V4 - Middeleeuwen - Les 6 (Middelnederlands)

Middeleeuwse literatuur
Historische literatuur en mondelinge taalvaardigheid
V4
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Middeleeuwse literatuur
Historische literatuur en mondelinge taalvaardigheid
V4

Slide 1 - Diapositive

Weet je nog?
Vorige lessen kwam je meer te weten over:

  • De historische context rondom middeleeuwse literatuur
  • De kenmerken van de middeleeuwse literatuur
  • Ridderromans & hoofsheid (Karel ende Elegast en Burggravin van Vergi)
  • Dierverhaal (Van den vos Reynaerde)
  • Geestelijke literatuur (Mariken van Nieumeghen)
  • Toneel (Elckerlijc)
  • Rederijkers (Elckerlijc en Mariken van Nieumeghen)

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen deze les
Aan het eind van deze les weet je meer over: 

het Middelnederlands

Slide 3 - Diapositive

Wat is Middelnederlands?
  • Middelnederlands: zo noemen we de Nederlandse taal uit de periode van 1200 tot 1500
  • Er waren toen eigenlijk alleen maar dialecten, een standaardtaal is pas veel later ontstaan
  • Dit betekent dat in Middelnederlandse teksten de woorden overal een beetje anders zijn

Slide 4 - Diapositive

Kenmerken spelling (1/3)
  • Er bestond geen officiële spelling en men schreef in dialect
  • Woorden werden dus op verschillende manieren geschreven
  • Voorbeeld: een woord als maagd werd soms als maghet geschreven, soms als maegt, maar ook wel eens als meget, magt, maget, magd, mecht of nog weer anders

Slide 5 - Diapositive

Kenmerken spelling (2/3)
  • Omdat er veel werd voorgelezen, probeerden ze veel meer de klanken op te schrijven dan wij nu doen 
  • Voorbeeld: omdat de slotklank van paard als een -t- klinkt, schreef men ook dikwijls pert (part, peert, paert)

  • Ook schreven ze woorden die samen uitgesproken werden vaak aan elkaar. Zulke samenvoegingen noem je ‘enclisis’
  • Voorbeelden: in de Reinaert zegt Tybeert: Dats over menich jaer ghesciet (dats = dat is). En Bruun zegt: Sidi in huus Reynaert? (sidi = sijt gi)

Slide 6 - Diapositive

Kenmerken spelling (3/3)
  • Ons alfabet is ontleend aan het Romeinse schrift. Voor het Latijn was dat alfabet perfect, maar het Nederlands kende meer klanken, dus kwamen ze letters te kort

  • Voorbeeld: het Romeinse alfabet kende alleen een i, geen j: iaer (jaar) en ionc (jong)
  • Voorbeeld: er was nog geen onderscheid tussen u en v: uele (vele), vte (ute > uut > uit)
  • Voorbeeld: er was ook nog geen w: uuel (wel) 

  • In navolging van de Latijnse traditie werd c vaak voor k geschreven: ic, copen, coninc

Slide 7 - Diapositive

Kenmerken voornaamwoorden
  • Veel overeenkomsten met nu: eerste persoon is ic, voor de derde persoon hi, si en het (hij, zij, het), en in het meervoud wi (wij) en si (zij)
  •  Verschillen het grootst bij tweede persoon: du (je), ghi (jullie)

Slide 8 - Diapositive

Kenmerken ontkenning
  • Net zoals nu nog in het Frans is er in het  Middelnederlands sprake van een dubbele ontkenning
  • En of ne stond dan voor het werkwoord, en niet verderop in de zin 
  • Voorbeeld: Reynaert, ne sorghet niet (Reinaert, wees niet bezorgd)

  • Niet door Franse invloed ontstaan; alle Germaanse talen maakten vroeger gebruik van dubbele ontkenning, ook het Engels en het Duits

Slide 9 - Diapositive

In welke periode noemden we onze taal het Middelnederlands?
A
500-1500
B
1200 tot 1500
C
1000-1500

Slide 10 - Quiz

Waarom werden woorden op verschillende manieren geschreven?
A
Er was geen officiële spelling
B
Men schreef in dialect
C
Daar uitten ze hun creativiteit mee

Slide 11 - Quiz

Waarom probeerden ze veel meer de klanken (letterlijk) op te schrijven?
A
Omdat er veel werd voorgelezen
B
Omdat er geen officiële spelling was

Slide 12 - Quiz

Hoe noem je het als woorden die samen uitgesproken werden, ook aan elkaar geschreven werden?
A
Souffleren
B
Samentrekking
C
Enclisis

Slide 13 - Quiz

Aan welk schrift is het Nederlands ontleend?
A
Latijn
B
Duits
C
Frans

Slide 14 - Quiz

Ons alfabet is ontleend aan het Romeinse schrift. Tegen welk probleem liepen schrijvers in het Middelnederlands op?

Slide 15 - Question ouverte

In het Middelnederlands was er sprake van dubbele ontkennig. Wat is dat?

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

Nu
Lees (verder) in je middeleeuwse werk

- of -

Maak een begin aan je spreekplan

Slide 18 - Diapositive