1.1 + 1.2 samenvatting

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Welkom 

Telefoon in je tas of in je broekzak
Tas van tafel
Petje of capuchon af

Mevr. Agounad 

Wat heb je nodig bij economie?

1. Laptop
2. Leerwerkboek A
3. Rekenmachine
4. Pen en Potlood

1.1 wat wil je kopen?

Behoeften

Iets wat je nodig hebt = BASIS behoefte

of graag wilt hebben = OVERIGE behoeften

Wat voor behoefte is een fiets?

1. Basisbehoefte
2. Overige behoefte

Wat voor behoefte is een huis?

1. Basisbehoefte
2. Overige behoefte

Goederen

Producten die je kunt zien en beetpakken.

Diensten

Iets voor iemand doen (of iemand die iets voor jou doet)

Welke van de volgende producten zijn goederen?

1. Rekenmachine
2. Kapper
3. Broodje
4. Melk

In je behoeften voorzien

• Kopen van goederen en diensten
•  Zelfvoorziening

Goed

Dienst

consumeren

Maak de herhalingsopdracht blz. 40 

Leren voor de volgende les:

behoefte 

goederen 

diensten

consumeren 

zelfvoorziening 

Maak de herhalingsopdracht blz. 40 

Leren voor de volgende les:

behoefte 

goederen en diensten

consumeren  en zelfvoorziening 

verbruiksgoederen  en gebruiksgoederen

Hoofdstuk 1

1.2 Waarom koop je dat?

Doelen van de les

Aan het einde van de les:

• kan je uitleggen wat verschillende behoeften zijn.
• kan je vertellen wat het verschil is tussen sociale en commerciële beïnvloeding. 
• kan je vertellen waarom fabrikanten en winkels reclame maken.
• kan je een percentage van een getal uitrekenen 

behoeften verschillen 

• Wat is je favoriete kleding- of schoenenmerk?

- Jongens vinden soms andere dingen leuk dan meisjes 

- Leeftijd 

Budget:

- Het geld wat je kunt gebruiken om iets te kopen 

Invloed op jouw keuze

Sociale beïnvloeding:

- Je omgeving beïnvloed je keuze 

- Mensen met wie je omgaat

- Familie en vrienden 

Commerciële beïnvloeding:

- Reclame 

- Commercieel betekent dat ze er iets aan willen verdienen

Reclame 

- Overal is reclame 

- Winkels en fabrikanten willen aandacht voor een product 

- Uiteindelijke doel meer verkopen 

Met procenten een getal berekenen 

Je kunt het op verschillende manieren berekenen:

• Met een verhoudingstabel 
• Door een formule te gebruiken 

Bereken het antwoord:

Op deodorant van €3,75 krijg je een korting van 40%. 

1. Wat is het bedrag van de korting. 
2. Bereken wat je voor de deodorant betaalt.

Maak de herhalingsopdracht blz. 41 

Leren voor de volgende les:

budget 

sociale beïnvloeding  

Commerciële beïnvloeding

reclame  

Maak de herhalingsopdracht blz. 41 

Leren voor de volgende les:

budget 

sociale beïnvloeding  

Commerciële beïnvloeding

reclame  

doelgroep 

Doelen van de les

Aan het einde van de les:

• kan je uitleggen wat verschillende behoeften zijn.
• kan je vertellen wat het verschil is tussen sociale en commerciële beïnvloeding. 
• kan je vertellen waarom fabrikanten en winkels reclame maken.
• kan je een percentage van een getal uitrekenen 

Aan de slag!

Maak de samenvatting van 1.1 en 1.2 blz.34

Ben je klaar?

Maak de herhalingsopdracht van 1.1 en 1.2 blz. 40/41