geehrter Herr Möglich,

mit viel Spaß und Interesse habe ich das Interview mit Ihnen gelesen. Ich denke selbst auch viel über Klischees und andere Kulturen nach. Wissen Sie, dass in den Niederlanden auch viele Vorurteile über Deutsche und Deutschland existieren? Die Niederländer denken beispielsweise, dass Deutsche immer strikt und pünktlich sind. Darüber hinaus besteht das Bild, dass deutsche Touristen am Strand immer Kuhlen graben. Es gibt in Deutschland sicherlich auch Klischees über Niederländer! Können Sie mir von diesen Klischees erzählen? Ich vermute, dass viele Deutsche glauben, dass Niederländer sich auf Holzschuhen bewegen und entweder zwischen Windmühlen oder Tulpenfeldern wohnen. Stimmt das?

Vielen Dank im Voraus für Ihre Reaktion. Ich freue mich schon auf Ihre Antwort!

Mit freundlichen Grüßen

Übung 9

Übung 9

1 gesocialiseerd, groot gebracht 2 Ontmoeting

3 bestuurde 4 aanscherpen

5 de schijn

6 opwekken

7 openheid naar andere culturen

8 verdeeldheid

Modalverben:

Welche Modalverben kennst du und was ist die Bedeutung der Verben? Wie konjugiert man sie? Schreibe auf. 

Modalverben:

wissen

Dit werkwoord wordt op dezelfde manier vervoegd als de Modale Hulpwerkwoorden (al is het natuurlijk geen hulpwerkwoord!)

Zien jullie het?

De 1. en 3. pers. enkv. géén uitgang!

deutschlernerblog.de

Übung 26

Übung 26

1 können wollen - dürfen müssen/sollen - möchten wissen

2 eigene Antwort, zum Beispiel:

Präsens

1. Wenn ich nach Griechenland will, muss ich Geld sparen.

2. Könntet ihr einfach mit ,,ja‘‘ oder ,,nein‘‘ entscheiden?

3. Ich darf keinen Urlaub ohne meine Eltern machen.

4. Können Sie das wiederholen, bitte?

5. Wollt ihr im Sommer in die USA fliegen?

Übung 26

Präteritum

1. Er sollte sich mehr Mühe geben.

2. Maria konnte uns vorige Woche noch nicht besuchen, aber jetzt kann sie schon.

3. Ich musste gestern zum Arzt gehen.

4. Wusstest du, dass er seinen Führerschein bekommen hat?

5. Durftest du damals ohne deine Eltern Urlaub machen?

Übung 27

Übung 27

1 wisst

2 wollte

3 Kann

4 weiß

5 müssen

6 darf/kann/soll

7 kann/soll

8 soll/kann

9 wollen

10 können

Übung 28

Übung 28

mögliche Antworten:

• Er will sie fühlen wenn der Morgen erwacht.

• Er will mit ihr den Tag verbringen bis in die Nacht

• Er will glauben, dass nirgends ein Ende in Sicht ist.

• Er will die Leidenschaft, mit der sie ihn liebst

Übung 29

Übung 29

eigene Antwort, zum Beispiel:

1 Man muss so schnell wie möglich Wasser finden

2 Man kann aus Zweige und Blätter eine Hütte bauen

3 Man soll sich ein Feuer machen.

Übung 39 - Lesen

eigene Antwort, zum Beispiel:

1 Man muss so schnell wie möglich Wasser finden

2 Man kann aus Zweige und Blätter eine Hütte bauen

3 Man soll sich ein Feuer machen.

Übung 40 - Lesen

Übung 40 - Lesen

idyllische Landschaften - Flucht von der Realität - vorhersehbare Handlung - Freundschaft - Liebe 

Übung 41 - Lesen

Übung 41 - Lesen

1 In de jaren na WOII verlangden mensen naar een ideale, niet-verwoeste wereld. Deze kwam naar voren in de Heimatfilms. Met name het eenvoudige en voorspelbare verloop van de film sprak de mensen aan. Verhoudingen zijn duidelijk, en er zitten geen moeilijke maatschappelijke thema’s in.

2 1) goed-kwaad komt naar voren in het conflict dat speelt in de film

2) goed staat altijd voor het platteland + het kwade komt altijd uit de stad

3) het kwade kan zich ook naar het goede keren (persoon uit stad blijft op het platteland)

3 Het is een voorbeeld voor een film waarin, bij wijze van uitzondering, wel een maatschappelijk thema in verwerkt is.

4 B

5 B

6 Mensen werden zich meer bewust van de eigen omgeving/het milieu - zien de verborgen dreiging (gingen ook de schaduwzijde van voortdurende ontwikkeling inzien).

Übung 42 - Lesen

Übung 42 - Lesen

1 D 2 G 3 H 4 B 5 F 6 E 7 A 8 C

Übung 44

Eurer Vortrag 

Übung 45

Eurer Vortrag 

Übung 1

Übung 2

Übung 2

1 Nee, je moet wel blijven werken om dromen uit te kunnen laten komen. Citaat: “doch dafür muss jeder Mensch auch etwas tun”

2 Mogelijke antwoorden: In december kun je een warm land op zoeken (Dubai, Zuid-Afrika, enz.), en in de zomer naar een land waar op dat moment sneeuw ligt (IJsland, Canada, enz.)

3 Formel 1 Wagen

   14 Kinder und 18 Frauen

   Rieser Jet

   Millionen auf der Bank

   Klon im Schrank

Übung 18

Hausaufgaben

Für die nächste Stunde lernt ihr Wörterliste 1 Kapitel 2

und wiederholt die starken Verben

Auch wiederholt ihr die Modalverben