3.1 Waarneming: je eten bederft

Hoofdstuk 3
Onderzoek doen
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 3
Onderzoek doen

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
-Introductie H3
-Uitleg en verwerken paragraaf 3.1

Les 2: paragraaf 3.2
Les 3: toets H1 en H2 bespreken (en afronden 3.1 en 3.2)

Slide 2 - Diapositive

Hoofdstuk 3 Onderzoek doen
3.1 - Waarneming: je eten bederft
3.2 - Onderzoeksvraag: Hoe rem je voedselbederf
3.3 - Experimenteren: Transport door celmembranen
3.4 - Resultaten en conclusie: Meten is weten!
3.5 - Discussie: Mag biotechnologie?

Slide 3 - Diapositive

Hoofdstuk 3
3 onderdelen:
* meer theorie over schimmels, bacteriën, virussen (in relatie tot voedselbederf), aanvullend op H2.
* theorie over membraantransport dieren en planten
* vaardigheden: hoe voer ik een wetenschappelijk onderzoek uit.

Slide 4 - Diapositive

Hoofdstuk 3
Toetsing:
-VO2 Osmose
-VT2 over H3
-DT2 over H3 en H4 (in de toetsweek in januari)

Slide 5 - Diapositive

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
3.1 Waarneming: je eten bederft

Slide 6 - Diapositive

Doelen 3.1
1. Je legt uit hoe voedselinfectie en voedselvergiftiging ontstaan.
2. Je beschrijft de kenmerken, voortplanting en verspreiding van micro-organismen en virussen. 
3. Je legt uit hoe je voedselinfectie door micro-organismen en virussen kunt tegengaan. 

Slide 7 - Diapositive

Lees nu (stil) blz. 79 en 80
klaar: log in in de LessonUp

Slide 8 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een voedselinfectie en een voedselvergiftiging?

Slide 9 - Question ouverte

Voedselinfectie
Je voedsel kan bederven doordat het geïnfecteerd wordt door micro-organismen: schimmels of bacteriën.

Micro-organismen: kun je niet zien met het blote oog. Vaak wel met een lichtmicroscoop. 

Slide 10 - Diapositive

Voedselinfectie
Schimmels of bacteriën die op voedsel gaan zitten zijn heterotroof.

Ze zijn voor hun organische stoffen afhankelijk van andere organismen.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Wat zijn ongunstige omstandigheden voor bacteriën? Noem er minstens 2!

Slide 14 - Question ouverte

Een bepaald soort bacteriën delen zich ieder half uur.
Je hebt 1 bacterie in een petrischaaltje.
Hoeveel zijn er na 2 uur?

Slide 15 - Question ouverte

Bacteriën
Vermeerderen zich
door ongeslachtelijke 
voortplanting (mitose) 
bij gunstige omstandigheden.
Alle bacteriën in een kolonie zijn genetisch identiek aan elkaar, ze zijn elkaars klonen.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Bacteriën
Onder ongunstige
omstandigheden vor-
men ze sporen.
In een spore staan de levensprocessen stil. De spore vormt weer een levende bacterie als de omstandigheden weer goed zijn.

Slide 18 - Diapositive

Een schimmel kan zich geslachtelijk en ongeslachtelijk voortplanten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Schimmels
Vormen lange draden
van 1 cellaag dik.
Die schimmeldraden heten
mycelium.
Schimmels kunnen zich ongeslachtelijk en geslachtelijk voortplanten.

Slide 20 - Diapositive

Voortplanting
Schimmels - Meestal ongeslachtelijk d.m.v. sporen
Schimmels groeien door 'draadvorming' -> lange draden van 1 cel dikte. Vormen een netwerk (Mycelium)
Verteren voedsel extracellulair (buiten de cel), en nemen voedingsstoffen op



Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Bacteriën en schimmels herkennen

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Bacteriën en schimmels herkennen

Laten groeien op een voedingsbodem.
  • Uiterlijk blote oog/ lichtmicroscoop
  • Op welke voedingsbodem groeien ze wel/ niet
  • DNA

Slide 25 - Diapositive

Wat is de reden dat we virussen niet onder de 'levende natuur' benoemen

Slide 26 - Question ouverte

Virussen

Slide 27 - Diapositive

Virussen
Erfelijk materiaal (RNA
 of DNA) in een
eiwitmantel.
Ze vermeerderen met behulp van een gastheercel.


Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Voedselinfectie voorkomen
Je voedsel kan bederven doordat het geïnfecteerd wordt door micro-organismen: schimmels of bacteriën.

Hygiënisch werken: 
  • handen wassen
  • kruisbesmetting voorkomen (scheiden)

Slide 30 - Diapositive

Doelen 3.1
1. Je legt uit hoe voedselinfectie en voedselvergiftiging ontstaan.
2. Je beschrijft de kenmerken, voortplanting en verspreiding van micro-organismen en virussen. 
3. Je legt uit hoe je voedselinfectie door micro-organismen en virussen kunt tegengaan. 

Slide 31 - Diapositive

Nu en huiswerk
Lees 3.1
Maak bij 3.1 de opdrachten: 2, 3, 6, 7, 8, 9, 12 en 14
Kijk na en verbeter je antwoorden

Slide 32 - Diapositive