Les 4 - Herhaling en democratisering

Les 4 - Herhaling en democratisering
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Les 4 - Herhaling en democratisering

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Goedemiddag
Op tafel: schrift en boek
in tas: ipad, oortjes, haarborstels etc.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H8 De tijd van burgers en stoommachines

1800-1900

(herhaling 8.1, 8.2, 8.4 en §8.3)

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plan vandaag
Overzicht tot toetsweek
Herhaling H8
Uitleg 8.3 Democratisering



Leerdoelen:
  • Je kunt uitleggen hoe de democratie zich ontwikkelde in Nederland, Groot-Brittannië en Duitsland

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overzicht tot toetsweek
Tijd tot toetsweek: 5 weken
Toetsweekstof: voorkennis TV 5-6, H7 Pruiken en Revoluties, H8 Burgers en Stoommachines, Examenkatern HC Britse Rijk (1620-1900)
Plan: afronden H8 in twee weken, daarna start HC Britse Rijk

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling H8 - invulverhaal
In de 19e eeuw zorgde de 1________________________ voor grote veranderingen in de samenleving. De 2________________, het probleem van de slechte leef- en werkomstandigheden van arbeiders, leidde tot nieuwe 3___________________ zoals het 4______________ en het streven naar gelijke rechten. Politieke stromingen zoals het 5______________ en 6______________ waren populair onder arbeiders. Het 7___________ bedrukte religieuze waarden, terwijl 8_______________ vrijheid en economische groei nastreefde. Al deze politieke stromingen beïnvloedden het debat over de toekomst van de 9_______________. De roep om 10_____________ en betere 11_____________ werd steeds luider.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling H8 - invulverhaal
In de 19e eeuw zorgde de 1 industriële revolutie voor grote veranderingen in de samenleving. De 2 sociale kwestie, het probleem van de slechte leef- en werkomstandigheden van arbeiders, leidde tot nieuwe 3 emancipatiebewegingen zoals het 4 feminisme en het streven naar gelijke rechten. Politieke stromingen zoals het 5 socialisme en 6 communisme waren populair onder arbeiders. Het 7 confessionalisme bedrukte religieuze waarden, terwijl 8 liberalisme vrijheid en economische groei nastreefde. Al deze politieke stromingen beïnvloedden het debat over de toekomst van de 9 maatschappij. De roep om 10 hervormingen en betere 11 arbeids-(of leef)omstandigheden werd steeds luider.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Goedemorgen
Op tafel: schrift en boek
in tas: ipad, oortjes, haarborstels etc.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H8 De tijd van burgers en stoommachines

1800-1900

(herhaling 8.1, 8.2, 8.4 en §8.3)

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plan vandaag
Vandaag in de geschiedenis
Uitleg 8.3 Democratisering in NL
Zelfstandig Duitsland en Engeland



Leerdoelen:
  • Je kunt uitleggen hoe de democratie zich ontwikkelde in Nederland, Groot-Brittannië en Duitsland

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Arthur Conan Doyle 
22 mei 1859 – 7 juli 1930
Schrijver van de Sherlock Holmes verhalen

1891 schreef hij aan zijn moeder:
'Ik denk erover Holmes te doden...
zodat hij eens en voor altijd
verdwenen is. Hij leidt mijn
gedachten af van betere dingen'.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Democratisering algemeen
In de loop van de 19e eeuw, na het congres van Wenen tot 1919, werd bijna overal in Europa de democratie uitgebreid. Maar deze democratisering ging niet overal even snel en uitgebreid.
  • Nederland
  • Groot-Brittannië
  • Duitsland

Wat is een democratie?



Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Democratisering in Nederland
Tot 1815 - constitutionele monarchie --macht koning nauwelijks beperkt-- met een volksvertegenwoordiging de Staten-Generaal
1848: Revolutiejaar- onrust in Parijs leidt ertoe dat Koning Willem II vraagt om een nieuwe grondwet bij Thorbecke
Veranderingen:
  • parlementair stelsel waarbij volksvertegenwoordiging meeste macht heeft
  • regering onder leiding van premier met ministeriële verantwoordelijkheid
 

Slide 13 - Diapositive

vv
Democratisering in Nederland
Nederland geen democratie want:
  • Er was nog censuskiesrecht: kiesrecht hangt af van te betalen belastingen
  • 1887 Kiesrecht uitgebreid door het Caoutchouc-artikel
  • 1917 Algemeen mannenkiesrecht
  • 1917 passief kiesrecht: recht om gekozen te worden
  • 1919 actief kiesrecht: recht om te stemmen
Vanaf 1919 is NL een parlementaire democratie met algemeen kiesrecht

Slide 14 - Diapositive

vv
Opdracht GB en Duitsland
Groot-Brittannië:
- Welke kenmerken van democratisering herken je?
- Hoe veranderde de besluitvorming sinds 1837?
- Geef een omschrijving van het districten stelsel
Duitsland
- Welke kenmerken van democratisering herken je?
- Hoe veranderde de besluitvorming sinds 1848?
- Welke rol speelde Kanselier Otto von Bismarck in het democratiseringsproces in Duitsland?


Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoorden GB en Duitsland
parlementair stelsel - ministers gekozen door grootse partij 
- Hoe veranderde de besluitvorming sinds 1837?
Queen Victoria besloot dat niet langer de vorst maar de grootste politieke partij de ministers kozen.
- Geef een omschrijving van het districtenstelsel
Land verdelen in districten die ieder eigen kandidaat voor ministers kiezen; meeste stemmen per district leveren ministers.
-Welke kenmerken van democratisering herken je (DR)?

algemeen mannenkiesrecht - vanaf 1850 grondwet - budgetrecht 
- Hoe veranderde de besluitvorming sinds 1848?
Er kwam een constitutionele monarchie met een eenheidsstaat; Duitsland. Ook kwam er een grondwet + gekozen parlement
- Welke rol speelde Kanselier* Otto Von Bismarck in het democratisering proces in Duitsland? * hoofd van de regering
Otto Von Bismarck beperkte dit proces omdat de kanselier zich niets aantrok van het parlement en nam zelf besluiten. 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions